‘Dat God echt alles in allen wordt, is tegenstrijdig aan de christelijke leer.’
Zo in de tijd zie je in het christendom leringen die een hele sterke, over-
winnende tegenstander ziet en een hele zwakke God, die maar moet af-
wachten welke mensen voor of tegen hem kiezen. Dit zal voor heel wat
kerkelijke mensen te Arminiaans klinken, maar zeggen dan weer dat je
het allemaal moet afwachten, of God je wel of niet uitverkoren heeft.
‘Zo dat is wel weer even een opening voor vandaag zeg.’
Het christendom heeft in het kielzog van Augustinus een hele sterke
duivel, want die lukt het om werkelijk de overgrote meerderheid in de
eeuwige hel te krijgen. Slechts een kleine minderheid wordt behouden.
Dat is als je de officiële leringen van de kerk der eeuwen volgt. Daar ge-
tuigt artikel 37 NGB van. Overigens lijkt het mij, dat niet veel predikan-
ten daar uit preken op zondag.
‘Ze zouden dan ook uit de Schrift moeten preken.’
Dat wel, want in de Schrift kom je de voorstellingen uit artikel 37 niet
tegen. Als je dit verschrikkelijke artikel toetst aan de Schrift, blijft er niet
veel van over. Paulus kende deze voorstellingen niet. Paulus leerde, dat
God Redder van alle mensen is, in het bijzonder van de gelovigen. Het
een sluit het ander niet uit. En als de gelovigen van nu door en uit genade
van God gered zijn, dan volgt daar automatisch uit, dat God Redder van
alle mensen is!
‘Leg eens uit?’
Gelovigen nu, maar denk ook aan Abram, die de Algenoegzame (El-Sjaddai)
kende, zijn door en uit genade gered. Zij hebben er dus niets voor kunnen
doen. Als de Schrift laat zien, dat het Gods doel is, dat alle knie zich zal bui-
gen en dat alle tong zal belijden, dat Jezus Heer is, dan volgt daaruit dat het
alleen te danken kan zijn aan Gods genade. God is de grote Overwinnaar over
alles wat daar nu nog tegenin gaat. Maar alles zal moeten wijken, omdat Zijn
genade groter blijkt dan alle zonde en vijandschap, en Zijn kracht groter
blijkt dan alle tegenkrachten. God zal dan ook zijn: alles in allen!