25 juni 2020
‘We leven uit genade.’
En we leven de genade van God uit. Al-
les is daarop gebaseerd. In Romeinen 8:
1-4 klinkt de samenvatting van de voor-
afgaande hoofdstukken:
zo is er dan nu geen veroordeling voor
hen die in Christus Jezus zijn
Dat is het logische gevolg van wat klonk
in Romeinen 1-7. De mens kon niet ho-
open op Gods goedgunstigheid, gelet
op zijn gedrag.
‘De mens stond er niet best voor.’
Paulus laat dat heel erg scherp zien in
het gedeelte 1:18-3:20. Op grond van
het werk, de dood en opstanding van
Christus, werden de sluizen van Gods
genade in het goede nieuws dat Pau-
lus brengt, wijd opengezet. Overstro-
mende genade. Een prachtig beeld is
als het vloed wordt bij de zee. Niets is
er dan, wat het water kan keren. Men
kan wallen van zand neergooien; toch
komt het water eroverheen.
‘Genade van God is niet te stoppen.’
De zonde kan dat niet, de vijandschap
evenmin, maar ook de onwil van de
mens is geen partij voor de genade van
God. Zij komt met de onweerstaanbare
kracht van Gods liefde opzetten en zal
alles en iedereen uiteindelijk meevoe-
ren. Gelukkig degene, die al overwel-
digd is geworden, net als Saulus, door
Zijn genade. Dat is de achtergrond van
Romeinen 8:1. Vader, dank U wel.