17 mei 2019
‘De eenheid van de geest.’
In het lichaam van Christus is als eerste
de geweldige eenheid van de geest aan-
wijsbaar aanwezig. Voor alle leden is het
zo, dat zij in één geest naarbinnen één li-
chaam gedoopt zijn. En die geest zal zich
onmiskenbaar laten zien door alle leden.
Daar waar men afwijkt zal zich dat doen
voelen. Het gaat om de waarheid van het
woord van God. Al wat geschreven is, is
tot ons onderricht opgeschreven. En is tot
onderwijzing, geen directe waarheid voor
ons.
‘De brieven van Paulus.’
Die zijn direct aan ons gericht. Al ande-
re Schriften werden aan Israël gericht
en slaan niet rechtstreeks op ons. Niette-
min zouden wij de eenheid van de geest
van God uitleven en ons niet in verwar-
ring laten brengen door degenen die af-
wijken van het woord van God. In elk ge-
val zijn wij het, die eenheid van de geest
bewaren en steeds vrede houden met alle
mensen.
‘Het is steeds anders dan je denkt.’
We zouden leren denken uit de eenheid
van de geest. Al het andere wijkt af. Als
mens ben je geneigd mee te gaan in ver-
deeldheid maar word je door de Schrift
gecorrigeerd. God wil dat wij vrede hou-
den met alle mensen, inzonderheid de
gelovigen. Dat is dezelfde lijn als: God
redt alle mensen, inzonderheid de gelo-
vigen. En daarin verblijden wij ons, met
al die anderen die óók -nu- geloven.