Te midden van de hemelingen. Wie zijn dat
waar is dat? Goede vragen die antwoord
verdienen. Dat werd gepoogd uit de Schrift.
Naluisteren: deel A en deel B
Woord vandaag
Ík nu leefde eens los van wet;
het gebod nu kwam, en de
zonde leefde op, maar ík stierf
Romeinen 7:9
Voordat (de Mozaïsche) wet in
het leven van Saulus kwam wist
hij nauwelijks wat (verboden)
begeerte was. Toen het gebod
(de geboden samen) kwam,
gebeurde in hem iets.
De wet activeerde de zonde. Die
was ‘slapend’ in hem aanwezig,
en werd wakker. Bij het eerste
gebod attendeerde de slang
Adam en Eva op de boom van
kennis. De tegenwerker was er
snel bij om verder te prikkelen
tot zonde. Hoe? Door twijfel te
zaaien inzake Gods woord.
Om dat vervolgens glashard te
ontkennen. Gevolg: sterven en
uiteindelijk de dood. Dit schrijft
de apostel in het kort in vers 9.
Nieuwheid van geest (vers 6b) is
wat God geeft, net als geloof.
Woord vandaag
De zonde nu, aansporing
nemend door het gebod,
effectueert in mij iedere
begeerte. Want los van wet
is zonde dood.
Romeinen 7:8
De vraag: de wet is zonde? (7:7)
wordt nu beantwoord. Het punt
is de inwonende zonde. De wet
is niet fout, maar de zonde in het
vlees veroorzaakt begeerte naar
wat de wet verbiedt. Dat in de
Mozaïsche wet de doodstraf
stond op overtreding van die wet,
was/is voor het vlees geen reden
het niet te doen. Integendeel.
Romeinen 5:20 zegt immers:
de wet nu, is er bij in gekomen,
opdat de krenking zou toenemen
De wet maakte zichtbaar dat een
zonde een overtreding is. Ja zelfs
krenking van God is.
De wet activeert de zonde:
los van wet is zonde dood.
Radicale verandering was nodig:
de kruisiging van onze Heer. God
bewees daarmee Zijn liefde.
Woord vandaag
Wat dan? Zullen wij uitspreken:
de wet is zonde? Moge het
niet gebeuren! Maar ik ken de
zonde niet tenzij door de wet,
want ik was bovendien niet
bekend met begeerte, tenzij
de wet zei: ‘Jij zal niet begeren.’
Romeinen 7:7
De wet op zich, daar is niets
verkeerds aan. Dat is ook Gods
woord. Het punt is, zoals in (7:5)
naar voren kwam: wet prikkelt
de mens tot zonde. Het wijst op
normen voor de mensen.
De zonde in het vlees reageert.
Het wil niet anders dan normen
passeren. Het vlees is zwak en
de mens zondigt, overtreedt de
regels. Woord nummer 10 is: jij
zal niet iets begeren dat van je
naaste is. Wanneer het vlees
(en de zonde daarin) dat hoort,
gaat het juist begeren wat in dat
tiende woord verboden werd.
Die begeerte kan aanwezig zijn,
zonder dat andere mensen dat
merken. Je weet zelf maar al te
goed dat het zo is.
Woord vandaag
zo dat wij slaven in nieuwheid
van geest en niet in oudheid
van letter.
Romeinen 7:6b
De oude situatie is voorbij. Fijn
om geen slaaf meer te zijn van
zonde, al dan niet onder de wet.
Het nieuwe is de geest van God
die in ons is komen wonen. Die
is in iedere gelovige. Dat nieuwe
eonische leven doet je de ware
vrijheid beleven. Dan dien je als
slaaf een Heer Die barmhartig
en liefdevol is. Een, Die kracht
geeft om te doen wat tot Zijn
eer is. Voor de Joodse gelovigen
is de oudheid van de letter (die
doodt) voorbij. Vrij, ontspannen
leven, God de eer.