Woord vandaag

‘Dus het gaat in vers 11-22 niet om aansluiting van de gelovigen uit de natiën
bij Israël?’

Het gaat om de vorming van het lichaam van Christus, los van Israël. Dat
Christus Jezus de Messias van Israël is en afstamde uit de koningslijn van
David (de stam Juda), is waar. Maar dat wil nog niet zeggen, dat dat dus be-
tekent dat de gelovigen toegevoegd worden aan Israël. Wat Paulus laat zien
is dat er een heel nieuw lichaam van Christus ontstaan is, dat niet als aparte
groep binnen Israël is en onder Israël ressorteert. De lijn waarop de twaalf
apostelen zitten is die van Israël als leidende natie. En als er mensen uit de
volkeren waren, die tot de God van Israël wilden naderen, dan moesten zij
aansluiting zoeken bij de Messias van Israël en zo opgenomen worden in
de ekklesia die het aardse koninkrijk ingaat.

‘Dan zit je dus op de lijn van Petrus, en geloof je in Jezus Christus en volg je
Hem na in Zijn voetstappen.’

Zo is dat. Als het gaat om werkelijke gelovigen die verzegeld zijn met de
heilige geest, dan hebben zij geen geestelijke groei. Zij blijven dan steken
in dat andere evangelie. Zij hebben alleen hooi en stro als zij bij de Heer
zijn, en dat verbrandt daar heel erg snel. Gelovigen die het evangelie naar
Paulus leren kennen, groeien wel geestelijk als zij meegaan in zijn bood-
schap en door zijn brieven verdiepen en groeien. Zij hebben straks goud,
zilver en kostbare stenen, die niet verbranden.

‘Maar degenen die zijn gaan geloven in die wonderlijke mix van geloofs-
waarheden dan, waarvan Paulus zegt dat het geen evangelie is?’

Zij zijn onder het anathema. Als zij van meet af aan daardoor zijn aange-
sproken en dat geloven. Ja, die hebben echt niets. Of zij echt geloven, valt
heel moeilijk vast te stellen. Zij zijn hoogstens religieus. God kan echter
door zoiets kroms toch mensen aanspreken, Hij laat ze door de inwerking
van Zijn geest het goede opnemen. Zij kunnen dan –door een geestelijke
worsteling misschien- loskomen uit deze wonderlijke mix. En zo toch als
verzegelden straks meegaan en weggerukt worden tot een ontmoeting met
Hem in de lucht.  

Woord vandaag

‘De verkondiging is simpel denk ik: God is liefde en almachtig en daar-
om zal Hij allen aan Zijn hart brengen.’

Hij verkondigt vrede. Dat zegt vers 17:

En in Zijn komen, verkondigt Hij als evangelie vrede aan jullie die veraf
en vrede aan hen die nabij waren

Deze vredesverkondiging geldt dus vanzelfsprekend beide groepen.
Jullie die veraf waren zijn de gelovigen uit de natiën en hen die nabij
waren
zijn de gelovigen uit Israël. Nu wordt dus verder duidelijk, dat

het gaat om afstand tot God. Dat is wat voorop staat. Dat beide groe-
pen nu dichtbij God gekomen zijn heeft automatisch tot gevolg, dat zij
ook dicht bij elkaar gekomen zijn!

‘Dit is nu voor mij steeds duidelijker aan het worden. Ik vond het altijd
zó’n moeilijk stukje.’

Vaak wordt dit uitgelegd als zouden twee groepen één zijn geworden en
dat dat betekent dat gelovigen uit de natiën aangesloten zijn bij Israël.
Dat is echter niet het geval. Het gaat in Efeziërs niet om aansluiting van
de gelovigen van de natiën bij Israël. Het gaat om iets heel bijzonders.
Het draait om een geheel nieuwe eenheid in het lichaam van Christus,
helemaal los van Israël, hoewel er gelovigen uit Israël in dat lichaam van
Christus zijn opgenomen.

‘Vandaar ook dat de wet in geboden en inzettingen buiten werking ge-
steld is (vers 15).’

Precies. Als Paulus de vraag stelt: ‘wat is het voordeel van de Jood en het
nut van de Besnijdenis?’ Dan antwoordt hij dat het eerste is dat aan hen
de woorden van God zijn toebetrouwd. Zij hadden de vooraanstaande
plaats te midden van de natiën, omdat zij het woord van God hadden. Het
licht in de duisternis! Zij ontvingen van Ieue Zijn woord en dat was vooral
de reden dat zij geheiligd waren onder de volkeren.
Nu de wet (Thora: onderwijzing) in geboden en inzettingen buiten werking
is gesteld, is er geen voorrang meer voor de Jood ten opzichte van de Griek!

Woord vandaag

‘We hebben een geweldige eenheid dus in het lichaam van Christus.’

We zien in dit gedeelte Christus Jezus aan het werk. Dat begon in vers 14:

Want Hij is onze vrede, die
– die beiden één maakt
– de middenmuur van de stenen omheining wegbreekt
– de wet van geboden in inzettingen buiten werking stelt
– opdat Hij de twee in Zichzelf tot één nieuwe mensheid zal scheppen
– vrede makend
– beiden in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal verzoenen
– de vijandschap erin dodend

Alsjeblieft! Maar liefst zeven activiteiten van Christus Jezus. Hij heeft alle
barrières weggebroken; zowel die tussen God en mens als die tussen de
twee groepen. Al wat gezegd wordt, ademt de diepe vrede, die Hij voor
al de leden van het lichaam is. Hij is het Hoofd!  

‘Fantastisch. Werkelijk geweldig, dat dat één en al genade is. Het is alles
Zijn werk.’

Ja je komt weer onder de indruk als je het even op een rij zet. Gewoon
wat er staat. Heerlijk toch? Uitstekend evangelie, het steekt ver boven de
andere evangeliën van de Schrift uit. Met kop en schouders. Nergens an-
ders lees je een evangelie dat zo totaal Zijn werk is. Niets van onszelf bij.
Daar word je en blijf je blij van. De totale uitdelging van alle mogelijke
vijandschap in het lichaam van Christus staat model voor dat wat alles
overheersend zal zijn in de nieuwe schepping: verzoening, vrede!

‘Wat een heerlijke toekomst wacht heel de schepping toch!’

Vrede, de totale uitdelging van alle vijandschap is door het kruis. Daar
werd in en door Hem, door Zijn dood die akelige vijandschap gedood.
En zo bracht God doorheen de dood van Zijn geliefde Zoon verzoening
tot stand. Hij maakte vrede door het bloed van Zijn kruis. Daarop en
daardoorheen brengt Hij de verzoening tot stand. Die zal heel de schep-
ping bereiken. Het is slechts een kwestie van tijd!

Woord vandaag

‘Wat dus ook gebeurde aan het kruis, is dat de vijandschap gedood
werd?’

Dit is wat in het lichaam van Christus al geldt. De apostel schrijft:

en beiden in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal ver-
zoenen, de vijandschap erin dodend

Paulus wijst op het ene lichaam waarin eenheid is. Er bestaat geen
onderscheid meer in dat lichaam. Geen verschil meer op grond van af-
stamming of religieuze achtergrond. Zoals eerder door Paulus gezegd
in Galaten 3:26-28, er is geen verschil meer tussen Jood en Griek, slaaf
of vrije, mannelijk of vrouwelijk. Hier staat de eenwording in Christus
Jezus van twee groepen (gelovigen uit Israël en uit de natiën) op de
voorgrond. De verzoening is wederzijds, tussen deze twee groepen.

‘Dus de vijandschap erin dodend heeft te maken met het lichaam van
Christus?’

Doordat Hij aan het kruis stierf, werd ook de vijandschap gedood. Deze
vijandschap was zichtbaar in Zijn vlees. Hij was besneden op de 8e dag,
op zichzelf is de 8 al een heenwijzing naar de nieuwe schepping. De
letterlijke besnijdenis was een aanduiding van het voorrecht dat Israël
had. Daarin lag een vleselijk verschil. Dit leverde vijandschap op tussen
Israël en de natiën. Mensen uit de natiën mochten in die tijd niet nade-
ren tot het heiligdom, de tempel. Zij werden door de Joden tegenge-
houden, middenmuur van de stenen omheining was daar de uiting van.

‘De vijandschap is dus gedood aan het kruis toen Hij stierf?’

Door het kruis werd Zijn oude situatie, Zijn leven op aarde beëindigd.
Daarmee ging ook de vijandschap in de dood. En is er vrede in het lichaam
van Christus. Daardoor een eenheid die in de wereld niet voorkomt.
In elk geval zal er in het volledige lichaam na de bazuin, als dat boven bij
Hem is, geen enkel spoortje vijandschap meer zijn. Het lichaam hoort al
bij de nieuwe schepping. In Christus zijn wij dat al. Wij genieten van de
genade en de vrede die eens de totale nieuwe schepping zullen regeren!  

Woord vandaag

‘Wat een prachtige waarheid zit in dit gedeelte.’

Het spreekt onder meer van eenheid en dus van de nieuwe schepping
waarin alles één is. Dat blijkt uit de twee woorden die nu volgen en
één woord in het Grieks weergeven: vrede makend. In dit stukje wordt
4 keer die vrede benadrukt: Hij is onze vrede (vers 14), vrede makend
(vers 15), vrede (2x, vers 17). In de nieuwe schepping, die geestelijk is,
heerst vrede. Dit in tegenstelling tot de oude waar het vlees kenmer-
kend is. Daarin is sprake van vijanden en vijandschap.

‘Mooi om deze verschillen te zien.’

Het gaat in dit stukje over twee groepen die één zijn geworden, en dat
is de vrucht van het kruis. Aan het kruis werd de vijandschap gedood.
Waarom? Omdat daar het vlees, de oude mens meegekruisigd werd.
Het vlees werd gedood, en daarmee de vijandschap. Het resultaat is
vrede, die door het bloed van Zijn kruis tot stand gebracht werd. Dat
klinkt ook in Kolossenzen 1:19,20.

‘Dus het is daarom vrede tussen die twee groepen?’

Ja, dat staat in vers 16 van Efeziërs 2:

en beiden in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal ver-
zoenen, de vijandschap erin dodend

Hier wordt het belangrijkst genoemd: met God wederzijds verzoend.
De twee groepen delen in de vrede met God. De verzoening met God
is een feit sinds het kruis en de opstanding van Christus. Dat staat
voorop. Daarbij komt, dat er vanuit die wederzijdse verzoening met
God óók onderlinge verzoening tot stand gebracht is. Dus tussen die
twee groepen (uit Israël en uit de natiën) is ook vrede gemaakt!