Woord vandaag

‘Zeg, André Piet schrijft over dat artikel in het Nederlands Dagblad van gisteren.
Daarin gaat het over de vrije wil.’

Gelezen ja. Dick Schinkelshoek, predikant te Zoelen, schrijft vanuit zijn gereformeerd calvinistische visie over de vrije wil. Kennelijk een groot goed binnen het calvinisme in gereformeerde zin. Als je zegt dat het allemaal van
de menselijke vrije wil en keuzes afhangt word je al snel ‘Pelagiaans’, naar
Pelagius, die lang geleden beweerde, dat de verantwoordelijkheid om wel
of niet te zondigen bij de vrije wilskeuze van de mens ligt, ook nadat die
mens tot geloof is gekomen. Uiteindelijk komt Schinkelshoek uit bij
Augustinus, die hij het laatste, beslissende woord geeft.

‘Augustinus, daar komen ze toch steeds op terug?’

Ja, die wordt binnen de gereformeerde theologie steeds van stal gehaald. Toen ik
de twee pagina’s had gelezen, was ik verdrietig. Omdat men de Schrift niet aan het
woord liet komen. En daar legt André Piet terecht de vinger bij. Want niet Augus-
tinus, maar Paulus zou men over dit uiterst belangrijke onderwerp raadplegen!
Met het voorbeeld van Jakob en Esau wordt ineens duidelijk hoe het zit. Het was
nog voordat zij goed of kwaad gedaan hadden al vastgelegd, dat de oudere aan de
jongere dienstbaar zou zijn.

‘Dat is wel weer helder van Paulus. Dat is de Schrift laten spreken.’

Precies. Stel je voor dat wij echt een vrije wil zouden hebben, dan zouden wij al-
lemaal godjes zijn, die altijd kunnen doorzetten wat wij willen. Dat is echt onzin.
Een mens heeft om te beginnen al niets te zeggen over zijn geboorteplaats, ouders,
broers, zussen et cetera. Zijn omgeving waarin hij opgroeit ligt al vast, zijn erfelijk-
heid is vastgelegd,  de mens heeft geen echt vrije keuze. Gelukkig hebben wij de
Schrift, en in het bijzonder Paulus, die ons de weg wijst.

‘Het geweldige is, dat de uitkomst van Gods plan ook vastligt.’

Daarom is het evangelie ook zulk geweldig goed nieuws. Gods wil zal uitgevoerd
worden door Christus Jezus. De mens gaat daar enorm veel zegen door ontvangen
en bovendien zal alles uiteindelijk blijken tot eer en verheerlijking van God te

zijn. Gelukkig is God niet afhankelijk van de keuzes die de mens maakt, nee Gód
wil, dat álle mensen gered en tot erkenning van de waarheid komen. En dan gaat
dat gebeuren ook!

Opmerkelijk

”De grote meerderheid van de gelovigen zien twee krachten werken:
goed en kwaad. De ene (goed) komt van God en de andere (kwaad) van
de duivel. Maar het probleem ligt niet zo eenvoudig, want de Schrift
maakt duidelijk, dat God bij diverse gelegenheden zowel kwaad als goed
doet. En dat terwijl de tegenwerker, dé grote verpersoonlijking van het
kwaad, soms kan verschijnen als een engel van licht, en op zichzelf ge-
nomen is licht goed.
Maar opnieuw: als wij zeggen, dat goed uit God voortkomt en kwaad van
de satan, hoe verklaren wij ‘de boom van kennis van goed en kwaad’, die
God in de hof van Eden plantte?

Hier hebben wij de kennis van twee dingen, samengebracht in dezelfde
boom, die door God geplant was!

Volgende vraag, en deze is cruciaal: als het goede bij God vandaan komt,
en het kwaad bij satan, hoe kunnen wij er dan zeker van zijn, dat het goede
uiteindelijk zal overwinnen? Als een kracht (het kwaad) in het universum
los van God opgekomen is, hoe weten wij dan zeker dat die kracht uiteinde-
lijk niet zó groot zal worden, zodat die God verslaat?
Ja, als een kracht (het kwaad) in het universum zonder God ontstaan is, dan
is Hij erdoor verrast en is Zijn almacht aan het wankelen gebracht.
Maar de Schrift zelf brengen rust in ons denken. In Jesaja 45 lezen wij:

5 Ik ben Jahweh, en niemand anders, buiten Mij is er geen God.
Ik zal u omgorden, hoewel u Mij niet kende,

6 opdat men zal weten, vanwaar de zon opkomt tot waar zij ondergaat,

dat er buiten Mij niets is.
Ik ben Jahweh, en niemand anders.
7 Ik formeer het licht en schep de duisternis,

Ik maak het goede en schep het kwaad;
Ik, Jahweh, doe al deze dingen.

‘Ik schep het kwaad’  Wat betekent dit?

Het Hebreeuwse woord voor kwaad is ‘Ro’ (Of ‘Ra’). Dr. Scofield noteert in
zijn ‘chain reference Bible’ dat het woord vertaald wordt met ‘smart’,  ‘el-
lende’, ’tegenwerking’, ‘verdrukkingen’, ‘verschrikkingen’, maar nooit met
‘zonde’. Hij voegt eraan toe: ‘God schiep kwaad alleen in die zin, dat Hij smart,
ellende et cetera maakte, als de zekere vruchten van zonde’.
Maar het woord ‘Ro’ wordt heel vaak met  ‘kwaad’ vertaald in de Bijbel.
Daaruit zien we, dat het woord ‘Ro’ ‘kwaad’ betekent.

En Jesaja vertelt ons zonneklaar, dat God kwaad schiep.”

Uit: ‘The problem of evil’ – J.H. Essex, blz.2,3.


Woord vandaag

‘Prachtig he, dat goede nieuws aangaande God en Zijn Zoon.’

Als je bij God en Zijn Zoon stilstaat, en waarom zou je dat niet elke dag
doen, dan heb je al evangelie. Een God, die in staat is, alle vijandschap
en alle zonde(n) teniet te doen, is werkelijk algenoegzaam (Genesis 17:1)
en werkelijk liefde. Zijn liefde is sterker dan de dood. Dat bleek toen Hij
Zijn geliefde Zoon uit de dood opwekte.

‘Geweldig, ga door.’

Toen was in feite de garantie afgegeven, dat de hele oogst zou gaan komen.
Hij was de Eersteling, die uit de doden werd opgewekt. Daarna gaat heel de
mensheid komen, want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in
Christus allen levendgemaakt worden. Dat schrijft Paulus in 1 Corinthiërs
15:22 en dat is niet mis. Het gaat hier namelijk niet om allen, die in Adam
zijn en allen, die (nu) in Christus zijn, maar om -zonder uitzondering- alle
mensen, die uit Adam voortgekomen zijn!

‘Fantastisch, dat betekent, dat allen zullen leven en dat ik mijn ongelovige
familieleden en vrienden weer zal terugzien?’

Jawel, daar is geen enkele verhindering voor. Waarom niet? Omdat God het
gezegd heeft. Als belofte. En dan gaat het ook gebeuren. Wanneer? Weten we
niet exact, maar het zal zo zijn, dat alle vijanden (inclusief de tweede dood)
buiten werking gesteld zijn (1 Corinthiërs 15:26). Dan zal léven het laatste
woord, nee, Gód het laatste woord hebben en dat is per defintie léven, on-
sterfelijkheid, onverderfelijkheid, eindeloos leven.

‘Machtig, wat een uitzicht!’

Dit uitzicht, zo precies geformuleerd in heldere woorden van de Schrift, is
uniek. Alleen bij Paulus verkrijgbaar. Uitsluitend via de dood en opstanding
van Christus, die de naam Jezus werkelijk gestalte heeft gegeven en geeft,
want in Zijn Naam zal werkelijk alle knie buigen in onderschikking en dan
zal God zijn alles in allen!

Woord vandaag

‘Weet je wat ik het mooiste van het evangelie vind?’

Dat het geen eigen werken eist, dat het genade is?

‘Ja, maar daar boven uit, dat het God verheerlijkt, en Zijn Zoon.’

Nou en of, helemaal mee eens. Het evangelie, zoals Paulus dat in
Romeinen brengt, is absoluut tot eer van God. Het is evangelie van
God, aangaande Zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heer. God wekte
Zijn Zoon op uit de dood en van tussen de doden uit. Dát is tot eer
van God. Daar kwam geen mensenhand aan te pas!

‘Er kwamen wel mensenhanden aan te pas om Hem te kruisigen en
te begraven.’

Daaruit bleek de haat en zonde van de mens. Maar niemand was ver-
volgens in staat, om Hem uit de doden op te wekken. Dat kon God zelf
alleen. Mensen konden dat nooit ofte nimmer doen. De tegenwerker
dacht het allemaal dik voor mekaar te hebben. De overpriesters en
schriftgeleerden van de Joden waren eindelijk van Hem af.

‘Geweldig he, dat God Hem opwekte, door Zijn kracht alleen.’

Elke dag vieren wij in feite de opstanding van Christus en merken wij
-hopelijk-  de kracht van Zijn opstanding in ons leven. Na Hem werden
velen in geestelijk opzicht opgewekt uit de doden, zo ook wij. Wij zijn
het die leven, opdat wij niet langer voor onszelf maar door Hem leven.
De rest is nog dood, gestorven, 2 Corinthiërs 5:14-16.

‘Daar kun je ook aan zien, dat wij leven door Zijn genade.’

Ja, Hij wekte ons op, en daar kwam weer geen mensenhand aan te pas.
Hij deed dat, niet omdat wij zo geweldig bezig waren, maar uit liefde en
Zijn genade. Paulus werd erdoor overweldigd (1 Timotheüs 1:14).
Het is een kwestie van geloof (Romeinen 4:15,16), geen werken vereist,
want dat zou onmiddellijk de eer bij God wegnemen en bij de mens
neerleggen. God garandeert álles! Dát is tot Zijn eer!

Woord vandaag

‘Heb jij nog wat gehoord over dat verhaal in Birma met die blinden?’

O je bedoelt dat met die blinden die zouden zijn genezen? Ja, dat heb
ik gehoord en gelezen. Zoals al eerder werd gemeld, zou het niet waar
zijn. En nu is na zorgvuldig onderzoek gebleken, dat het niet waar was.
Zoals we uit de Schriften weten, is het nu nog niet de tijd, dat het konin-
krijk van God of van de hemelen op aarde gestalte krijgt in tekenen en
wonderen.

‘De Heer Jezus deed wel tekenen en wonderen.’

Jawel, dat hield verband met de komst van het koninkrijk van de heme-
len op aarde. Zoals bekend, dat ging niet door, Israël kruisigde haar Koning
en dat door toedoen van de handen van heidenen. In Handelingen gebeurt
ongeveer hetzelfde, alleen ligt het daar iets ingewikkelder, omdat ook de
apostel Paulus werd geroepen om het lichaam van Christus te gaan uitroe-
pen. Dat zorgt voor veel geestelijke verwarring, omdat men e.e.a. anders
wil zien.

‘De verwarring daarover lijkt wel eindeloos. Er komt nooit een einde aan.’

Jawel, als de bazuin gaat, gaat het lichaam van Christus weg. Daarna gaat de
70e week van Daniël 9:24-27 lopen en gaat God met het volk Israël verder
om het koninkrijk van de hemelen op aarde te vestigen naar Daniël 2:44.
Dit zou voor de gelovige gesneden koek moeten zijn, maar is het niet.
Helaas!

‘Ja, hoe komt dat toch?’

Andere visie op Israël, verontachtzaming van de profetiën, alles op zichzelf
toepassen, vervangingstheologie, het komt steeds neer op het verwarren van
de lijnen Israël en de gemeente. Het is zo eenvoudig: Israëls bediening als
koningen en priesters ligt op aarde voor de volkeren en de bediening van het
lichaam van Christus is boven, te midden van de hemelingen voor alle gees-
telijke machten en krachten. Vandaar dat na de bazuin het niet zo heel lang
duurt of de tegenwerker wordt op aarde gegooid. Wij in de hemelen, hij moet
eruit! En hij zal dan tekeer gaan als een brullende leeuw, zoekend wie hij zal
verslinden, zegt Petrus. Het oordeel begint dan bij het huis van God, Israël!

‘Maar: de Heer zal Zijn volk toch uitredden?’

Uiteraard. Zijn beloften aan hen zijn onberouwelijk, Hij komt er niet op terug,
nee Hij zal ál Zijn beloften vervullen! Ook die aan ons. Heerlijk toch!