‘Ja het leven van Abram was bijzonder. God gaf toch een zoon.’
Ook Abram had last van zijn vlees. Hij accepteerde het aanbod van Sarai
  om Hagar, de Egyptische slavin, tot vrouw te nemen en bij haar voor Sarai
  nageslacht te verwekken. Dit was niet uit geloof, maar uit het vleselijke 
  denken. Ook nu nog ondervinden we de strijd tussen Ismaël en Isaäk, en
  de naar het vlees verwekte vervolgt de in geloof verwekte.
‘Later werd Isaäk toch geboren.’
Tot dat moment had God niemand anders nodig. Hij was in volle controle 
  over de omstandigheden. Vanaf het eerste begin toen Hij Abram riep uit Ur
  tot en met de dag dat Isaäk echt geboren werd, kon Hem niets verrassen.
  Hij reageerde ook niet achteraf om zaken te corrigeren. Alles moest zo ge-
  beuren. Dit was de weg die God ging met Abram en Sarai.
 ‘Abram ging zelf weleens weg uit Kanaän.’
We lezen dat onder meer in Genesis 20. Hij trok weg uit Kanaän en kwam
  in het Zuiderland (Negev) en woonde tussen Kades en Sur en verbleef als 
  vreemdeling in Gerar. Wat dat typologisch voorstelt laten we nu even rus-
  ten, maar waar het om gaat is de kwestie met Abimelech. Het is voor ons
  als lezers spannend, want Abimelech nam Sarah bij Abraham weg. Zou hij 
  dan nageslacht gaan verwekken bij Sarah?
‘Hij was niet tot Sarah genaderd.’
Ja, hij had Sarah niet tot vrouw genomen. Waarom was dat? Omdat hij ont-
  zag had voor Abraham en bang was voor zijn wraak? Of was hij bang voor
  de God van Abraham? God zei tegen hem dat hij zou sterven omwille van 
  Sarah. Maar Abimelech was niet tot haar genaderd. Was Abimelech dan zo’n
  goede man, dat hij dat niet deed? Niets van dat alles. De ware oorzaak van 
  het feit, dat hij Sarah niet aanraakte was dit:
God zei tegen hem in de droom:
Ik heb jou ook ervan weerhouden tegen Mij te zondigen en daarom heb Ik
 jou niet toegelaten haar aan te raken                                        Genesis 20:6
 Abimelech, de koning, had geen vrije wil. God beheerste zijn wil. Ook bij
  Abimelech was God het, die zowel het willen als het werken bewerkte!
  De koning had geen wil die hij kon buigen naar eigen verlangen of inzicht.
  Dit is anders dan anderen beweren, dat een mens een vrije wil heeft. 
  Dat laatste is een farce, een spookbeeld, een mythe. Alleen God zelf heeft 
  echt een vrije wil, Hij onthulde Zich als Al-Sjaddai, de Algenoegzame, Dege-
  ne Die alles in Zijn hand heeft!
