Woord vandaag
‘Kun je ook voorbeeld noemen uit de praktijk van Gods kracht?’
Je bent mens. Je kunt, om onverklaarbare redenen, jaloers worden op
een naaste, al dan niet gelovig. Je wéét, dat dat eigenlijk niet in de haak
is. Jaloezie is een werk van het vlees. Dan kun je jezelf erom verachten,
dat je zo bent. Maar met dit nare ‘gevoel’ kan ‘afgerekend’ worden door
het woord van het kruis. Want nu hebben wij die fijne mogelijkheid, om
onze gebeden tot Vader te richten.
‘Ja, ok, ga door.’
Wij richten ons gebed tot de Vader van Diegene, die Zijn hoge positie op-
gaf en Zichzelf verootmoedigde tot zelfs de dood van het kruis, voor ons.
Dan worden wij ons in dat gebed bewust van het feit, dat zowel die ander
op wie wij jaloers zijn als wijzelf zondaren en vijanden zijn. En we zijn ons
dan opnieuw bewust, dat wij allen met God verzoend zijn door de dood
van de Zoon.
‘Tsja, dat zet je weer met beide voeten op de grond.’
Je ziet, dat wij allen dat woord van het kruis heel hard nodig hebben. Want
dat is de basis voor werkelijke vrede. In dat licht (van het kruis) zie je wie je
werkelijk bent. En dan heb je geen ruimte meer voor jaloezie. Die ander is
niet beter dan dat jij bent, en andersom!
Het werkt dus uit tot iets goeds: jij bent niet langer jaloers en hebt ruimte
om met die ander vriendschappelijk om te gaan.
Woord vandaag
‘Dus de werking van het kruis is noodzakelijk om een geestelijk mens te
worden en te zijn?’
Een geestelijk mens heeft de werking van het kruis in het eigen leven dui-
delijk ervaren en steunt niet langer op eigen inzicht. Waar het om gaat, is:
het geestelijke met het geestelijke vergelijken. Voor de geestelijke mens
draait het niet om zielse ervaringen of eigen ervaringen, maar om wat God
in Zijn woord zegt. En om dat daarna als maatgevend te zien.
Want het woord is geestelijk. En dat legt de geestelijke mens als maatstaf op
zijn eigen meningen, ervaringen en het eigen denken.
‘Dat getuigt ook van wijsheid.’
En dan niet alleen de wijsheid zoals we die bijvoorbeeld in Spreuken vin-
den, maar de wijsheid van God, die eonen lang verborgen was en die nu
maatgevend is voor de geestelijk gerijpte mens in het geloof. Deze wijsheid
kon de apostel niet spreken onder de Corinthiërs, maar alleen onder de ge-
rijpten in het geloof. Want die rekenen met het geestelijke uit Gods woord.
‘Maar dan moet je dus ook gegroeid en geworteld zijn in het evangelie
van Paulus.’
Dat evangelie start bij het woord van het kruis (1 Corinthiërs 15:1-3), en dat
leidt ons naar de geweldige aspecten van rechtvaardiging, verzoening en
onze hemelse positie en status in Christus Jezus.
Dan wordt het ook je ervaring: het is Gods kracht voor ons die geloven
(1 Corinthiërs 1:18). En juist die kracht hebben wij nodig in ons dagelijks
leven waarin wij in onszelf zwak en hulpeloos zijn. Als het erop aan komt
(en niet alleen dan!), ervaren wij Zijn kracht!
Woord vandaag
‘De werking van het kruis wordt me steeds duidelijker.’
Net als allerlei godsdienstige bijeenkomsten en oefeningen, geldt ook voor
het zich houden aan de Thora (wet) van Mozes, dat het in feite niets doet
als het gaat om zegen en nabijheid van God te ervaren. Misschien geeft het
een goed gevoel, of een gevoel van gezegend te worden, maar ook dat is niet
de ware bron van zegen. Als mensen misschien vinden dat ze zich aan de
Thora moeten houden, dan komen ze er –als het goed is- vroeg of laat achter
dat ze niet onder Thora zijn.
‘Gevolg van het kruis is, dat wij nu onder genade leven.’
Als de Thora-houders daar achter komen, voelen ze zich wellicht verlaten en
zoeken ze naar richting voor hun leven. Zo waren ook de Corinthiërs bezig:
zij wilden dat er in water gedoopt werd, onder andere. Zij hadden allerlei
onenigheid en vragen omtrent hun geloof en hoe dat praktisch in te vullen.
Paulus merkte echter op, dat hij besloten had niet iets anders onder hen te
weten dan Jezus Christus en die gekruisigd (1 Corinthiërs 2:2).
‘Ja. Dat hadden zij nodig. Merkwaardig genoeg toch een basisgegeven.’
In 1 Corinthiërs 15 lezen wij uitgebreid over het andere grondprincipe van
het evangelie: de opstanding. De Corinthiërs hadden beide hard nodig: de
prediking van het woord van het kruis en de boodschap van de opstanding
van Christus. Het ene eindigt de oude mens met al zijn zielse bezigheden,
verlangens en ervaringen. Het andere toont de nieuwe mens die uit het
graf oprees en die geestelijk gericht is. Die is niet afhankelijk van sfeer,
omstandigheden, godsdienstige bijeenkomsten en/of rituelen, maar van
Hem, de Vader alleen!
Woord vandaag
‘We zijn in alle opzichten gezegend door Zijn werk aan het kruis.’
Jazeker! Als we onze zegen en het ervaren ervan zoeken doordat wij bezig
zijn met allerlei activiteiten, dan is dat meer ziels gericht. Die (gemeentelijke)
activiteiten zijn in zichzelf niet verkeerd. Het gaat om de bron van zegen.
Dat is alleen en te allen tijde God zelf, door Zijn Zoon. Alle zegen komt van
hen via het kruis (en opstanding) naar ons als gelovigen.
‘Het opent je ogen voor waar het echt om draait.’
Kijk, Paulus zei dat hij diverse mensen in water gedoopt had toen hij onder
de Corinthiërs werkte. Paulus wist maar al te goed dat de doop in water
slechts een type is van de ware doop waar het om gaat: Zijn dood en opstan-
ding. En in de tegenwoordige tijd geldt één doop (Efeziërs 4:5): die in de
geest van God. Ook hier zien we, dat kruis en opstanding een einde maken
aan eventuele religieuze plechtigheden, hoe fijn een getuigenis bij een doop-
dienst ook kan zijn.
‘Maar dat getuigenis is toch niet verkeerd?’
Nee, kan juist echt fijn en opbouwend zijn. Waar het om gaat, is dat allerlei
religieuze en godsdienstige bijeenkomsten nooit de bron kúnnen zijn van
onze vrede en ons geluk. Het zijn hulpmiddelen die kunnen helpen om het
woord van het kruis te laten klinken in de oren en harten van de mensen.
Het woord van het kruis doet ons bewust worden van Gods kracht en aan-
wezigheid. Door dat woord kunnen wij echt geraakt worden in ons hart en
wij ervaren daardoor Gods nabijheid. Dát is geestelijk.