Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Fijn dat allen bij Vader komen.’

God zal net zo lang doorgaan in 
Zijn liefde als nodig is. Uiteinde-
lijk zal ieder bij Hem komen.
Paulus schrijft van de dingen die
ons bemoedigen:

rechtvaardigheid echter van 
God door het geloof van Jezus 
Christus naarbinnen allen en 
op allen die geloven, want er 
is geen onderscheid
                         Romeinen 3:23

‘Ja, heerlijk dat evangelie.’

We zijn rijk, dat we dit kunnen
geloven en daardoor weten. Het
is een groot goed, kostbaar, dat
we mogen behouden. God zorgt
Zelf voor bewaring, en geeft ons
zonder enig verwijt: alles.
Hij rekent ons Zijn rechtvaardig-
heid toe op grond van het geloof
van Jezus Christus.

‘Dat is wel voor iedereen.’

Dat zegt onze tekst. Het is sowie-
so voor iedereen. Het voorzetsel
naarbinnen wijst daarop. Dat is 
zonder voorwaarden. God kiest 
uit – Hij geeft het geloof aan die-
genen die Hij tevoren kende en 
bestemde. Vandaar het op allen
die geloven. Zij beseffen gered te
zijn door het bloed van Christus. 

In Handelingen 2:14-36 lees je de
toespraak van Petrus als leider van
de apostelen van de Besnijdenis.
In deze eerste bespreking zoomen
we in op vers 14-22. Naluisteren: hier.

‘God heeft alles in Zijn hand.’

Gods liefde is onontkoombaar;
dat is de zekerheid die we in Zijn
woord lezen. God staat Zelf ga-
rant voor de uitkomst van Zijn
plan. Paulus zegt:

want God heeft allen tezamen
in de weerspannigheid besloten,
opdat Hij over allen barmhartig
zou zijn Romeinen 11:32

Dit is de hoogste overweging als
het gaat om menselijke ongezeg-
lijkheid (weerspannigheid).

‘En Gods barmhartigheid.’

Dat is Zijn genade, Zijn goedertie-
renheid, liefde. Zijn barmhartig-
heid is de uitkomst van Zijn plan.
Onderweg is de mens ongelovig,
ongehoorzaam, weerspannig zelfs.
Maar dat alles zal het moeten af-
leggen tegen Gods liefde, genade
en barmhartigheid. Zoals eerder
klonk in Romeinen 9:15 :

Ik zal barmhartig zijn over wie Ik
barmhartig wil zijn, en Ik zal me-
dedogen hebben over wie Ik me-
dedogen wil hebben.

‘En dat is uiteindelijk over allen.’

Dat is het prachtige van het slot-
akkoord van Romeinen 11. Daar
blijkt dat God over allen barmhar-
tig zal zijn. Nu al over al de leden
van het lichaam van Christus, en
later over Israël en de volkeren.
Wat een grote, liefdevolle God en
Vader hebben we leren kennen.
Dat is alles waard, en je bent dan
echt thuis gekomen bij Vader.

‘Men hoorde de waarheid in Athene.’

Paulus sprak en dat was waar. Geba-
seerd op de feiten. Ook in het dage-
lijks leven draait het daarom. Het ge-
beurt nogal eens, dat men door emo-
tie het gezonde verstand niet meer
laat regeren. Waardoor allerlei onte-
rechte conclusies of gedachten het
leven bepalen. Dat is ongezond; leidt
tot verlies van blijdschap en vreugde
in het (geloofs)leven.

‘Gezond verstand met geloof.’

Vanzelfsprekend zou geloof in de fei-
ten (van Gods woord) leidend zijn, en
daarbij zouden we nuchter en waak-
zaam zijn. Eerst de feiten (wat waar
is), daarna geloof en pas daarna het
gevoel/de emotie. Dat is de juiste or-
de die leidt tot leven in waarheid. In
deze tijd stormen allerlei berichten
op je af en houden je in spanning.

‘God heeft alles in Zijn hand.’

Die zekerheid is daar altijd voor ons
als gelovigen in Christus. Gods liefde
zal nooit aflaten, Hij houdt altijd van
je. Dat is een geweldig feit. Ook al is
dat niet met je hand te pakken, niet-
temin zal Vader je niet begeven, je
niet verlaten. Het is een heerlijk feit,
dat de (nabije) toekomst óók in Zijn
hand is, wat ook zal gebeuren, het is
niet buiten Zijn liefde om!

‘De waarheid blijft.’

Die gaat met de liefde hand in hand.
Feiten blijven zo, en die liegen niet.
Feit is, dat Christus is opgewekt uit
de doden op de derde dag. Keihard
bewijs is dat Hij gezien werd door de
vrouwen als eerste, vervolgens door
de discipelen. Later zelfs door meer
dan 500 broeders tegelijk. Paulus’
bewijsvoering is ijzersterk.

‘Geen speld tussen te krijgen.’

Feit is, dat God (Elohim) het al heeft
geschapen. Ook daar getuigt heel de
Schrift van. Maar ook de schepping
zelf. Overal is het bewijs daar dat de
evolutionist het nakijken heeft. Niet
beseffend in de leugen te leven, tast
deze rond in duisternis. Paulus nam
duidelijk stelling op de Areopagus.

‘Ook dat was heel sterk, ja.’

De God van Israël heeft uit één iedere
natie van de mensen gemaakt.
En iets daarvoor zei hij onomwonden:

De God Die de wereld gemaakt heeft
en alles wat erin is, Deze, Die Heer is
van hemel en aarde….
                              Handelingen 17:24

De apostel wijst de inwoners van de-
ze stad van filosofie op de ene ware
God, de Ontwerper en Schepper van
de wereld. Ze hoorden de waarheid.