Petrus eindigt zijn verslag te
zeggen waarom hij Cornelius
en de zijnen in water doopte.
De ontwikkelingen in Antiochië
in Syrië gaan door.
Naluisteren: deel A en deel B
Woord vandaag
Ik zeg dan: zij struikelen toch
niet opdat zij vallen? Moge het
niet gebeuren! Maar in hun
krenking is de redding voor de
natiën, om naijver op te wekken
bij hen
Romeinen 11:11
Situatie van Israël is duidelijk;
uit weerspannig, tegensprekend
gedrag blijkt dat. Het wordt als
struikelen en níet als val gezien.
Het voor ons verbijsterende en
verbazende werk van God is dat
Hij Israël een geest van verdoving
gaf. Israël struikelt, maar zal niet
vallen. Was hun onwetendheid er
alleen maar opdat zij vallen? Dat
ontkent Paulus stellig. Ja, én hun
krenking betekent zelfs redding
voor de natiën! En zelfs dat heeft
weer een heilzame uitwerking op
Israël. Onze verwachting is vanuit
God, Die alles bewerkt.
Woord vandaag
Laten hun ogen duister gemaakt
zijn om niet te zien, en buig hun
rug voortdurend samen
Romeinen 11:10
Het citaat uit Psalm 69:24; Israël
was meer bezig met de tradities.
Zij kromden hun rug in ijver en
waren door hun bezig zijn blind
voor het werk van God. Zij keken
omlaag, de eigen bezigheden in
het zoeken naar rechtvaardigheid
leidden af van God Zelf. Paulus
zag dat (Romeinen 9:1-3; 10:1-3),
ging in gebed, kreeg antwoord. De
gelovige rest is daar; niet als teken
van eeuwige verlorenheid van de
meerderheid van Israël en de
mensheid. Nee, dat is getuigenis
van het feit, dat God Redder van
alle mensen is. Als Hij die rest
redt, is Hij ook bij machte al die
anderen ook in genade terecht
te brengen.
Jezus Christus, de Gekruisigde
Nieuwe uitgave, Dieter Landersheim
(biblischelehre.de) schreef over het
woord van het kruis.
7 Kruiswoorden, valstrik van het
kruis, vijanden van het kruis.
Mail naar gorterd@protonmail.com en
ontvang deze gratis brochure.
Woord vandaag
En David zegt: Laat hun tafel
tot een valstrik worden en tot
een jachtnet, En tot een strik
en tot vergelding voor hen
Romeinen 11:9
Paulus citeert Psalm 69:23,24
in vers 9,10. De tafel van het
volk Israël was gevuld met hun
tradities. Ze roemden in hun
gegeven voorrechten en voor-
delen. De tradities, verplichte
zaken die ze hadden, maakten
dat hun leven zwaar was.
Zou deze situatie altijd zo zijn?
Dat kan niet, nu daar wel een
gelovige rest was. Dat gaf een
uitzicht op iets beters. Als God
nu geloof gaf in een deel van
het volk, dan Hij dat te Zijner
tijd heel het volk schenken. In
wezen is dat ook zo met deze
tijd. De gelovigen zijn vooral
en nu al gered; een aanwijzing
dat God Redder van allen is.