Woensdag 11 december: koninkrijk in de Griekse Schrift – 2

Beste luisteraars, als u komende woensdag (11 december 2013)
wil meeluisteren, dan kan dat ’s avonds om 20:00 uur via deze link: http://www.godswoordcentraal.nl/Diensten/Dienst_live2_audio.htm  

Als u gaat meeluisteren: er zal op woensdag 11 december 2013 vlak voor
aanvang van de bijbelstudie op www.da-ath.nl de powerpointpresentatie
beschikbaar zijn zodat u thuis aan de computer zelf de presentatie kan volgen.

Woord vandaag

‘We zijn zeer gezegend, dat wij zo’n plaats van Vader hebben ont-
vangen. Had je dat ooit kunnen bedenken?’

Het lotdeel dat wij ontvangen, is boven. In de tussenzin van Efeziërs
1:11 staat iets dat je ook moet overwegen, ermee bezig moet zijn:

wij, die tevoren bestemd zijn in overeenstemming met het voornemen
van Hem die alles bewerkt in overeenstemming met de raad van Zijn wil

Onze plaats, ons lotdeel wordt verbonden met Zijn voornemen, Zijn
plan. Het woord voornemen staat ook in Efeziërs 3:11: het voornemen
van de eonen
. Dáár heeft het alles mee te maken. En wij zijn tevoren

daarvoor bestemd. Dat zegt Efeziërs 1:5 ook, wij zijn tevoren bestemd
tot zoonschap (plaats van zoon). Dat zoonschap blijkt hier in vers 11 in
te houden, dat wij in overeenstemming met Zijn voornemen ingezet
zullen worden als zonen. De schepping wacht op de onthulling van de
zonen van God, zegt Romeinen 8.

‘Dat is wat! Je kunt het bijna niet bevatten. Wij als zonen ingezet in Zijn
plan van eonen. Waar heb ik dat aan verdiend?’

Het is de rijkdom van Zijn genade, die Hij laat overvloeien in ons. Wij,
die nooit hadden kunnen vermoeden voor zo’n hoge roeping in aan-
merking te komen. Wie zijn wij? In onszelf stellen we niet veel voor.
Maar als instrumenten in Zijn hand, maakt Hij ons tot zonen die Zijn
voornemen uitvoeren onder leiding van Christus Jezus. Nog toekomst!
Als we nog heel even nadenken over dat lotdeel, is het goed te besef-
fen dat Abraham lotgenieter van de wereld is (Romeinen 4:13). Wij
zijn echter alleen voor wat betreft rechtvaardiging door geloof met
Abraham verbonden.

‘Ja dat van het geloof begrijp ik, daarin is hij onze vader, maar wat be-
doel je dan met dat lotgenieten?’

Als we kijken naar Christus Jezus, de Zoon van God, dan zegt Hebreeën
1:2 dat Hij de lotgenieter van het (heel)al is. Omdat Christus Jezus de
eniggeborene van heel de schepping is, heeft Hij automatisch hogere en
verder reikende aanspraken dan Abraham. Daarom zei Hij ook tegen de
farizeeën en schriftgeleerden van Zijn dagen: ‘eer Abraham was, Ik ben’.
En in Hebreeën 1:2 staat óók, dat God door Hem de eonen maakt. En
zo zien we dat het in elkaar grijpt: de Zoon van God, Christus Jezus, is de
lotgenieter van het (heel)al. God maakt door Hem de eonen. Wij zijn
met heel nauw Hem verbonden, die lotgenieter van het (heel)al is. En
wij zijn tevoren bestemd tot zoonschap. de uitvoering van Zijn plan
van eonen. 
Dat is veel méér dan Abraham, die lotgenieter van de wereld
is!  
Dank Hem voor die grote genade! 

Woord vandaag

‘Soms denk ik: kon ik maar eens heel even net als een Daniël iets op-
vangen of zelfs zien van die geestelijke machten.’

Begrijpelijk, maar niet aan ons voorbehouden. We zien door Zijn woord
hoe het zit. Zo’n hemeling kan ons hoogstens iets van de waarheid aan-
reiken, maar door de brieven van de apostel zien we het totale plan!
God zal juist ons als gemeenteleden met Christus Jezus inzetten om Zijn
voornemen uit te voeren. Daartoe krijgen wij alle geestelijke kennis,
wijsheid en inzicht aangereikt. Wij weten meer dan de hemelingen!

‘Als je dat zo zegt, vind ik dat heel indrukwekkend. We hebben vaak
het idee dat ‘zij’ meer weten dan wij. Maar het is andersom!’

Vers 11 zegt dat wij in Christus door loting aangewezen zijn, opdat wij
zijn tot lofprijs van Zijn heerlijkheid. Dat ‘door loting aangewezen’ is
een beeld van wat Israël letterlijk meemaakte. Het lot werd geworpen
en zo werd het land (zie het boek Jozua) verdeeld onder de 12 stam-
men (misschien wel 13). Ieder kreeg een stukje toegedeeld. Maar het
land bleef van Ieue (Jahweh), Hij is de Bezitter/Eigenaar. Als zij Hem
niet dienden, moesten zij het land verlaten, de ballingschap in.

‘En wij hebben dus door loting een gebied boven, te midden van de
hemelingen?’

Zeker. Het voorbeeld van Israël is om ons iets van die realiteit boven
te laten zien. Wij kennen de grote Jozua, Christus Jezus, met wie wij
heel erg nauw verbonden zijn. Wij zullen met Hem die hemelse be-
diening ingaan na de bema, en tot lofprijs van Zijn heerlijkheid zijn!
Vandaar dat de apostel al het andere schade, vuilnis achtte omdat
de kennis van Christus Jezus, zijn (en onze ) Heer boven alles uit ging.
Als we Zijn liefde en genade leren kennen, dan zullen ook wij al het
andere onbelangrijk vinden! Het gaat om Hém!

Woord vandaag

Dat is wel goed om weer te beseffen: wat op aarde gebeurt, heeft te
maken met wat in de hemelen gebeurt.’

We zien daar iets van in het boek Daniël. Daar blijkt, dat geestelijke
vorsten over landen regeren. De vorst van het koninkrijk Perzië stond
21 dagen tegenover de man, gekleed in  linnen. Die man sprak tot
Daniël, zo staat in Daniël 10. Deze hemeling, een geestelijke macht,
hield de man in linnen 21 dagen tegen, totdat Michaël hem te hulp
kwam. Michaël is dan weer een hemeling die sterk met Israël verbon-
den is. Tevens wordt in Daniël 10:20 de vorst van Griekenland ge-
noemd. Geestelijk gezien gebeurt van alles wat wij niet kunnen zien.

‘Dat is heel wat. Denk je dat vandaag de dag leiders van landen ook
door geestelijke machten beheerst worden?’

Denk van wel ja. Zoals het toen was tijdens Daniëls leven, zo zal het
ook nu gaan. Geen enkele reden om te denken dat het veranderd is.
We zien wel de geestelijke druk toenemen naarmate het moment
dichterbij komt  dat het lichaam van Christus weggerukt wordt. De
tegenwerker bood de Heer alle koninkrijken van de aarde aan als
Hij één keer de tegenwerker zou aanbidden. Ongelooflijke verleiding.
Maar –als je het mij vraagt- de Heer wist heel goed wat Hij zei. Hij be-
riep zich op de Schrift, waardoor Hij de aanval kon pareren. Het is
voor ons als gelovigen met name in de tijd nodig te bidden om de
geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem.

‘En Zijn woorden en uitspraken te kennen als verdedigingswapen.’

Zoals we die in Efeziërs tegenkomen. Eén ervan is dat wij verzegeld
zijn met de heilige geest van de belofte naarbinnen de dag van de
vrijkoping. Daar kunnen wij ons altijd op beroepen, ook al kunnen
mensen en je eigen gedachten je aanvallen. Gedachten van schuld
en dergelijke, waar dan weer angst uit voortkomt. Geweldig woord
is dan die verzegeling. Of bijvoorbeeld Romeinen 5:1

Wij dan, gerechtvaardigd uit geloof, hebben vrede naar God toe door
onze Heer Jezus Christus. 

Woord vandaag

‘Het wordt steeds duidelijker, Efeziërs 1:9-11, het kost wel een tijdje er-
mee bezig zijn.’

We hebben gezien, dat het geheimenis van Gods wil is, dat Christus niet
alleen over heel de aarde, maar ook over de hemelen zal regeren. Over
de aarde houdt verband met Hem als de Zoon van Adam (de Zoon des
mensen); over de hemelen (eigenlijk alles) zal Hij regeren als de Zoon
van God
. We hebben ook gezien, dat het complement van de era’s bete-
kent,
dat het de compleet makende de laatste eon is. Daarin zal alles tot
volko
menheid gebracht worden.

‘En dat is zo geweldig, dat Vader dat allemaal zo doet. Er gaat niets mis.’

We zagen ook, dat het al te culmineren in de Christus inhoudt, dat alle
schepselen onder het ene Hoofd, Christus gebracht worden. Zij worden
al
lemaal opwaarts gericht naar Hem toe. Dat is nog toekomstmuziek
voor 
de schepping. Het zal gaan gebeuren, op Gods tijd. Het is allemaal
in overeenstemming met Zijn welbehagen dat Hij zich voornam in Hem.

Dat zegt vers 9. Door de profeet Jesaja zei Ieue al:

Denk aan de dingen van vanaf de eon, Ik ben de Al en niemand anders,
en er is geen verdere Alueim. Ik, die vanaf het begin verkondig wat het
einde zal zijn, van oudsher wat nog niet heeft plaatsgevonden.
Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en
Ik zal al Mijn welbehagen doen                                            
Jesaja 46:9-11

‘Geweldige woorden. Wat een uitzicht geeft dat. En Jesaja zag niet de
volle diepte daarvan.’

Efeziërs is heel helder: God heeft tevoren alles vastgelegd en gepland.
Er bestaat geen toeval. Let ook op de woorden voornam (vers 9) en
voornemen
(vers 11). In deze verzen 9-11 kom je onder de indruk van

wat daar allemaal gezegd wordt. Profetisch wordt vastgesteld hoe het
zit en wat Vader gaat doen. Heel de schepping is erbij betrokken:
….zowel wat in de hemelen als wat op de aarde is, in Hem.
Let op dat de hemelen het eerst genoemd worden, net als in Genesis
1:1. Niet onbelangrijk, want het zichtbare op aarde wordt gestuurd
door het onzichtbare wat in de hemelen is!