Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Want Die geen zonde kende, 
heeft Hij voor ons tot 
zondoffer gemaakt opdat wíj 
worden: gerechtigheid van 
God in Hem.
          2 Korinthiërs 5:21

Alleen in Hem, in Christus kan
aan ons Gods gerechtigheid 
toegerekend worden. Hij heeft
het werk gedaan waaruit blijkt
dat God volkomen rechtvaardig
is. Zo kan Hij hen rechtvaardig 
verklaren, die uit het geloof van 
Jezus zijn. Het fundament van 
onze rechtvaardiging (en die 
van alle mensen) is het geloof 
van Jezus Christus. 
In dat diepe vertrouwen ging 
Hij via de dood van het kruis. 
De verlossing werd door Vader
gegeven, Die Hem opwekte uit 
de doden. God schonk Hem
overstromend veel geest en 
dus leven in de opstanding. 
En zo worden al de gelovigen 
nu daarin meegerekend. 
Rekent u zelf ook zoals God in 
Romeinen 6:1-11 rekent? 

Want Die geen zonde kende, 
heeft Hij voor ons tot 
zondoffer gemaakt opdat wíj 
worden: gerechtigheid van 
God in Hem.          
2 Korinthiërs 5:21

Wat een liefde van God en
Zijn Zoon! Dit spreekt van de
grootste gebeurtenis uit de
geschiedenis. God gaf Zijn 
Zoon over; God rekende Hem
de zonde van allen aan. Hij 
werd tot zonde gemaakt. In
de uren van duisternis, toen
Christus aan het kruis hing, 
was het lijden ontzaglijk diep.
Zijn bede: ‘Vader verheerlijk
Uw Naam!’ werd bijzondere
wijze verhoord. 
Wat ook door Zijn dood en 
opstanding werd bereikt, is:
wij werden gerechtigheid 
van God in Hem. God rekent
ons Zijn gerechtigheid toe.
Hij verklaart ons rechtvaardig!
Vader, dank U wel! 

Want Die geen zonde kende, 
heeft Hij voor ons tot 
zondoffer gemaakt
       2 Korinthiërs 5:21

God maakte Christus tot
zonde, of zondoffer. In het
Hebreeuws is dat hetzelfde 
woord. Leviticus spreekt in
de eerste 7 hoofdstukken 
van de offers. Zondoffer is
in Lev.4:3 het woord voor
de jonge stier die voor de
zonde van de priester aan 
Jahweh gebracht werd. 
Principe: zonde voor zonde;
de zonde is dan beschermd
(meestal vertaald: bedekt).
Daarmee werd in de typen
duidelijk, dat dit de manier
was om de zonde weg te 
nemen. Het werd vervuld
toen Christus stierf als het
Lam dat de zonde van de
wereld wegneemt (Joh.1:29).

Want Die geen zonde kende, 
heeft Hij voor ons tot 
zondoffer gemaakt
       2 Korinthiërs 5:21

De apostelen getuigen dit;
in 1 Petrus 2:22 lezen we, 
dat Hij geen zonde deed en
in Zijn mond is geen bedrog 
gevonden. Hij kende dat 
niet; Hij was zonder zonde.
Zodoende leed Hij enorm
onder het zondigen van 
Zijn volksgenoten. Al wat 
in woorden gezegd werd,
wat niet fijn was, raakte 
Hem veel dieper dan dat 
het ons raakt. Zijn innerlijk, 
dat zo zuiver was, kon dat 
nauwelijks verdragen.
Toch wandelde Hij in liefde
te midden van de Zijnen,
die Hem niet accepteerden.
Wat een Voorbeeld!