Want het “Jij zal geen echtbreuk
plegen; jij zal niet vermoorden;
jij zal niet stelen; jij zal niet vals
getuigen; jij zal niet begeren”,
en indien er enig ander gebod
is, het wordt samengevat in dit
woord, in het “Jij zal jouw
naaste liefhebben als jezelf.”
Romeinen 13:9
Als je wel aan het: jij zal geen
echtbreuk plegen, jij zal niet
vermoorden, jij zal niet stelen,
jij zal niet vals getuigen voldoet;
wat dan? Paulus schreef in het
zevende hoofdstuk, dat ‘jij zult
niet begeren’ in hem juist aller-
lei begeerte deed ontwaken.
Of hij was zich er ineens meer
van bewust. Daartegen strijden
had geen zin; het maakte hem
tot ‘ik ellendig mens’. Het punt
is dat je nooit aan alle woorden
van de dekaloog kan voldoen.
Het leven van de Opgewekte,
de Opgestane Christus in je kán
per definitie nooit onder gebod
van Mozes gebracht. Vandaar
de onzinnigheid om uit jezelf
als gelovige te proberen eraan
te voldoen. Zo wil je eer naar
jezelf toeschuiven. Eer is er
echter alleen voor Christus en
voor Zijn God en Vader.