‘Zeg, Paulus benadrukt zijn bediening voor de natiën in deze verzen
van Efeziërs 3.’
Hij wil zijn knieën gaan buigen voor de Vader van de heerlijkheid. Dat
doet hij naar aanleiding van de onthullingen in hoofdstuk 2 van
Efeziërs.
Daarin worden twee aspecten van het Efeze-geheimenis bekend. In
vers 11-22 wordt het tweede ‘wat…’ uit zijn gebed van hoofdstuk 1 uit-
gewerkt. En dat is het derde aspect van het Efeze-geheimenis. Het ge-
bed was:
wat de rijkdom van de heerlijkheid van Zijn lotgenieting te midden van
de heiligen is
Dit aspect zegt wat het Efeze-geheimenis voor de leden van het lichaam
onderling betekent. Dat hebben we inmiddels uitvoerig gezien. Alle vij-
andschap tussen de leden onderling is weg, in de geest. In de geest is er
ook vrije toegang tot de Vader voor alle gelovigen op gelijk niveau. Er
wordt niet langer gekeken naar afstamming in de nieuwe schepping, dat
speelt geen enkele rol meer.
‘Een woonplaats van God, in de geest! Geen wonder dat Paulus wil dan-
ken voor die heerlijkheid.’
Hij onderbreekt dat dus in verband met een verdere uitleg die hij gaat
geven over de tijd waarin we nu leven. Hij sprak immers in 2:11,12 over
in die era en over thans echter. Het gaat om verschillende tijdsperiodes.
De tegenwoordige tijd wordt gekenmerkt door beheer van genade. God
deelt genade toe! En dat niet een beetje, overstromende genade! God
heeft de sluizen wijd open gezet. Sinds Golgotha is voor Hem de zonde
weggedaan. Het is een kwestie van tijd, dat de zonde definitief uit het
universum zal zijn verdwenen.
‘Op Golgotha droeg Hij, Jezus Christus, de zonde van heel de wereld.’
Hij werd tot zonde gemaakt. Opdat wij zouden worden: Gods gerechtig-
heid in Hem. De leden van het lichaam van Christus worden niet langer
als zondaar gezien, zij zijn in Christus Jezus. Dat betekent niet, dat zij
niet meer kunnen zondigen in de praktijk van elke dag! Juist daarom
zijn zij zich bewust, dat zij leven onder genade en niet onder wet of on-
der de zonde. Heerlijk, dat nu al te beseffen; dat geeft kracht tot een
leven dat Hem eert!