‘Je leest in de nieuwsberichten over een minister in Israël die uitspreekt
dat men verlangt een Tempel te bouwen in Jeruzalem.’
Dat is een verlangen dat vooral in Israël door het Tempel-instituut wordt
uitgedragen. Men heeft alle instrumenten voor de dienst in de Tempel al
klaarliggen. Zelfs de rode koe (moet echt helemaal rood zijn) is inmiddels
weer present, zodat men de as van die koe weer kan gebruiken voor be-
paalde rituelen die in de Thora beschreven staan. Er staat ook in een vi-
trine buiten een grote Menorah van goud, die in het heilige moet komen.
‘Ja, dat alles is al klaar, alleen het wachten is op een Tempelbouw op de
tempelberg.’
Dat brengt vanzelfsprekend grote politiek-religieuze problemen met zich
mee, als men dat wil realiseren. Maar volgens Paulus zal er een Tempel
komen, in 2 Thessalonicenzen 2 staat, dat de wetteloze zich als een god
in de Tempel van God zal zetten en zich zal laten aanbidden. Daarin past
dat men nu steeds openlijker spreekt van een tempelbouw in Jeruzalem.
Dit moet zo zijn beslag krijgen, alleen weten wij het tijdpad niet. Vader
heeft alles vastgelegd, exact wanneer iets zal plaatsvinden.
‘Ja en Paulus schrijft in Efeziërs 1:11 dat God alles bewerkt in overeenstem-
ming met de raad van Zijn wil.’
Daarom zal een Tempel er komen, wanneer? Dat is door de Vader bepaald.
Misschien gaat het onderdeel vormen van de vredesregeling die er moet
komen, dit proces is al heel wat jaren bezig. Maar er zal een oplossing moe-
ten komen voor het conflict wat daar al zoveel jaar speelt. Het verbond
met velen zal gesloten/bekrachtigd worden als de tijd daar rijp voor is. Wel-
licht duurt het wachten voor ons lang, maar elk jaar zijn we er weer een
dichterbij gekomen en bovendien zal eerst de bazuin van God klinken!