Laat wie eet hem die niet
eet niet kleineren en laat
wie niet eet hem die eet
niet richten, want God
heeft die tot zich genomen.
Romeinen 14:3
In vers 2 en 3 lees je de relatie
tussen sterken en zwakken in
het geloof. De sterken hebben
de genade van God in het goede
nieuws beter dan de anderen
kunnen verstaan. Zo zouden zij
ook de anderen meenemen in
zorg en goede aandacht. Doen
die sterken dat niet, dan blijken
ook zij enigszins zwak in geloof
te zijn. Het tot zich nemen lazen
we in vers 1; hier lezen we dat
God dit doet, en in 15:7 Christus
Die ook als voorbeeld dat deed
en doet. Dat is: de ander juist
niet van je afstoten wegens te
weinig of zwak geloof. Eerder
het tegenovergestelde: op- en
meenemen in je geloofskring,
in liefde en genade.