‘In 1 Corinthiërs 15:43 staat, dat ons lichaam nu oneer kent, maar in de opstan-
ding heerlijkheid.’
Niet alleen nu, het wordt in de allergrootste oneer gezaaid nadat we zijn over-
leden. Dat zal niet iedereen overkomen, een groep zal in leven zijn als de bazuin
klinkt voor ons. Dat zal wat zijn hoor. Het lichaam wordt te Zijner tijd opgewekt
in heerlijkheid. Let op het contrast: oneer tegenover heerlijkheid!
Wat een onvoorstelbare verandering zal Hij geven als dat gebeurt! In Romei-
nen 8 zegt Hij het nog wat sterker: ‘weegt niet op tegen’. Het lijden, de oneer;
het wordt dan omgezet in allesoverstijgende heerlijkheid!
‘Hij zegt ook tegen ons in 1 Corinthiërs 7: ‘broeders, de tijd is kort’.’
Nou en of. Het zal er zomaar zijn. Verder gebruikt Hij de tegenstelling in vers 43
van 1 Corinthiërs 15, van zwakheid en kracht. Letterlijk: onfermheid tegenover
kracht, vermogen. En wat een enorme kracht heeft de Vader getoond in het op-
wekken van Zijn geliefde Zoon, zoals Efeziërs 1:18,19 dat zegt! Diezelfde kracht
werkt nu in ons en zal dan op die grote dag in volheid gaan werken in al die leden
van het lichaam van Christus, tot Zijn eer en heerlijkheid. We zijn er zeker van,
dat Hij, Christus Jezus, ook uitkijkt naar dat grote gebeuren!
‘Groots, wat een ontmoeting krijgen wij met Hem in de lucht.’
Wat is dat geweldig, enorm. We kunnen daar niet te groot van denken. Hij heeft
ons alles beloofd en zal dat 100% zeker gaan vervullen, ál Gods beloften zijn ‘ja’
en ‘amen’ in Hem. Rotsvaste zekerheid bieden deze woorden van genade, zulke
bijzondere gebeurtenissen zijn nooit aan Israël beloofd. Zij hebben ook aparte
beloften, maar die zijn puur aards. De beloften die wij ontvangen zijn op en top
hemels. Ons domein behoort de hemelen toe, waaruit wij ook onze Redder ver-
wachten, Christus Jezus, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het ge-
lijkvormig wordt aan Zijn eigen heerlijkheidslichaam!