‘Kun je verschillende stappen of fasen van Zijn verhoging onder-
scheiden in Efeziërs 1?’
Eerst wekte Vader Hem op uit de doden. Een geweldige kracht was
daarvoor nodig. Daarna werd Hij verhoogd aan de rechterhand van
God. Voor die verhoging was nog meer kracht nodig. En vervolgens
is Hij gezet(en) aan Gods rechter(hand). Dus drie stappen: opwek-
ken, verhogen, gezeten zijn. Dat laatste is de Koninklijke rust, die Hij
bezit – nu.
‘En wij hebben te maken met Zijn rust?’
Misschien kun je het zo zien: Opwekking uit de doden bracht Hem
terug in het leven te midden van Zijn geliefde discipelen.
Verhoging tot in de hemel bracht Hem in Gods tegenwoordigheid,
waar Hij eerst ook was voor Hij mens werd.
De rust is van Hem aan Gods rechter(hand) toen Zijn werk eenmaal
tot stand gebracht was.
Toen Hij in de geweldige ochtend van de opstanding Maria ontmoet-
te, zei Hij dat zij Hem niet mocht aanraken omdat Hij nog niet naar de
Vader opgestegen was (Johannes 20:17). Enkele dagen daarna nodig-
de Hij Thomas uit de hand in Zijn zij te leggen (Johannes 20:27).
‘Opmerkelijk ja.’
Het lijkt duidelijk, dat Hij op de dag van Zijn opstanding opsteeg naar
Zijn Vader. Dat gebeurde opdat Hij de lofprijzing in de hemel zou ont-
vangen. Daarnaast ontving Hij ook Zijn beloning en rust aan Gods
rechter(hand). Dit wijst in onze richting. De 40 dagen die Hij nog met
Zijn discipelen/apostelen was, hadden niet te maken met Zijn (op-)
hemels koninkrijk, maar met dat van Hem op aarde. Zelfs Zijn zicht-
baar opstijgen vanaf de Olijfberg had te maken met Zijn terugkeer
op diezelfde berg. Het had niets te maken met Zijn (op-)hemelse ver-
hoging en plaats nu!