‘Nou, dat van gisteren, dat was wel indrukwekkend zeg. Het is werkelijk groot,
dat plan van God. En dat wij daar zo’n opvallende plaats in innemen.’
Nog wel de plaats van zoon! Daarmee vervolgt hij in Efeziërs 1:5.
Er staat ook bij, dat het in liefde is geweest, dat God ons tevoren bestemde om
de plaats van een zoon te mogen bekleden.
‘En de andere vertalingen dan? De NBG’51 heeft ‘als zonen worden aangenomen’
en de nieuwste heeft ‘kinderen te worden’ (NBV).’
Daaraan zie je, dat de NBG’51 het woord ‘zonen’ nog wel heeft, maar de laatste
vertaling zet ‘kinderen’ in de tekst. Dat is foutief. In de grondtekst staat het woord
voor ‘zoon’. Letterlijk: ‘de plaats van zoon’. Een aanneming is het ook niet, dat zou
een soort adoptie veronderstellen.
Maar het is geen adoptie, als Hij ons al vóór de nederwerping uitkiest en tevoren
bestemt tot plaats van zoon.
Wij waren toen niet zonen of kinderen van iemand anders.
Van meet af aan zag God ons als ZÃjn zonen.
‘Wel mooi zeg, al moet je er wel even op gewezen worden, hoe dat zit met die ver-
schillen in vertaling.’
Ja, het is in feite een bijzondere plaats van zoon, want datzelfde wordt ook van
Israël gezegd (Romeinen 9:4,5). Deze plaats is er niet een op aarde, maar te midden
van de hemelingen.
Wij hebben dan ook geestelijke zegeningen te midden van de hemelingen staat in 1:3.
Stel je dat eens voor he, wij, de laagsten van deze aarde want wij hoorden niet eens
bij Israël, wij worden de hoogsten in de hemelen! Het onvoorstelbaar groot!
‘Paulus maakte wel erg veel van Gods genade bekend he. Het is teveel om te bevatten.
Je kunt er met je denken niet bij. Als je die brieven van Paulus leest, lijkt het net of
hij altijd vol vreugde was en dat hij altijd optimistisch is geweest.’
Hij stapelt met woorden in deze brief. Het gaat om ‘de heerlijkheid van Zijn genade’
en om ‘de rijkdom van Zijn genade’ en zelfs om ‘de overstijgende rijkdom van Zijn
genade’. Om alleen van ‘Zijn genade’ te spreken was niet genoeg meer.
Met zo’n boodschap voor ogen ga je echt met opgeheven hoofd door het leven!
‘Dank U wel, Vader!’