Woord vandaag

‘Indrukwekkend wat gisteren naar voren kwam. We zijn geweldig bevoorrecht
als leden van Zijn lichaam.’

Het is pure genade. De werken die God tevoren bereid heeft opdat wij daarin
wandelen, werkt Hij zelf in ons uit. Dat doet Hij door Zijn geest. Geen enkele
macht of kracht zal dat werken tegn kunnen houden, ook al hebben we wel te
maken met tegenstand vanuit de hemelingen, en dat nu al.

‘Zij vermoeden of weten kennelijk wel iets van de status van de leden van Zijn
lichaam en proberen daarom ons tegen te werken?’

Ja, dat zijn de geestelijke aanvallen, die door die machten (geestelijke boosheden
in de lucht) uitgevoerd worden en zij gebruiken daarvoor andere mensen, liefst
gelovigen zelf, om verdeeldheid en verwarring te veroorzaken, zodat gemeentes
uit elkaar worden gespeeld en er scheuringen komen, kijk maar bij de Corinthiërs.
Die waren verdeeld in groepjes, waarbij de een de ene leraar (Kefas) volgde en de
ander een andere leraar (Paulus), bijvoorbeeld: zie 1 Corinthiërs 1:12).

‘De geschiedenis laat inderdaad heel veel van dit soort dingen zien.’

Na de reformatie zag je in Nederland vele soorten gereformeerd en hervormd ont-
staan en in de evangelische beweging is het al niet minder. Denk aan de vele, vele
splitsingen in de pinkster- en charismatische beweging. Maar ook binnen de bap-
tisten kunnen ze er wat van. Allemaal succesvol werk van de machten en krachten
en het vlees. Want vlak ook dat niet uit! In de lijst ‘werken van het vlees’ staat onder
andere: ….’twist, ijver, gramschap, partijschappen, onenigheden, sekten, afgunst’…..

‘Daar word ik niet vrolijk van. Verschrikkelijk, allemaal.’

Dat gebeurt als vlees de overhand krijgt en de geest in een hoek gedrukt wordt. Dan
is de gezindheid van Christus Jezus op de achtergrond, ver te zoeken. Dat geldt ook
voor de genade, en het elkaar genade schenken, dat is er dan niet bij.
We zijn door Christus vrij gemaakt om de genade uit te leven en elkaar te schenken!

Woord vandaag

‘Heb jij een gedachte over de tekst uit Efeziërs 3:20,21?
Waarom staat eerst …in de gemeente…. en daarna pas
…..in Christus Jezus….?

Het is beslist opvallend, dat het er zo staat. Dat eerst de uitgeroepen
gemeente wordt genoemd waar God heerlijkheid aan geeft en heerlijk-
heid door ontvangt, heeft misschien te maken met de enorm hoge
positie van de uitgeroepen gemeente in en met Christus Jezus.
In Efeziërs 1:20-23 staat, dat die gemeente het complement van Christus
Jezus is. Met andere woorden: wij maken Hem compleet!

‘Dat houdt in, dat jij en ik en al die andere leden van het lichaam van
Christus nodig zijn om Hem compleet te maken?’

Mooi he. In feite alle reden om God dagelijks te danken voor deze positie
met Hem nu al te midden van de hemelingen en straks lijfelijk in het vaste
gebouw dat wij uit God ontvangen, in de hemelen; het is eonisch en dus
duurzaam genoeg! En dat ‘gebouw’ is een huis: ons vernieuwde, verheerlijk-
te lichaam. Dat zal dezelfde uitstraling van licht hebben zoals Hij dat nu
al
heeft, waarvan Paulus 3 dagen blind was.

‘Dat meen je niet! Waar haal je dat vandaan?’

Het staat in Filippenzen 3:20,21. Dat schrijft Paulus:

Ons domein is echter in de hemelen, waaruit wij ook de redder
verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, die ons vernederd
lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn
verheerlijkt lichaam
, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook
alle dingen aan Zichzelf kan onderschikken.

‘Het is gewoon geweldig. Je kunt het bijna niet bevatten. Dat moet voor
de hemelse machten en krachten geweldige verwondering oproepen.’

Dat is deel van die genade die God door ons heen gaat tentoonspreiden
te midden van de hemelingen. De lichtstralen van Zijn heerlijkheid
worden zichtbaar door de gemeenteleden en daarbij gaan we Zijn liefde
en wijsheid bekendmaken, door het woord, op een of andere manier.
Totdat al die hemelingen de knieën buigen voor Hem in de naam van
onze Heer!



Woord vandaag

‘Kun je zeggen waarom de hemelse bediening van het lichaam
van Christus zal gebeuren?’

Omdat Kolossenzen 1:19,20 ons zegt, dat ook de hemelingen met
God verzoend worden. Het lijkt mij bijna overbodig te zeggen, dat
er veel vijandigheid is vanuit een zekere categorie hemelingen
naar God toe, en van daaruit zijn zij ook vijandig naar de mensen.
Daarbij stellen zij alles in het werk om ook de mensen in diezelfde
vijandschap naar God toe te trekken en daarin aan te moedigen.

‘En het lichaam van Christus is speciaal bedoeld die verzoening met
God van de hemelingen te bevorderen?’

Als je Efeziërs leest, kan het niet anders. God heeft dat zo vastgelegd.
Het plan van God is logisch: Israël heeft een bijzondere bediening op
aarde, zij zijn een koninklijk priesterschap, een volk, Gods eigendom.
De priesterschapsfunctie is nergens in de brieven van Paulus aan de
gemeente, het lichaam van Christus, toebedeeld.
Dat lichaam van Christus heeft een specifieke plaats en missie te mid-
den van en voor de hemelse machten en krachten.

‘Dat is helder. Er is een totale verzoening van alle hemelingen en alle
mensen op komst, daarvoor zet God Israël en het lichaam van Christus in.’
Dat is wat Paulus leert in zijn brieven. Wij zullen de boodschap van vrede
voor alle hemelingen brengen. Daarvoor zullen wij veranderd worden en
een aangepast heerlijkheidslichaam hebben. Ongelooflijk, maar waar.
Het is overstromende genade van a tot z. Dit kun je niet verdienen. Hier-
voor moet je door God uitgekozen zijn. Er is niets van onszelf bij. Totale
overwinning van Christus uiteindelijk, maar dan wel met en door Zijn
lichaam. En: totaal het werk van Gods geest, Gods genade!

Hem nu, die oneindig veel meer kan doen boven alles wat wij verzoeken
of bevatten, in overeenstemming met de kracht die in ons werkzaam is,
Hem zij de heerlijkheid in de uitgeroepen gemeente en in Christus Jezus,
in alle generaties van de eon van de eonen! Amen!   Efeziërs 3:20,21 CV

Woord vandaag

Heerlijk, die Efezebrief. Ik kan er geen genoeg van krijgen. Zit steeds
in mijn hoofd. Wel hele lange zinnen. Lastig te lezen.’

Is een geweldige brief. Men zegt wel, dat het de top is van alles wat God
aan ons als mensen wilde bekendmaken. Bijzonder, als je daar enig zicht
op gaat krijgen. Een bediening voor hemelingen? Meestal wordt gezegd,
dat engelen
(‘boodschappers’ is een beter woord) de gelovigen dienen.

‘Het is andersom? De gelovigen dienen de boodschappers?’

We zijn bedoeld de onnaspeurlijke rijkdom van Christus als evangelie
bekend te maken. Nu al en straks boven aan de hemelse machten.
Daarvoor heeft God ons al vóór de eonen (tijdperken) genade geschonken
in Christus Jezus. En de genadegaven en de roeping van God zijn onbe-
rouwelijk, zegt Paulus in Romeinen 11:29 over Israëls roeping. Maar dat
past ook op die van het lichaam van Christus.

‘Je kunt er niet bij met je gewone mensenverstand. Het gaat boven je
denken uit.’

De roeping is uit God, zoals alles. God bewerkt alles naar de raad van
Zijn wil. Daar kunnen wij niet bij. Het is te groots. Als je daar over na-
denkt, dan word je als mens heel erg klein. Als mens heb je in feite niets
te vertellen. Een leven van een mens is in een zucht voorbij. Maar niets
is zinloos. Alles heeft uiteindelijk betekenis.

‘Als je deze dingen bedenkt, hoe groot God is, word je stil. De heerlijkheid
is zo groot!’

God zal later antwoord geven op vragen waar wij als gelovigen vandaag nog
mee worstelen. Dingen die ons overkomen begrijpen wij niet altijd. Als we
zien wat het uiteindelijk oplevert, zullen we alleen Hem kunnen danken
en loven en prijzen. En we hebben later alle ’tijd’ (zonder einde) om dat te
gaan bevatten!