Handelingen studie 21

Ananias en Saffira wilden iets achter-
houden en toch indruk geven dat ze
alles brachten. Dat was niet in orde,
het was hypocriet. Dat had ernstige
gevolgen. Anderen vreesden enorm
na dit ingrijpen, wonderen en tekenen
gebeurden, dat zal ook in de nabije
eindtijd zo zijn. Naluisteren kan hier.

Woord vandaag

Want júllie zijn onze heerlijkheid 
en vreugde.
        1 Thessalonicenzen 2:20

Bij Paulus was dat reeds het ge-
val toen hij zijn brieven aan hen
schreef. De vreugde die het evan-
gelie van de genade van God in
Christus
bracht en brengt, is groot.
Natuurlijk is in de grondtekst het
woord genade nauw verbonden
met vreugde. Zo is dat bij ons -en
vele anderen voor ons- geweest.
Het kan wel een tijd duren voor-
dat het hart de genade van God in
waarheid
leert (Kolossenzen 1:6)
kennen. Die hele brief spreekt van
het geheimenis van Christus, dat
bol staat van de liefde van God.

Woord vandaag

Want wie is onze verwachting, of 
vreugde, of erekrans? Of zijn ook 
jullie dat juist niet, vóór onze Heer 
Jezus in Zijn aanwezigheid?

        1 Thessalonicenzen 2:19

Hier spreekt Paulus van het in de
aanwezigheid (niet: komst) van de
Heer Jezus Christus zijn. Wanneer
wij bij Hem zijn, is dat: voor Hem,
ofwel: voor Zijn aangezicht. Aller-
eerst: de bema (of erepodium),ja
daar zullen wij zijn. Dat is nu nog
toekomstig, maar het nadert snel.
Paulus verheugt zich erop, en ziet
dat de Thessalonicenzen dan zijn
vreugde, ja zelfs erekrans vormen.
Die grote verwachting koesterde
hij en dat is ook de onze. Arbeiders
in het woord, die nu moeite doen
om het uit te brengen, ja zij zullen
in die dag zien wat Hij door hen be-
reikte! Paulus zal verbaasd zijn als
hij ziet hoe veel de Heer door zijn
brieven heeft bewerkt.   

Woord vandaag

omdat wij naar jullie toe wilden ko-
men -ja ik, Paulus, zelfs een- en an-
dermaal- en satan hinderde ons.

       1 Thessalonicenzen 2:18

Hier lees je hoe dingen werken in de
geestelijke wereld. Paulus wilde op-
nieuw naar deze gelovigen toe gaan.
Toch bleek dat verhinderd te worden.
De omstandigheden leidden ertoe:
het lukte niet. De tegenstander van
God is steeds actief om gelovigen te
hinderen in hun dienen van de Heer,
in hun bij elkaar willen komen. Dat
was toen zo en vandaag de dag nog
steeds. Tegenwerkende kracht(en)
zijn immer aanwezig en we doen er
goed aan de hele wapenrusting van
God te dragen. Efeziërs 6:12-20 laat
dat zien; pak de fijne studie van H.H.
Rocke er dan eens bij: Lees PDF.