‘He heb jij ook dat interview op 9 februari 2010 bij Moraalridders (EO)
met Franca Treur gezien?’
Ja, later via internet. Zij schreef de roman: ‘Dorsvloer vol confetti’.
Het gaat over een Zeeuws dorp waar het christelijk geloof een belangrijke
rol speelt. De interviewers bespreken met haar dat boek en hoe zij zelf in
het leven staat. Zij denkt dat geloof vooral in de hoofden van de mensen
zit en ze weet eigenlijk niet of God wel bestaat. Ze gelooft in elk geval niet
meer zoals zij ermee grootgebracht is.
‘Ja ik vond het boeiend om te luisteren hoe dat bij haar is gegaan. Het leek
erop, dat zij tijdens haar studie anders over de dingen is gaan denken.’
Dat idee had ik ook. Voor mij waren er twee momenten in het interview die
eruit sprongen.
‘Waar ging het over op die momenten?’
Zij zei eerst iets over God die aan het einde van haar leven haar opwacht
en dan het kaf van het koren scheidt, de schapen en de bokken verdeelt.
Op dát idee over God is zij afgeknapt, zo kwam het op mij over.
‘Ja dat dacht ik ook bij wat ze zei. En wat was het tweede moment?’
Toen ging het over de God die op de rechterstoel zit. Dat is dan het beeld
van een hele strenge God, die mensen voor eeuwig verwerpt. Dat zei zij
niet letterlijk in het interview, maar dat zit er uiteraard bij. En natuurlijk
de verschrikkelijke uitverkiezingsleer van de Dordtse leerregels.
‘Daar heb je het pas nog over gehad. Hoe langer ik erover nadenk, hoe erger
ik dat ook ga vinden. Het klopt absoluut niet met wat de bijbel zegt, dat God
een God van liefde en genade is.’
Precies. Ik denk, als Franca Treur dát van God zou weten, zij anders over
deze dingen zal denken en God echt als God zal zien.