‘Wat ik me afvraag is: God redt alle mensen, maar er
zijn toch teksten die mensen aanhalen die mij weer
aan het twijfelen brengen.’
Zoals?
‘Nou, de Heer Jezus heeft het over de buitenste duisternis.
En ik weet al wel, dat het woord ‘hel’ onder andere een vertaling
is van gehenna. Maar ik zit nog wel met die teksten van buitenste
duisternis en zo, eeehhh bijvoorbeeld in Mattheüs 22:13.’
Ja als we dat stukje lezen, dan gaat het om een gelijkenis over het
koninkrijk der hemelen. Merk op, dat Hij gelijkenissen sprak om
dingen over dat koninkrijk te verbergen (Mattheüs 13:10-17), het
volk was hardhorend en ziende blind geworden.
De Heer gebruikt hier allerlei stijlfiguren, beeldspraak, om de
discipelen iets te vertellen over dat koninkrijk. Het is een vrij
bekend gedeelte, dat op andere dingen duidt dan je denkt.
Laten we even snel kijken: De koning = God, de zoon = de Heer
Jezus zelf, de bruiloft = het koninkrijk der hemelen, de 1000
jaren op aarde, de gasten = de heiligen van Israël, de vriend die
geen bruiloftskleding droeg = een onwaardige voor het konin-
krijk; hij was wel geroepen, maar niet uitgekozen.
‘En die niet uitgekozen was, wordt buiten gezet?’
Ja, die mag niet deelnemen aan de bruiloftsfeestelijkheden.
Die erbuiten staan, zullen knarsetandend van een afstand
moeten toekijken hoe de feestelijkheden van de regering van
de Messias Jezus in Jeruzalem verlopen.
Zij zijn niet in de buurt van het licht, zij zijn in de duisternis
beland, en moeten knarsetandend toekijken hoe het feest
voortgaat.
Weer anderen belanden wel in de gehenna (Mattheüs 13:41,42),
gevolg van een gericht dat zij ondergingen.
Deze gelijkenissen hebben dus geen toepassing voor nu, de dagen
waarin wij nu leven. Nu leven wij in de tijd van Gods overstromende,
rijke genade!