4 mei 2020
‘Eén stierf voor allen.’
Hij stierf voor allen, opdat wij -de eer-
ten- zouden leven. Eerst moest einde
gemaakt worden aan de oude mens.
Daarom kwam Hij, Gods wil uitvoeren.
We zien op naar Hem, uit liefde ging
Hij via die smadelijke dood naar leven
in de opstanding. En Zijn bloed, dat is
nog steeds de getuige van Zijn lijden
voor een verloren schepping. Dat zal
altijd van onschatbare waarde blijven.
‘Wat Hij deed, ik ben dankbaar.’
Ja, Hij deed dat, opdat wij zouden de-
len in Zijn redding. Vader redde Hem
uit de dood, en gaf Hem alles overstro-
mend en overstralend leven. Die on-
sterfelijkheid zullen eens alle mensen
ontvangen, dat gaat in fasen. Hij is de
Enige Die nu onsterfelijkheid heeft.
Dat schreef Paulus aan Timotheüs om
de toen al rondgaande afdwalingen te
pareren.
‘Door diepte naar hoogte.’
Het was geen makkelijke weg voor de
Zoon. Het lijkt voor ons relatief kort,
de drie jaar (of 3,5 jaar) dat Hij in Zijn
actieve dienst wandelde en leed om
en te midden van Zijn geliefde Joodse
volk. In Tenach was het lijden aange-
zegd; óók over Israël. Hij liet de Emma-
üsgangers zien: al wat in de Schriften
op Hém betrekking had. Hij wees erop,
dat Hij zou lijden, waarna heerlijkheid
volgde, die nog veel groter zal worden.