Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

want het wordt geheiligd 
door het woord van God 
en door voorbede
    1 Timotheüs 4:5

Dit is waarschijnlijk de basis
om bij het eten te bidden en
te lezen. In vrijheid van de
gelovige is het echter geen
dwingend voorschrift.
Ja, we zijn God dankbaar voor
wat Hij in Zijn schepping geeft.
Wat wij onder dank van God
aannemen is zelfs geheiligd.
En we zijn heiligen, al lijkt dat
soms niet zo, we zijn als alle
anderen: mens.
Uit Zijn woord leren wij, dat
God alles doet samenwerken
tot wat goed is. De geest, in
onze zwakheid, komt ons te
hulp. God heeft ons lief en
niets kan tussen Zijn liefde en
ons komen. Wat ‘tegen zit’ en
wat ‘mee zit’? Het past in Zijn
plan! In alles is onze dank aan
God, onze liefdevolle Vader.

voedsel dat God schept tot 
genieting met dank door de 
gelovigen, die ook de 
waarheid erkend hebben
dat al het geschapene van
God uitstekend is en dat niets, 
met dank nemend, 
verwerpelijk is           
           1 Timotheüs 4:3

In dit korte gedeelte leest u
de vrijheid voor gelovigen.
Al wat God geschapen heeft
kan onder dank genuttigd.
Iets is ‘onrein’ voor degene
die dat zo rekent/acht, zegt
Romeinen 14:14.
We houden we in Gods liefde
rekening met elkaar, 14:15.
God schept het voedsel; het
is er, overvloedig. Dit zou de
gelovigen onderling vrede en
rust geven. We rekenen met
degene van wie het geweten
(nog) zwak is in dit en allerlei
andere aspecten. Zoals een
dag boven een andere dag in
acht nemen (zater-/zondag).
Anders is het bij gelovigen die
eerst wel, en later niet meer
de vrijheid erkennen, zoals
onder de Galaten. ‘Jullie zijn
begonnen in geest, eindigen
jullie in vlees?’ (Gal.3:3)
Voor de vrijheid maakt
Christus ons vrij! (Gal.5:1)

belettend te huwen, gebiedend 
zich te onthouden van voedsel 
dat God schept tot genieting 
met dank door de gelovigen, 
die ook de waarheid erkend
hebben
             1 Timotheüs 4:3

Leringen van demonen komen
in de regel tot zekere geboden.
Bepaald voedsel (vlees) niet te
mogen eten, en het onthouden
van huwelijkse gemeenschap
(celibaat). Dus afwijken van de
normale, in de schepping door
God aangebrachte zaken.
Zekere voedselvoorschriften
zijn aan de orde wanneer men
zich tot bepaalde filosofie of
religieuze richting wendt.
Het niet langer vlees eten kan
sneller spiritueel contact met
geesten opleveren. Heel wat
mensen leggen thuis voedsel
op een altaar voor een zekere
macht of ‘god’ die men zo, op
die wijze dank brengt.
Ook in christendom bestaat in
kringen gevoeligheid voor de
voedselvoorschriften zoals die
in Thora (de Mozaïsche wet)
beschreven staan.
God heeft dat toen voor het
volk voorgeschreven, maar in
deze tijd is de gelovige vrij. We
mogen alles onder dank eten.

in huichelarij van valse
uitdrukkingen; het eigen 
geweten is gebrandmerkt 
       1 Timotheüs 4:2

De pseudo woorden of valse
uitdrukkingen hoor je soms. 
Dan zijn het woorden, die in
zichzelf afwijken. Het gaat om
vasthouden aan de gezonde; 
de uitdrukkingen die God Zelf
heeft laten optekenen.
Een valse uitdrukking, die een
lering van demonen weergeeft
is: eeuwige hel. 
Dit kom je in Gods woord niet
tegen, wel in vertalingen.
Degenen die menen dat zoiets 
waar is, zijn hard van hart; het 
geweten is dichtgeschroeid.
Waar we ons aan houden, zijn
de woorden van het geloof en
het uitstekende onderricht van
de apostel Paulus. 

acht gevend op misleidende 
geesten en onderwijzingen 
van demonen
      1 Timotheüs 4:1^b

Ook een bekende is: evolutie, 
ofwel: eindeloze vooruitgang. 
Het idee dat ‘alles’ uiteindelijk
beter wordt door ontwikkeling
of progressie. Als je goed kijkt
in de natuur en bij de mensen,
zie je geen evolutieproces. Het
is eerder degeneratie. De idee
van steeds vooruitgaan houdt 
geen rekening met catastrofes 
in het verleden: nederwerping
(Genesis 1:2). De grote vloed
(Genesis 6-8). Het neemt als 
vanzelf toekomstig Goddelijk 
gericht weg. Maar wat een 
heerlijke verwachting mogen
wij koesteren!  
Groot ingrijpende verandering
zal God Zelf -door Zijn Zoon- 
doorvoeren als Hij komt!