‘Mooi, de brief aan Titus.’
Noodzakelijk, omdat Titus oud-
sten moest aanwijzen. Met de
nodige instructies. Daarom ligt
wel wat nadruk op onderwijs én
de inhoud ervan. We lezen:
Want de genade van God is ver-
schenen: redding aan alle men-
sen Titus 2:11
Het is niet zo, dat de redding in
het bloed van Christus slechts
beschikbaar is voor alle mensen.
‘Dan ligt het alsnog bij de mens.’
Je kent de uitspraken: ‘Je moet
wel kiezen’ of ‘je moet het wel
aanpakken’ en zo meer. We le-
zen in dit vers, dat de redding in
het bloed van Christus werkelijk
voor alle mensen is. Geen onze-
kerheid of ze uiteindelijk gered
zijn. Nee. God is de Redder van
alle mensen, inzonderheid van
de gelovigen, 1 Timotheüs 4:10.
‘Erg wezenlijk, ja.’
Timotheüs, maar ook Titus, zou
dit bevelen en leren. Aan de op-
zieners en oudsten nadrukkelijk
doorgeven. Het evangelie van de
onbesnedenen omvat dit. De ge-
nade van God staat centraal; in
Hem, onze Heer Christus Jezus,
is die genade zichtbaar. Het werk
van Hem zal vrucht dragen; niet
30-, niet 60-, maar 100-voud. De
voltooiing wacht tot het plan van
eonen voorbij is. Allen gered.