Geciteerd

COLUMN TIM

Het nieuwe liedboek
“Soms is het jammer dat ik niet meer in de PKN zit. In onze kleine evangelische
gemeente is het maar rustig. Nee, dan de PKN: daar is altijd wat te beleven.
Zeker 
nu verschillende liturgiecommissies zich mogen buigen over het nieuwe
Lied
boek: reden voor een hoop herrie in de tent.

Er is jaren over vergaderd: zelden zijn liederen zo uitvoerig bediscussieerd en
was de afweging zo zorgvuldig onderbouwd. Het resultaat: niemand is tevreden.
De feministen vinden het Liedboek te patriarchaal, de evangelischen te vrijzin-
nig, de vrijzinnigen te orthodox, en volgens kerkmusicus Dirk Zwart deugt er
helemaal niets van omdat zijn liederen niet zijn opgenomen. je zou haast den-
ken dat niemand dit Liedboek wil, maar dat is voor de PKN het signaal dat er gas
gegeven moet worden. Zij opereren bij voorkeur op basis van absolute onenig-
heid.

Aan al die lokale liturgiecommissies nu de dankbare taak om het Liedboek in
te voeren. Oeverloos vergaderen: gaan we liederen boycotten? Mogen we nog
uit andere bundels zingen? Hoe gaan we de organisten overtuigen om opwek-
kingsliederen te spelen? Het wordt weer op eieren lopen om alle kikkers die hun
eigen  liedjes kwaken in de kar te houden.
Hoe anders gaat het in de evangelische beweging. Daar worden jaarlijks zo’n 20
nieuwe liederen moeiteloos geïntroduceerd. Geen liturgiecommissie buigt zich
erover, geen gemeentelid fronst de wenkbrauwen. En laten we wel wezen, over
die liedteksten voor veel minder diep nagedacht: sommige hebben een diepgang
waarmee je moeiteloos de overkant haalt zonder zwemdiploma. Ons geheim: we
hebben bijvoorbeeld geen boekjes meer, maar projecteren de teksten. Dat is ook
een manier om liedteksten niet te diep op je te laten inwerken. Voordat je door
hebt wat je in werkelijkheid zingt ben je alweer bij de volgende slide aanbeland.
Sommigen zingen het met hun ogen dicht. Waarschijnlijk om niet al te zeer ge-
confronteerd te worden met de tekst. Problematisch? Nee hoor, want over een
half jaar zingen we ze al niet meer. Voordat we verzet hebben georganiseerd te-
gen een aantal liederen, golft er een nieuwe lading over ons heen.
De PKN zou ook zoiets kunnen doen: geen 1419 liederen in één keer, maar elk
jaar 20 stuks lanceren op de PKNsterconferentie.
Dirk Zwart wil vast zangleider zijn.”

Gepubliceerd in Visie 30/31 van 2013, blz. 7
Tim van Wijngaarden (34), (liedjes)cabaretier, Culemborg.

Woord vandaag

‘God en Zijn woord centraal. Dat zou toch voor elke gelovige vanzelf
moeten spreken?’

Dat wel. Maar velen hebben toch liever andere activiteiten waarin ze
zichzelf kwijt kunnen. Met Gods woord raak je jezelf kwijt, in die zin
dat het kruis een einde maakt aan de oude mens. Dat is wat in de brie-
ven van de apostel klinkt. En daar zit een belangrijk punt. Waar een
mens niet wil rekenen zoals God rekent, komt hij in de problemen met
deze brieven. En dan kun je verschillende reacties krijgen. Zowel van-
uit de ziel als vanuit het vlees, of wellicht een combinatie van die twee.

‘Welke reacties zie je zoal?’

Men wil mensgericht bezig zijn, al dan niet bewust het verticale aspect
(God en Zijn woord) achterlatend. Dat zouden we goed bewust zijn, als
we met allerlei mensen te maken hebben. Dat vooral mensgericht bezig
zijn klinkt mooi, het gaat doorgaans ten koste van wat het belangrijkste
is: Christus Jezus. Zoals Kolossenzen 1 dat zo bijzonder aangeeft:

opdat Hij in alles de eerste wordt

Het spreekt voor zich, dat het mensgericht bezig zijn een zielse reactie
is. Een andere reactie is een vleselijke: samenkomsten waar Gods woord
klinkt, mijden. Dat kan met allerlei goed klinkende redenen gedaan wor-
den, maar daar waar iemand structureel samenkomsten ontloopt, blijkt
dat er vleselijke motieven een rol spelen.

‘Er kan ook heftig bestreden worden wat gesproken wordt.’

Daar laten mensen zich gebruiken door de tegenstander om vurige pijlen
af te vuren op het gesprokene en de spreker. Soms dringen de scherpe
woorden uit Romeinen 3 zich dan aan je op:

slangenvenijn is onder hun lippen
hun mond is vol vervloeking en bitterheid

We zien, dat gelovigen op zulke momenten niet anders zijn dan onge-
lovigen, als zij op dezelfde manier als ongelovigen tekeer gaan. Dat is
nogal vleselijk. Men laat zich leiden door de eigen vleselijke denk-
zin in plaats van verzoenende gedachten.

‘Dat laatste klinkt niet bepaald vredig, als men zo reageert.’

Dat is een succes voor de tegenstander, die erin geslaagd is de gelo-
vigen tegen elkaar uit te spelen en te verdelen. Waar de gelovigen
één lijn zouden trekken, daar is de slang er snel bij om verdeeldheid
te veroorzaken en speelt in op het vleselijke en zielse van de mens.
Geestelijk denken en handelen leer je bij Paulus. De gezindheid van
de geest is leven en vrede. De diepe vrede van God, die zou ons hart
regeren, zodat we in de praktijk najagen wat de vrede en de onder-
linge opbouw bevordert!

Woord vandaag

‘Het lichaam van Christus blijft iets aparts, vind ik.’

Dat is het ook. Heel anders dan Israël. De plaatselijke gemeente is
een uitdrukking van het wereldwijde lichaam van Christus. Het is
een groep mensen die voornamelijk samenkomen rond het woord
van God, want alleen daarin is leven. Het leven van Christus, dat Hij
ons gegeven heeft door Zijn geest. Dat wordt gevoed en gebouwd
door de uitspraken van het woord van God, in het bijzonder de waar-
heden die Paulus in zijn brieven mocht neerleggen.

‘In het begin kwamen de mensen in huizen bij elkaar?’

Ja, dat lijkt er wel op, hoewel er mogelijk ook samenkomsten in wat
groter verband werden gehouden, zoals Paulus in de school van een
zekere Tyrannus de mensen onderrichtte nadat hij uit de synagoge
moest om wat hij predikte. Dat deed hij dagelijks. In de regel bezoe-
ken mensen vandaag de dag hooguit 1 dienst op zondag waar zij –als
het meezit- een half uur iets uit Gods woord horen. Daarnaast lijkt
het mensen steeds meer moeite te kosten om door de week iets
van Bijbelstudie te bezoeken.

‘Eén keer per twee weken lijkt al te veel voor sommigen.’

Zeker. Men wil soms graag nieuwe vormen, een gespreksvorm waarin
weinig ruimte wordt gelaten voor echte Bijbelstudie. Het lijkt erop
dat dat bij Paulus zo niet ging. Maar wat we vandaag zien is dat er veel
kerken zijn waarin de kerkenraad over van alles en nog wat heel wat
vergadert, maar geen ruimte reserveert voor Bijbelstudie. Anderen wil-
len liever praktisch en veel de handen uit de mouwen steken om men-
sen te helpen. Goed. Er blijft in zulke praktisch gerichte groepen vaak
geen tijd over voor opbouwende, gedegen Bijbelstudie. Maar ze doen
in elk geval iets, vinden zij zelf.

‘In vrijwel alle gevallen komt het Woord steeds minder aan bod.’

Sommigen merken dan ook (mijns inziens terecht) op, dat we in de
tijd van Laodicea leven: men is lauw geworden, oftewel: volkomen
onverschillig ten opzichte van de inhoud van het Woord van God:
Christus zelf, die nu eenmaal centraal staat in de Schriften. Hij is ten-
slotte de uitvoerder van Gods voornemen van eonen. En dat is nogal
wat! Waar hoor je nog over zoiets als: Gods voornemen van de eonen?
In veel plaatsen is men naar eigen zeggen goed en humaan bezig,
mensgericht (horizontaal). Mij valt dan direct het ontbreken van de
verticale lijn op: God en Zijn woord, Christus!

Woord vandaag

‘God en Zijn woord centraal. Dat zou toch voor elke gelovige vanzelf
moeten spreken?’

Dat wel. Maar velen hebben toch liever andere activiteiten waarin ze
zichzelf kwijt kunnen. Met Gods woord raak je jezelf kwijt, in die zin
dat het kruis een einde maakt aan de oude mens. Dat is wat in de brie-
ven van de apostel klinkt. En daar zit een belangrijk punt. Waar een
mens niet wil rekenen zoals God rekent, komt hij in de problemen met
deze brieven. En dan kun je verschillende reacties krijgen. Zowel van-
uit de ziel als vanuit het vlees, of wellicht een combinatie van die twee.

‘Welke reacties zie je zoal?’

Men wil mensgericht bezig zijn, al dan niet bewust het verticale aspect
(God en Zijn woord) achterlatend. Dat zouden we goed bewust zijn, als
we met allerlei mensen te maken hebben. Dat vooral mensgericht bezig
zijn klinkt mooi, het gaat doorgaans ten koste van wat het belangrijkste
is: Christus Jezus. Zoals Kolossenzen 1 dat zo bijzonder aangeeft:

opdat Hij in alles de eerste wordt

Het spreekt voor zich, dat het mensgericht bezig zijn een zielse reactie
is. Een andere reactie is een vleselijke: samenkomsten waar Gods woord
klinkt, mijden. Dat kan met allerlei goed klinkende redenen gedaan wor-
den, maar daar waar iemand structureel samenkomsten ontloopt, blijkt
dat er vleselijke motieven een rol spelen.

‘Er kan ook heftig bestreden worden wat gesproken wordt.’

Daar laten mensen zich gebruiken door de tegenstander om vurige pijlen
af te vuren op het gesprokene en de spreker. Soms dringen de scherpe
woorden uit Romeinen 3 zich dan aan je op:

hun keel is een open graf
met hun tong plegen zij bedrog
slangenvenijn is onder hun lippen
hun mond is vol vervloeking en bitterheid

We begrijpen dat gelovigen op zulke momenten niet anders zijn dan on-
gelovigen, als zij op dezelfde manier als ongelovigen tekeer gaan. Dat is
nogal vleselijk. 

Woord vandaag

‘We zijn bijzonder gezegend als gemeenteleden, omdat wij de eers-
ten zijn die delen in Gods heerlijkheid.’

Al het geschapene is in de Zoon van Zijn liefde geschapen. Dat geldt
helemaal voor de gemeente, die Zijn lichaam is. Net zoals Eva in Adam
was en in de diepe slaap van Adam uit Adam gebouwd werd, zo werd
de gemeente uit Christus genomen en gebouwd in en na Zijn diepe
slaap (de dood). Eva was nooit de bruid van Adam, de gemeente is
evenmin de bruid van Christus (laatstgenoemde uitdrukking : ‘bruid
van Christus’ komt niet voor in de Schrift). Om deze waarheden gaat
het, als Paulus opmerkt: dit geheimenis is groot, ik zeg het echter
over Christus en over de gemeente
.

‘Geen andere schrijver laat zo zien wat de gemeente, het lichaam
van Christus is.’

De onthulling dat er een afzonderlijke ekklesia geroepen zou worden
in de tijd die ‘het beheer van het geheimenis’ genoemd wordt, lezen
wij alleen en uitsluitend bij Paulus. Geen andere schrijver heeft het
over het lichaam van Christus. Deze ekklesia heeft een heel bijzondere
roeping en bestemming, los van Israël. Het is voor velen niet eenvou-
dig deze lijnen uit elkaar te houden. Dat komt omdat de tegenwerker
er bijzonder in geslaagd is, de christenheid te verblinden en te verwar-
ren door deze geestelijke lijnen door elkaar te halen en tot één grote
‘soep’ te maken.

‘Als je dit onderscheid niet ziet, dan zie je ook niet wat de gemeente
precies is.’

De gemeente die Zijn lichaam is, is een organisme en geen organisa-
tie met een bestuur zoals in de wereld. In de plaatselijke uitdrukking
van de gemeente is Christus ook het Hoofd, dat blijft zo. Bij de dage-
lijkse dingen die spelen ligt het bij oudsten en opzieners om voor te
staan en waar nodig geestelijk en eventueel materieel te helpen.
Denk aan wat Paulus bijvoorbeeld schrijft in 1 Timotheüs 5 over de
weduwen. Een prachtig voorbeeld hoe dingen in de praktijk werken
en in datzelfde hoofdstuk worden dan ook de oudsten genoemd.
Waar onregelmatigheden zijn, zou de oudste (of oudsten) optreden
als degene die helpt om de onregelmatigheid op te lossen.

‘Wel mooi, hoe God het geregeld heeft, Paulus laat dat zien.’

De oudsten komen eigenlijk in een gemeente min of meer op den
duur vanzelf naar voren. Opzieners hebben mogelijk nog extra be-
trokkenheid in pastoraal opzicht. Zij merken op, wat een gemeente-
lid nodig heeft in geestelijk opzicht als er nood is. Het is Gods wijs-
heid dat er oudsten zijn die met geestelijke wijsheid kunnen functi-
oneren in de plaatselijke gemeente.