Geciteerd

‘Iemand die als vreemde het christendom binnenkomt,
zou zeker uit de beschikbare lectuur concluderen, dat er
twee grote machten om de heerschappij strijden. Het
gaat dan om een goede en een kwade macht. De kwade
macht is niet alleen nu oppermachtig, maar zou eeuwig
over het goede heersen. Slechts een kleine minderheid
zou gered worden uit de klauwen van de kwade macht.

Een gelovige zal echter door geloof zien, dat het in over-
eenstemming met de Schrift is, dat het kwaad in de wereld
is als een essentieel onderdeel van Gods plan. En dat het
ook de enige weg tot de hoogste zegen voor onszelf en voor
de mensheid en voor heel de schepping is.’

Uit het voorwoord van het boek:
‘The problem of evil and the judgments of God’ – A.E. Knoch


Woord vandaag

‘Dat is wel schitterend evangelie zoals wij Romeinen 5 en 1 Corinthiërs 15
lezen, Adam en Christus zijn beslissend voor heel de mensheid.’

Dat is het zeker! Geen twijfel mogelijk; door wat Christus deed, is het
voor heel mensheid: redding, rechtvaardiging en verzoening. In Hem
ziet God heel die mensheid. Het is een kwestie van tijd, dat de mensen
het ook zullen zien. Boeiend hoe God dat hele plan heeft ontworpen.
Het zit heel wonderlijk in elkaar: een nederwerping, zonde en kwaad
komen tevoorschijn, Jezus Christus komt als mens op aarde en wordt
gekruisigd en opgewekt uit de doden.

‘Je kunt je niet als mens bedenken, hoe zo’n plan in elkaar zit.’

Alleen God zelf is in staat zoiets te ontwerpen én tot uitvoer te brengen.
Hij wil dat alle mensen gered worden en tot erkenning van de waarheid
komen, namelijk dat Hij redder is, liefde is en al wat Hij onderneemt, lukt
ook! Zo is God. Abram kende Hem al als de Algenoegzame, Hij die werke-
lijk in álles voorziet. Als Hij wil, dat allen gered worden, dan gebeurt dat
ook. De wil van de mens kan daar niet tegenop!

‘Zo kunnen wij ons vertrouwen volledig op Hem stellen. Hij werkt het uit.’

Ja, Hij is van A tot Z de betrouwbare, enig ware God, de Vader van onze
Heer Jezus Christus. Niets kan Zijn voornemen tegenhouden of blokke-
ren. Niemand is in staat Zijn werk te keren. De overstromende genade
zal uiteindelijk groter blijken dan alle zonde. Christus Jezus heeft alles
op het kruis gedragen en Hij is de Eersteling van de nieuwe schepping.
Als die eersteling er is, volgt de hele oogst!

‘Dat zijn de voorbeelden die al bij Israël zichtbaar waren.’

Paulus gebruikt in 1 Corinthiërs 15 ook de woorden die met de oogst te
maken hebben. Het werk is sinds de opstanding van Christus uit de dood
een doorgaand werk, dat niet meer geblokkeerd kan worden. God werkt
het uit op Zijn tijd. Geen twijfel mogelijk. Dat is omdat het niet van ons,
maar van Gód afhangt. Geweldig, wat een uitzicht: een volkomen nieuwe
schepping, waarin geen spoor meer van kwaad en zonde te vinden is.
Alles is licht, geen duisternis meer. Ieder leeft in volledige harmonie en
onderschikking aan God, met God en elkaar, het strekt zich uit tot en
doordringt alle mensen en alle hemelingen!

Sprekersrooster Rotterdam

Zondag                             liturg                                  spreker

2 oktober 2011            F.H. Erkens jr                D. Gorter
9 oktober 2011            J. de Goede                      A. Piet
16 oktober 2011          C. Maissan                       P. van ’t Veer
23 oktober 2011         T. Voorwinden            G. Bernouw
30 oktober 2011         M. Markus                       A. v.d. Wal
6 november 2011      jongerendienst            jongerendienst

Woord vandaag

‘God zal zeker alles in allen zijn, dat is geweldig!’

Heel bijzonder, dat wij dat écht kunnen geloven. Al wat daar tegenin
gaat,
komt of uit de duivel of uit mensen. In beide gevallen wil het
schepsel zich in plaats van God stellen. De tegenstander wil de mens
doen geloven, dat hij de grote overwinnaar is omdat hij erin slaagt de
grote meerderheid van de mensen voor eeuwig verloren te laten gaan.

‘In het evangelie naar Paulus is God en Zijn Christus groot overwin-
naar. Je kunt gewoon geloven wat er staat!’

God laat niets verloren gaan. Hij is liefde en rechtvaardig en heilig. Om
de zonde moest Zijn geliefde Zoon gekruisigd worden. Hij werd tot zonde
gemaakt, op dat wij in Hem Gods gerechtigheid zouden worden. Zo lost
God het probleem van de zonde op: door een andere zonde, namelijk de
smadelijke dood van Hem. Dat was een zonde, want de zondeloze werd
gekruisigd, de dood van een misdadiger. Dus: zonde voor zonde!

‘Dat is wel heel bijzonder, zo heb ik het nog nooit bekeken!’

De zonde van Adam wordt weggedaan door een andere zonde: dat wat
de laatste Adam werd aangedaan. De mensheid zondigde door Hem te
kruisigen. En toch bracht dat de grote verlossing omdat Hij de zonde
van de wereld gedragen heeft. Dat is een diepe waarheid. En nu de zon-
de is weggedaan -voor God- kan het heilsplan zich verder ontrollen.

‘Als je zo kijkt naar Adam en de laatste Adam, heeft het doen en laten
van de mens geen invloed.’

Uiteindelijk niet, nee. Dit zijn de hoogste overwegingen, zoals Paulus
die toont in Romeinen 5 en 1 Corinthiërs 15. Wat Adam en de laatste
Adam (Jezus Christus) doen, is beslissend voor alle mensen. En omdat
de ene daad van gerechtigheid van die Ene gedaan is, zal het komen
voor alle mensen tot rechtvaardiging en leven! Wat een evangelie he!

Woord vandaag

‘Dat God echt alles in allen wordt, is tegenstrijdig aan de christelijke leer.’

Zo in de tijd zie je in het christendom leringen die een hele sterke, over-
winnende tegenstander ziet en een hele zwakke God, die maar moet af-
wachten welke mensen voor of tegen hem kiezen. Dit zal voor heel wat
kerkelijke mensen te Arminiaans klinken, maar zeggen dan weer dat je
het allemaal moet afwachten, of God je wel of niet uitverkoren heeft.

‘Zo dat is wel weer even een opening voor vandaag zeg.’

Het christendom heeft in het kielzog van Augustinus een hele sterke
duivel, want die lukt het om werkelijk de overgrote meerderheid in de
eeuwige hel te krijgen. Slechts een kleine minderheid wordt behouden.
Dat is als je de officiële leringen van de kerk der eeuwen volgt. Daar ge-
tuigt artikel 37 NGB van. Overigens lijkt het mij, dat niet veel predikan-
ten daar uit preken op zondag.

‘Ze zouden dan ook uit de Schrift moeten preken.’

Dat wel, want in de Schrift kom je de voorstellingen uit artikel 37 niet
tegen. Als je dit verschrikkelijke artikel toetst aan de Schrift, blijft er niet
veel van over. Paulus kende deze voorstellingen niet. Paulus leerde, dat
God Redder van alle mensen is, in het bijzonder van de gelovigen. Het
een sluit het ander niet uit. En als de gelovigen van nu door en uit genade
van God gered zijn, dan volgt daar automatisch uit, dat God Redder van
alle mensen is!

‘Leg eens uit?’

Gelovigen nu, maar denk ook aan Abram, die de Algenoegzame (El-Sjaddai)
kende, zijn door en uit genade gered. Zij hebben er dus niets voor kunnen
doen. Als de Schrift laat zien, dat het Gods doel is, dat alle knie zich zal bui-
gen en dat alle tong zal belijden, dat Jezus Heer is, dan volgt daaruit dat het
alleen te danken kan zijn aan Gods genade. God is de grote Overwinnaar over
alles wat daar nu nog tegenin gaat. Maar alles zal moeten wijken, omdat Zijn
genade groter blijkt dan alle zonde en vijandschap, en Zijn kracht groter
blijkt dan alle tegenkrachten. God zal dan ook zijn: alles in allen!