In Kolossenzen 3:13 spreekt de
apostel over genade schenken.
Hoe is dat en hoe werkt dat in
de praktijk onder gelovigen?
Naluisteren: deel A en deel B
Woord vandaag
Want wij horen dat sommigen
onder jullie ongeregeld wandelen,
niet werken, maar rondhangen.
Hun nu dragen wij op en spreken
wij aan in de Heer Jezus Christus,
opdat zij, in alle stilte werkend,
hun eigen brood eten.
2 Thessalonicenzen 3:11,12
Paulus zegt dit duidelijk, en toch
is de ondertoon genade. Het is de
gewoonte, dat degenen die arm
en behoeftig zijn ondersteuning
krijgen van gemeenteleden. Als
je echter wel in staat bent om te
werken en zo in je onderhoud te
voorzien, dan is dat de weg.
Bovendien kun je dan de genade
ervaren, dat je de behoeftige kan
helpen. Dat is de weg die Paulus
ons wijst. Hij spreekt ons aan in de
Heer Jezus Christus; en wijst zo op
de dienende houding van Hem,
Die alles voor ons gaf.
Woord vandaag
Want ook toen wij bij jullie
waren, droegen wij dit aan
jullie op: indien iemand niet
wil werken, laat hij ook
niet eten!
2 Thessalonicenzen 3:10
In de tijd dat Paulus dit schreef
had je geen sociale voorzieningen
zoals wij nu in Nederland hebben.
Wanneer iemand door gebreken
en/of oud zijn niet kon werken,
was men van anderen afhankelijk.
De verlamde bij de schone poort
was zo iemand. Paulus geeft aan,
dat indien iemand niet wil werken
(maar het dus wél kan), dán geldt
wat hij zegt. Sommigen dachten
dat de dag van de Heer al aange-
broken was. De beide brieven la-
ten echter zien, dat het anders
lag. We zien uit naar de bazuin in
onze dagen, tot die heerlijke dag
gaan we door, actief, en voorzien
in eigen levensonderhoud (voor
zover we dat kunnen). God geeft
-in alles- wat nodig is!
Woord vandaag
Niet, dat wij geen volmacht
hebben, maar opdat wij onszelf
aan jullie geven tot voorbeeld,
om ons na te volgen
2 Thessalonicenzen 3:9
Paulus had, omdat hij apostel en
evangelist was, het recht om van
het evangelie te leven. Maar van
dat recht maakte hij geen gebruik.
Het was een prachtige illustratie
van de genade van God die hij vele
jaren kon verkondigen. Hij kon het
om niet, gratis dus, brengen. Men
hoefde niet in levensonderhoud te
voorzien. Zo werkte hij nacht en
dag om dat bevrijdende evangelie
door te geven. Wet bevrijdt een
mens niet, genade van God wel.
Dat werd op allerlei manieren in
het leven van de apostel en mede
arbeiders getoond. Dat voorbeeld
mogen wij navolgen!
Woord vandaag
Noch aten wij gratis brood van
wie dan ook, maar in moeite en
inspanning zijn wij nacht en dag
aan het werk om niet belastend
te zijn voor iemand van jullie.
2 Thessalonicenzen 3:8
Hier zien we de fijne ootmoedige
houding van Paulus. Zo’n uiterst
rijke boodschap van genade wilde
hij om niet brengen. Niemand tot
last zijn, alleen van de Heer willen
zijn. Die voorzag in alle behoeften
zoals hij dat in Filippenzen 4:19
aangeeft:
Mijn God nu zal iedere behoefte
van jullie vervullen in overeen-
stemming met Zijn rijkdom, in
heerlijkheid, in Christus Jezus.
Dat is alles. We kunnen Hem
danken, Die ons zó liefheeft.