Betrouwbaar is het woord:
‘Indien iemand naar het
opzienerschap streeft; een
uitstekend werk begeert hij’
1 Timotheüs 3:1
Geen vleselijk streven hier, dit
wordt door de geest van God
gewerkt. Iemand als Timotheüs
kreeg oren naar wat de apostel
verkondigt. Hij volgde exact het
onderricht, ging wandelen als
navolger van Christus Jezus.
In de ekklesia blijkt zoiets, en
gelovige broeders blijken na
verloop van tijd als opziener
te functioneren. Daar is geen
verkiezing door mensen voor
nodig; het blijkt uit geestelijke
volwassenheid en actief bezig
zijn onder de geroepenen.
Paulus laat aan Timotheüs zien,
op welke aspecten hij moest
letten, mocht het nodig zijn,
in specifieke situaties (Kreta,
Titus), eventueel aan te wijzen
wie dat zijn. Sinds het schrijven
hiervan heeft het lichaam van
Christus criteria zwart op wit.
Niemand kan 100% te allen
tijde voldoen aan deze criteria,
die evenwel zeer goed zijn om
vast te stellen wie wel, en wie
niet opziener kan zijn.