Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

22 april 2020

‘We vertrouwen God.’

De wil van God is, dat zagen we gister,
dat alle mensen gered worden en tot
erkenning van de waarheid komen. In
de Schrift lezen we, dat God het is, Die
alles bewerkt overeenkomstig de raad
van Zijn wil. Voordat je als gelovige dat
echt erkent en daaruit leeft, kan de no-
dige tijd kosten. Groeien in erkenning
van God gaat heel je leven door. Zoals
mensen tot volwassene uitgroeien, is
dat geestelijk gezien ook mogelijk.

‘Groeien, groeien.’

Geestelijke groei is heel fijn en nodig
voor ons. In de wereld hoeft economi-
sche groei niet altijd goed te zijn. God
bepaalt ons leven, het leven van ande-
ren, van je (klein)kinderen. Je merkt
dat God het bepaalt, en dat je betrek-
kelijk weinig invloed hebt op hoe dat
leven van je (klein)kind verloopt. Aller-
lei keuzes worden gemaakt, het te be-
wandelen pad was al bekend bij God.

‘Dat is Psalm 139.’

God, Jahweh, Hij doorgrondt en kent
je. Zijn liefdevolle hart kijkt dagelijks
naar je. En naar al die andere mensen,
terwijl het om miljarden gaat. Daar is
ons denkvermogen te klein voor, om
zoiets te overzien. God kent tevoren
al de dagen die je leeft. En bepaalt je
gaan, liggen, zitten, wandelen, et ce-
tera. Nooit buiten Gods liefde.

21 april 2020

‘We hebben rijke toekomst.’

Het is in wezen, zoals gezegd, terugke-
ren naar je oorsprong. Alles is uit God.
Dat is niet zo eenvoudig om mee te le-
ven. Je gaat dat in je leven als gelovige 
beter zien. Het gebed van Paulus is er
dan ook op gericht, dat we groeien in
de erkenning van God. In Kolossenzen
1 staat dat. In de studie is daar ook in
detail op ingegaan. Het begint met het
gebed om groeien in de erkenning van
Zijn (Gods) wil.

‘Dat is al heel wat.’

Veel gelovigen komen maar zeer moei-
zaam tot erkenning van wat God wil. 
Men maakt dat tot een wens. ‘Ja, God
wil dat wel, maar is afhankelijk van de
mens. Of die voor Hem kiest. Of die …
en vul maar in. Terwijl de brief het zo
duidelijk zegt:

want dit is uitstekend en welkom voor 
het aangezicht van God, Die wil dat al-
le mensen gered worden en tot erken-
ning van de waarheid komen
                       1 Timotheüs 2:3,4, NCV

‘Daar is geen onduidelijkheid.’

Dat is erg helder. Paulus zegt het duide-
lijk tegen Timotheüs. Later, in 4:9-11 is
dat opnieuw aan de orde. Men maakt 
de uitdrukkelijke wil van God tot zwak-
ke wens. Aangezien het de wil van God
is dat alle mensen gered worden en tot
erkenning van de waarheid komen, kan
geloof zich verblijden. Ja! God is werke-
lijk Redder van álle mensen. Nu vindt je
onrustige hart rust. In God. Hij redt.

20 april 2020

‘Het draait om Hem.’

Evangelie gaat over God en Zijn Chris-
tus. Jezus gaf Zich over voor ons, maar 
vooral voor Zijn God en Vader. Dat was 
op aarde Zijn passie. Doen wat de Va-
der wilde dat Hij deed. Hij wilde alleen
dat spreken wat Hij van de Vader hoor-
de. Zo wandelde Hij tijdens Zijn door 4
mensen beschreven jaren. Dat was een
aangename geur voor God. Net zoals 
een brandoffer zo’n reuk verspreidde.

‘Wij dus ook zo, die richting.’

Navolger van God zijn, als geliefde kin-
deren, ja. Kijk naar hoe het er staat:

wordt dan navolgers van God 
als geliefde kinderen

We zijn geliefd! Door de Vader! Wat 
wil je dan nog meer? Dat te weten is 
alles waard. Daar kan geen menselijke 
liefde tegenop. Dat was de verbazing 
van Zacheüs. Hij? Wil Hij in mijn huis
komen? Ik ben dat niet waard.

‘Mooi hoor, de liefde van God.’

De reikwijdte van die liefde is onbe-
perkt. Zo ver je kunt zien, zowel voor-
uit als achteruit. Het is de liefde van 
God Die ons draagt, je wordt gekend 
van vóór je geboorte zelfs. Zo zijn wij
allemaal door de Vader in genade be-
kend en welkom bij Hem. Niets kan
je daarvan scheiden: liefde van God
in Christus Jezus, onze Heer. 

19 april 2020

‘Hij gaf Zichzelf.’

Ja, ook dan wordt het woord overleve-
ren of overgeven gebruikt:

samen met Christus ben ik gekruisigd;
ik leef echter, niet langer ik, echter in 
mij leeft Christus. Nu dan, zolang ik 
nog in het vlees leef, leef ik in het ge-
loof van de Zoon van God, Die mij lief-
heeft en Zichzelf voor mij overgeeft
                                       Galaten 2:20

Wonderlijk genoeg leef je nadat je al
gestorven bent.

 ‘Dat is heel wat.’

Je ‘nieuwe ik’ is Christus. En Hij heeft 
je lief, geeft Zichzelf voor jou over. Nu. 
En dat is heel fijn om te beseffen. Het 
komt steeds beter in je hart, door de
woorden van God die in je werken. Al
reden genoeg om Hem te danken. En
je raakt onder de indruk hoe Hij Zich
overgaf. Dat leidde via het kruis, sma-
delijke dood, tot waar Hij nu is. Aan de
rechter(hand) van de Vader. 

‘Dat was erg veel, ja.’

Paulus schrijft in Efeziërs 5 daarover:

wordt dan navolgers van God als gelief-
de kinderen en wandelt in de liefde zo-
als ook Christus jullie liefheeft en Zich-
zelf voor ons heeft overgegeven als na-
deringsgeschenk en offer voor God, tot
een aangename geur     (vers 1,2) 

Dit spreekt van het brandoffer, zoals in
Leviticus 1 genoemd wordt. Hij gaf Zich
helemaal over voor ons, voor God. Dat
is Zijn motivatie, overgave uit liefde.

18 april 2020

‘Verzoening door de Zoon.’

Oneindig liefhebben van God zit daar
achter. De Zoon, in Wie Hij welbeha-
gen had en heeft, werd overgegeven.
Hij heeft Zijn eigen Zoon niet gespaard
en Hem voor ons (en voor allen!) over-
gegeven, en samen met Hem geeft Hij
alles, in genade. Dat is het. Vader han-
delde in Zijn genade met Hem. Ook in
de laatste uren voor Zijn dood. Daar
was Judas, die steeds als verrader is
weggezet in de christenheid.

‘Wij zijn niet beter dan hij.’

Dat is de overtuiging die je hebt als je
jezelf ziet in het perspectief van het
kruis. Judas had bitter berouw. Door
het overleveren van Jezus aan troep-
en van het Sanhedrin werd Hij in een
schijnproces veroordeeld. Dat zag hij
in kon daar niet langer mee leven. In
de Schrift wordt de daad van Judas 
steeds overgeven of overleveren ge-
noemd. Dat woord lees je later ook.

‘In de brieven van Paulus?’

Ja, eerder genoemd, Romeinen 8:32 
noemt hetzelfde begrip:

Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon
niet spaarde, maar Hem voor ons al-
len overgegeven heeft, ons ook niet
met Hem alles in genade schenken?

Vader gaf Zijn Zoon over en Judas gaf 
Hem over in de handen van het Sanhe-
drin. De Joodse leiders leverden Hem 
over in de handen van de Romeinen, 
die Hem kruisigden. Zo is het gegaan, 
zo was het in Gods liefdevolle voorne-
men opgenomen.