‘Wijsheid voor deze tijd.’
Dat lezen we in de brieven van Paulus
en zeker ook in Titus:
Ten gunste hiervan heb ik jou in Kreta
achtergelaten, opdat jij per stad oud-
sten zou aanstellen, zoals ik jou voor-
schrijf Titus 1:5
De ouderen in een ekklesia (plaatselij-
ke gemeente) zijn degenen die ouder
zijn in het geloof. Niet per se in leeftijd.
In de regel is het zo, dat oudsten aan-
wezig zijn; dan hoef je ze niet te kiezen
of aan te stellen. Ze zijn er al.
‘En als ze er niet zijn?’
Dan hoef je ze ook niet te benoemen,
ze zijn er immers niet. Titus moest in
verband met de urgentie te Kreta bij
de plaatselijke ekklesia’s, goed kijken.
En dan in de ekklesia’s voorstellen wie
in feite de oudsten zijn. Opdat ze die
zouden accepteren uit de hand van de
Heer. Het is geen democratisch proces,
zoals dat politiek plaatsvindt heel wat
landen.
‘Dat is anders dan in kerken.’
Ja daar gaat het anders dan eigenlijk
hoort. Ook in diverse plaatsen, zoals
je in Handelingen 14:23 leest, wezen
de apostelen de oudsten aan die al
aanwezig waren. Dat blijkt niet uit de
vertalingen; die wekken de indruk dat
de gemeentes zich oudsten uitkozen
met opsteken van handen. Maar in fei-
te lees je dat Paulus en Barnabas voor
hen (de gemeentes) oudsten selecteer-
den. Ze konden ze aanwijzen (letterlijk:
uitstrekken van de hand) omdat ze al
herkenbaar waren.