Woord vandaag

‘Christus Jezus redt ons.’

In meer dan één opzicht. Hij redt
niet alleen van de dood, ook van
de zonde. En Hij redt ons in ons
denken, dat bewaart Hij, hoe? In
de helm van redding uit Efeze 6.
De geestelijke wapenrusting van
God is hard nodig, juist nu, in de-
ze tijd waarin zo veel naar je toe
komt. Hij spreekt aan in 1 Tessa-
lonicenzen 5.

‘Vóór de verontwaardiging weg.’

Dat is de heerlijke verzekering, we
koesteren die. Ook lees je:

maar wij die van de dag zijn, zijn
nuchter, aandoend het pantser
van het geloof en liefde en als
helm de verwachting van redding
              1 Thessalonicenzen 5:8

Waarna direct vers 9 zegt, dat
God ons niet nbtot verontwaardi-
ging plaatst. Dát is de helm die
we op hebben. Dát geeft geeste-
lijke nuchterheid.

‘Er zijn zoveel berichten.’

De media bestoken ons dagelijks
met vele, vele berichten die ons
zomaar angstig kunnen maken.  
Gods woord via Paulus bewaart
je denken. Daarin weet je je ge-
borgen; geloof en liefde zijn ons
pantser. Zo kunnen pijlen van on-
zekerheid en angst je hart niet ra-
ken. Redeneren over de verwach-
ting die in deze brief aan ons ge-
geven is, helpt niet. 
Geloof deze uitspraak van God. 

Woord vandaag

‘Bijzondere tijden nu.’

Dat zijn het zeker. Historische en
bijna apokalyptische zaken die in
de wereld plaatsvinden. Toch is
het lastig -zo niet onmogelijk- de
gebeurtenissen te duiden alsof
het boek Openbaring al vervuld
wordt. Zoals in de opening van
deze boekrol staat:

..om Zijn slaven te tonen wat snel 
moet gebeuren… 
Openbaring 1:1

‘Het gaat snel.’

Ja, de strekking ervan is, dat als
de gebeurtenissen die in deze rol
beschreven staan, plaatsvinden,
het snel zal gaan. We leven in de
tijd waarin allerlei meer of min-
der belangrijke gebeurtenissen
plaatsvinden. En dat gaat snel.
En de eindtijd zoals in Openba-
ring beschreven zal alles erg snel
gaan. Dat is nadat wij weg zijn.

‘Goed om dat te weten.’

In die boekrol wordt de veront-
waardiging van God beschreven
over Zijn volk en de volkeren. Wij
echter zijn niet gesteld tot die
verontwaardiging, dus is er voor
ons geen reden om bang te zijn,
of angstig. Wij maken wat in het
boek Openbaring beschreven is,
niet mee. De verzekering van de
apostel voor ons is:

God plaatst ons niet tot veront-
waardiging, maar tot toe-eige-
ning van redding door onze Heer

Jezus Christus          1 Thess.5:9   

Woord vandaag

‘Uitzicht door de Titusbrief.’

Dat lezen we: uitziend naar de
gelukkige verwachting en ver-
schijning van de heerlijkheid van
de grote God en onze Redder
Jezus Christus, zegt Titus 2:13.

En dat we daar dichtbij zijn, het
is op te merken uit verschillende
ontwikkelingen. Allereerst dat in
1948 Israël als staat ontstond. In
de afgelopen ruim 100 jaar zie je
‘bijbelse’ landen Egypte, Syrië en
Iran (Perzië) en dergelijke terug.

‘Profetisch scenario.’

De bijbelse profetieën kunnen zo
in vervulling gaan. Als tweede is 
de herbouw van de stad Babylon
aan de orde. Na de herbouw on-
der Saddam Hoessein wordt Ba-
bylon nu door de chinezen snel
verder uitgebouwd. In profetie in
Jesaja, Jeremia, Openbaring kun 
je uitvoerig over Babylon en het
gericht over deze wereldhoofd-
stad van de eindtijd lezen.

‘Dat is opvallend ook ja.’

Als derde punt zien we in onze
dagen hoe men bij machte is, in
de hele wereld dezelfde maatre-
gelen in te zetten. Samenleving-
en vielen stil, met de enorme e-
conomische gevolgen. Het heeft
een ongekende, wereldwijde uit-
werking. In de eindtijd (Openba-
ring 13:7,8) zal de wereldleider
van die dagen volmacht krijgen
over iedere stam en volk en taal
en natie, en allen die op de aar-
de wonen zullen het aanbidden.

Woord vandaag

‘Nu laatste vers van Titus.’

Allen die met mij zijn, groeten
jou. Groet die ons toegenegen
zijn in het geloof. De genade
zij met jullie allen.   Titus 3:15

Je leest: allen die met mij zijn en
die ons toegenegen zijn in het
geloof. Daaruit kun je lezen, dat
er in die dagen tegenstanders
waren met eigen plannen. Zoiets
lees je ook in de Galatenbrief.

‘Er was veel weerstand.’

Vanuit de orthodoxie van die da-
gen zeker, en dat is vandaag de
dag nog steeds het geval. Voor-
keur gaat uit naar wet in plaats
van genade. Paulus’ evangelie
bruist van de genade van God,
daar sluit hij elke brief (ook deze)
mee af. Titus was daar blij mee,
en u en ik zijn dat ook. Je kunt
niets verdienen.

‘Alles is al volbracht.’

De Heer zei dat aan het kruis. In
die omstandigheden hebben die
woorden zo veel waarde en ge-
wicht: het is volbracht. Dan is het
daarna de genade van God die in
wezen alles beslist. Dat allen de-
len zullen in de heerlijkheid van
God, is Zijn genade. Wij kunnen
de apostel volgen, en horen bij
degenen die met hem zijn. Geen
verdiensten, Hem zij de eer. 

Woord vandaag

‘Eenheid van de geest.’

Die was op Kreta ook ver te zoe-
ken. In Titus 3:10,11 gaf Paulus
instructies hoe Titus met sekta-
rische personen zou omgaan.

Laten de onzen nu ook leren in
uitstekende werken voor te staan
in noodzakelijke behoeften, op-
dat zij niet onvruchtbaar zijn.
                                    Titus 3:14

Er werd wel gewerkt in Kreta, het
waren geen ideale werken.

‘Titus moest ze dat leren.’

Ja, en zo is binnen het christen-
dom veel werk dat gedaan wordt
met alle goede bedoelingen. We
kunnen ons afvragen of dat wel
de uitstekende werken zijn waar
Paulus van spreekt. Simpele vra-
gen kunnen dat vaststellen: Is
het tot opbouw van het lichaam
van Christus? Gaat het om het
paulinische evangelie? Ja? Dan 
zijn het de ideale werken.

‘Arme mensen helpen.’

Zeker, als dat op de weg van de
gemeente komt: doen. De wedu-
we en de wees zijn de zwakkere
leden en die zouden we helpen.
Ook de zieken en ouderen, waar
nodig. Ook die mensen die niet
geloven en op onze weg komen,
kunnen we helpen. God heeft al-
len lief en we kunnen die liefde
praktisch doorgeven.