Openbaring 6:11-17 het verbreken van het zesde zegel
markeert het hoogtepunt van de dag van de mens.
Babel, ofwel: de mens in het middelpunt, centraal.
Dat gaat God afbreken, en dat heeft uitwerking in de
natuur. Het belangrijkste is de geestelijke werkelijkheid.
Al met al heel wat om over na te denken, luister naar
deel A en deel B.
Woord vandaag
‘Het was weer boeiend gisteravond.’
We zijn weer wat verder gekomen in dat
toch zo bijzondere bijbelboek Openbaring.
Het is in feite weer een boek dat draait
om de Messias van Israël, de Heer Jezus
Christus. Híj wordt in dat boek onthuld!
En Hij blijkt de Eerste en de Laatste te
zijn, het Begin en het Einde, de Alfa en de
Omega.
‘Dat wordt in Jesaja van IEUE gezegd.’
Christus Jezus was in Zijn heerlijkheids-
gestalte voordat Hij mens werd, Degene
Die IEUE representeerde naar de mensen.
Als de profeten de heerlijkheid van IEUE
konden zien, zagen zij het Beeld van God.
Wanneer zij Hem hoorden spreken, was
Hij dat als het levende Woord van God.
‘Ja, het draait om Hem.’
En Hij schikt Zich altijd onder Vader. Hij
deed niet Zijn eigen wil. Ook niet toen
Hij op aarde was. En nu ook niet, nu Hij
verheerlijkt is aan de rechter(hand) van
Vader. Hij laat Zich in Openbaring zien
als Degene aan Wie Vader al het gericht
had gegeven. Vandaar dat men ná het
verbreken van het zesde zegel spreekt
over de verontwaardiging (NBG: toorn)
van het Lam(metje).
Woord vandaag
‘Vanavond Openbaring studie.’
Ja is steeds actueel, de thema’s uit Tenach
komen naar voren en we ontdekken dat
wat geschreven staat. Openbaring sluit aan
bij de profetie van Tenach, en de Heer Jezus
deed dat ook. Hij zei er wel nieuwe dingen
bij en geeft ook chronologisch in tijdvolgor-
de aan wat gebeurt.
‘Daarin is de laatste jaarweek cruciaal.’
Wanneer het verbond met velen geratifi-
ceerd wordt, zal die gaan lopen. Tot dat mo-
ment staat de klok wat betreft de vervulling
van die profetie stil. Na de bazuin en weg-
rukking van de gemeente volgens 1 Thessa-
lonicenzen 4:15-18 gaan de ontwikkelingen
hier op aarde door.
‘God is altijd actief.’
Dat hebben we gezien bij de besprekingen
van Filippenzen. Ook een zeer bijzondere
brief van dé apostel waar we naar zouden
luisteren in deze tijd van genade. In Romei-
nen komt de genade van God naar voren.
In Galaten wordt deze door Paulus vurig
verdedigd, waar we God dankbaar voor
mogen zijn. Zo kom je heel scherp het on-
derscheid tussen wetticisme en genade
aan de weet. Fijn, dat de apostel dat ons
heeft nagelaten. Genade regeert nu.
Woord vandaag
‘Met Paulus blijf je uit de verwarring.’
Zeker. Als je gewoon gelooft wat hij in
zijn brieven schrijft. Daarvan zijn beide
brieven van de unieke verwachting van
het lichaam van Christus een wezenlijk
onderdeel: 1 en 2 Thessalonicenzen.
In deze dagelijkse overdenkingen komt
dit regelmatig aan de orde.
‘Ja, ik verheug me op de bazuin.’
Gelukkig kunnen we gewoon geloven
wat in deze brieven gezegd wordt. Geen
probleem. De verwarring ontstaat, wan-
neer mensen gaan redeneren, en andere
tekstverbanden erbij gaan halen. Zoals
Mattheüs 24 en Openbaring. Deze zijn
echter niet voor het lichaam van Christus
bedoeld, maar voor Israël en de volkeren.
‘Woord van de waarheid recht snijden.’
Die aanwijzing zouden we nauwgezet
opvolgen, ja. Zodra je verschillende tekst-
verbanden door elkaar gaat halen, ont-
staat de eindeloze verwarring die je over-
al om je heen ziet en hoort. In bovenver-
melde schriftgedeelten wordt niet over
het lichaam van Christus gesproken. Dat
was aan Paulus voorbehouden, door de
Heer zelf!
Geciteerd
De zeven bazuinen – 2
‘Maar waarom wordt dit (in 1 Corinthiërs 15:52, DG)
de laatste bazuin genoemd? Dit kunnen we niet ab-
soluut stellen, want zelfs de zevende bazuin die het
koninkrijk inluidt zal niet de laatste keer zijn dat er
een bazuin geblazen zal worden. In het ritueel bij
de tempel en bij de feesten en gedenkdagen zal
de verloste aarde vaak de klanken ervan horen.
De zevende is de laatste van de serie. Zo is ook
de laatste bazuin de laatste stoot van een aanhou-
dend blazen. De nadruk die de apostel legt op het
plotselinge van onze verandering in een kort ogen-
blik heeft de indruk doen ontstaan, dat de hele
voortgang van Zijn verschijning heel snel gebeurt.
Ons wordt integendeel gezegd, dat de doden in
Christus eerst zullen opstaan. Er bestaat een zeke-
re volgorde in de snelle gebeurtenissen van Zijn
aanwezigheid:
Eerst zal de opstanding van de doden plaatsvinden.
Vervolgens zullen de levenden omgezet worden
(Filippenzen 3:21).
Daarna zullen beiden, tegelijkertijd gezamenlijk weg-
gerukt worden (1 Thessalonicenzen 4:17) tot een
ontmoeting van de Heer in de lucht.
Tot voor kort werd de gedachte van het blazen op
de bazuin die over de hele aarde hoorbaar zou zijn
als kleinzielig bijgeloof beschouwd. Geluid gaat heel
traag. Het gaat ongeveer maar 300 meter per secon-
de. Het zou een behoorlijk deel van een dag in beslag
nemen voordat elke plaats op aarde bereikt is.
De kracht van dat geluid zou snel afnemen zodat het
oor het niet meer hoort. Het is zo gezien onmogelijk,
dat de heiligen in een kort moment die klank kunnen
beantwoorden!
Geloof zou redeneren, dat het net zo onmogelijk is
als het doen opstaan van de doden. Het ene wel
geloven, maar het andere niet, zou zeker onlogisch
zijn. Maar onlangs werden al zulke tegenwerpingen
van de pseudo wetenschap ingetrokken.
Geluid kan met de snelheid van het licht gedragen
worden en in minder dan 1/10 van een seconde
naar de uitersten van de aarde reizen. Ik heb een
fluistering gehoord die mijlenver van de plaats waar
ik was, geuit werd. Ik heb geluisterd naar klanken op
1500 mijl afstand, die aan de overkant van de straat
niet te horen waren.
Het is voor de inwoners van de Verenigde Staten
van Amerika niet onmogelijk om tegelijk één man te
horen spreken. De stem van de president is door het
het land te horen geweest. De stem van de Duitse
bondskanselier is in vrijwel heel de wereld te horen
geweest.
Hoe makkelijk is het dan voor de Heer om de Zijnen
te roepen! Een andere interessante gedachte is naar
voren gekomen door recente experimenten met ge-
luid. De vraag komt echter naar boven: hoe kan het,
dat de levenden niet veranderd worden bij de eerste
bazuinstoot?
Waarin verschilt die in kwaliteit van de laatste?
Geluid, te horen door het menselijke oor, is maar
een klein deel van het grote spectrum van levende
energie waarbinnen onder andere hitte en licht val-
len. Er zijn geluiden die wij niet kunnen horen.
Die zijn te laag of te hoog.
We kunnen ons gemakkelijk voorstellen, dat de
eerste bazuinstoot met zo’n grote energie gepaard
gaat, dat die met het menselijke oor niet te horen is.
Het zal leven aan de doden toedelen. Het zal hen
onverderfelijkheid brengen. Toch zal die aan de
levenden voorbij gaan. Het zou kunnen, dat wij die
nog in leven zijn bij de aanwezigheid van de Heer,
de eerste klanken van het grote bazuinen dat onze
aardse reis afsluit, zelfs niet horen.
Wij zullen in geen geval de ontslapenen in Christus
voorgaan (1 Thessalonicenzen 4:15). De huidige
afval doet deze ernstige verzekering overbodig lijken.
Als allen ‘naar de hemel gaan wanneer zij sterven’,
welke kans bestaat er dan dat wij hen voorgaan?
Paulus stuurde nooit iemand die dood was gegaan
naar de hemel. Hij stelde dat uit tot de opstanding.
Om de laatste bazuin(stoot) te kunnen begrijpen,
moeten we ons echter herinneren dat zij het eerst
op het bazuingeschal zullen reageren. Wij zullen de
doden dus niet voorgaan. Zij zullen eerst opstaan.
Een ander deel van de afvalligheid wil de heiligen
op dit punt van elkaar scheiden. Ons wordt verteld,
dat velen van de doden jaren eerder dan anderen
die nog steeds leven, opgewekt worden en met hen
samengevoegd worden in de opstanding.
Zo zegt dit gedeelte het niet. Zowel de opgewekten
als de levenden zullen gezamenlijk weggerukt wor-
den, tegelijkertijd, om de Heer in de lucht te ontmoe-
ten. Onze vertalingen negeren dit woord. Ze dachten
zeker dat dit wel begrepen zou worden doordat het
met ‘samen met’ of ’tezamen met’ vertaald werd.
Maar de geest van God benadrukt dit punt juist.
De levenden en de opgewekten worden gezamenlijk
en tegelijkertijd weggerukt. Als het overbodig zou
zijn, dan is dat hier geïnspireerd. De afvalligheid die
afwijkend hiervan leert, wordt ermee gecorrigeerd.
De betekenis van hama, het Griekse woord dat hier
gebruikt is, wordt in de vertalingen nogal eens
genegeerd. Slechts zelden wordt in de Nederlandse
vertalingen hama met tegelijkertijd of tegelijk weerge-
geven. Meestal wordt het helemaal niet vertaald.’
Uit: The Unveiling of Jesus Christ’ blz. 258-261,
A.E. Knoch