25 december 2019
‘Tot aan de bazuin.’
Dat geldt elk lid van het lichaam van
Christus. Want dit is wat we lezen:
want het loon dat de zonde geeft, is
dood, maar het genadegeschenk van
God is eonisch leven in Christus Jezus
onze Heer
Romeinen 6:23
Een bijzonder woord dat bemoedigt,
aanspreekt en opbouwt. Jakob koos
zijn eigen weg en was 20 jaar niet in
het land. Je kunt zeggen: hij ging te-
gen Gods geopenbaarde wil in.
‘Hij verliet het beloofde land.’
Angst voor Esau was zijn raadgever.
Dé omgeving van zegen was immers
het beloofde land. En toch bleek Jah-
weh werkelijk Ik ben te zijn. Hij was
er, toen Laban aan Jakob Lea gaf, niet
Rachel. De slimmerik kreeg ook slim-
heid tegen zich. Toch bleek Jakob ge-
zegend, want hij was drager van het
eerstgeboorterecht én zegen die er-
mee verbonden is. Lea en Rachel (in
later stadium) kregen kinderen.
‘Kinderen zijn gunst van Jahweh.’
Jakob kreeg liefst 13 kinderen; het
volk Israël ontstond juist uit deze Ja-
kob, die kromme wegen ging (Luz).
Later heet die plaats Bethel, dat is:
huis van EL, de Onderschikker. Dat is
wat Hij doet: onderschikken. God is
het, Die alles op Zijn plaats zet, ook
al duurt dat veel jaren in je leven.
Bethel, huis van God, is type van heel
de schepping waarin Hij alles ordent
en op Zijn plaats zet.