Woord vandaag

‘Het vers van vandaag vervolgt eigenlijk dat van gisteren, de man van
het verderf en wat hij veroorzaakt.’

Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg,
en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden (Spreuken 16:28)

Je kunt wel stellen ja, dat deze man ruzie laat ontstaan. In hem zelf zit het
verderf, de scheiding. Belial – dat zagen we gisteren. Daar zit de verdeeldheid,
de desintegratie al in. Hier wordt een woord voor ‘verderfelijk’ gebruikt, dat
te maken heeft met ‘verdraaien’ , ‘omturnen’. Hij heeft zelf een verdraaid,
omgeturnd hart en brengt ruzie teweeg. Een soort intrigant die door middel
van intriges er zelf beter van wordt en omhoog klimt.

‘Zulke mensen schuwen geen enkel middel om hun doel te bereiken.’

Helaas komen zij in de christelijke wereld ook voor. Het zijn zij, die
hun eigen gedachten navolgen en anderen meetrekken in hun straatje.
Daardoor veroorzaken zij scheiding tussen gelovigen, wat tot hun eigen
verderf leidt. Als we alert zijn en de hele wapenrusting van God aandoen
en zo  standhouden, gaan we niet mee, o.a. door ‘er staat geschreven’!

‘Er zijn wel talloze groepen en groepjes binnen de christenheid, daardoor
vragen veel mensen zich af wie nu ‘de waarheid’ kent.’

Je hoort weleens zeggen, dat al die verschillen eigenlijk een uitdrukking
zijn van Gods veelkleurige wijsheid. Dat hoorde je 25 jaar geleden al wel
eens zeggen. Later realiseer je je echter, dat het gaat om hopeloze ver-
deeldheid. Net als in de gemeente in Korinthe. Dat lijkt wel een blauwdruk
van de christenheid die daarna langzaam maar zeker ontstond.

‘Dus net zoals in het dagelijks leven een lasteraar scheiding tussen vrienden
veroorzaakt, zo heeft de tegenwerker dat ook in de christenheid gedaan?’

Dat kun je wel zo stellen, lijkt mij. Mensen, die het allemaal van een afstandje
bekijken, zeggen dat je de waarheid niet kunt kennen omdat het allemaal zo
verdeeld is, en wie zal het dan bij het rechte eind hebben? De Heer Jezus bad
om eenheid tussen Zijn navolgers in Johannes 17. Daarbij bad Hij ook:
‘Uw woord is de waarheid’ (17:17). Laten wij dan Gods woord centraal stellen
én houden. Het woord zelf laten spreken, Schrift met Schrift vergelijken; dát
loont en God zal je door Zijn geest leiden in alle waarheid, zoals de Heer ook
tegen Zijn discipelen vlak daarvoor zei! (Johannes 14:26; 16:13).

Woord vandaag

‘Ernstige woorden gisteren, het was ook een ernstige Spreuk.’

De Spreuk 16:26 is er een die je zo uit het dagelijks leven terugziet:

de honger van de arbeider werkt ten behoeve van hemzelf,
want zijn mond dringt hem ertoe

Voor het woord ‘honger’ staat in feite: ziel. De strekking lijkt te zijn,
dat de ziel gebrek kan lijden en dat zet de mens in beweging. Hij gaat
aan het werk om zijn honger te stillen. Dat gebrek werkt als het ware
voor of in die arbeider. En het tweede deel van de Spreuk legt het
verder uit; zijn mond (hij heeft voedsel nodig) zet hem aan om iets
te gaan doen om het gebrek op te lossen.


‘Het is logisch; gebrek zet de mens in beweging.’

Geestelijk gebrek doet dat ook; mensen zijn op zoek naar hun
wortels, waar kom ik vandaan? Waarom ben ik hier? Waar ga
ik naartoe?  Als zij oprecht de waarheid zoeken, komen zij uit
bij Jezus Christus en Zijn woord. Dat kan niet anders.

Een gelovige die al jaren ‘op weg’  is, kan ook een periode mee-
maken van geestelijke droogte en/of  gebrek.
Dan is het zaak je opnieuw te vullen met dat ene woord van
Zijn genade, van Zijn liefde, en je veranderde leven zal weer
gaan stromen.

Woord vandaag

‘Mooie spreuk gisteren. Wat een bijzondere diepte, en wat is het
toch belangrijk wat ouders tegen kinderen zeggen!’

Ongelooflijk belangrijk. Maar ook in het dagelijkse omgaan met anderen. Als
je iets tegen iemand zegt, weet jij dan wat jouw kritische woorden doen in het
innerlijk van iemand? Mensen zijn wat dat betreft vaak aardig gevoelloos naar
elkaar in het ‘willen scoren’ of ‘de ander te kijk zetten’ of ‘je gelijk willen halen’.

‘Heel goed om over na te denken en je dat bewust te zijn. Wat is de spreuk vandaag?’

een weg, die er is, kan oprecht lijken voor het aangezicht van een man,
toch kan het laatste ervan wegen van de dood zijn.

Als we kijken in het leven van koning Jerobeam van Israël, hij werd koning
omdat het rijk na Salomo uiteenviel in twee rijken, een van 2 en een van 10
stammen, dan zien wij deze Spreuk voor ogen, we kunnen ook dezelfde woor-
den lezen in Spreuken 14:12. Wat koning Jerobeam deed, leek een rechte weg.
Hij plaatste gouden kalveren in Dan en Bethel (tegenwoordig worden die in
Nederland ook uitgereikt) en bracht daarmee het volk tot afgoderij.

‘Ja het leek hem een rechte weg, maar het eindigde met de dood, letterlijk.’

We kunnen het allemaal nalezen in 1 Koningen 12:25-33 en 1 Koningen 14:7-11.
De boeken Koningen lezen wij niet vaak, maar als je ze gaat bestuderen, blijken
ze allerminst saai te zijn. Voor de Joden gelden zij als profetische boeken, en dat
zijn ze ook!
De weg die Jerobeam insloeg als koning over Israël (de 10 stammen), leek hem
oprecht (hij wilde het volk het makkelijk maken), maar het was een weg zonder
Elohim, zonder Jahweh. Hij week af van de Thora.

‘Het leek een weg tot leven, maar bleek de dood te zijn.’

Dat is wat wij mensen doen: in onze eigenwijsheid (zie Spreuken 3:7) menen
wij dat een weg die wij zelf bedenken en misschien wel heel rationeel afwegen,
goed is, maar hoe het uitpakt kan op verschillende manieren flink fout zijn.
We zien het bij Jerobeam, maar ook bij Paulus, als je zijn eigen getuigenis
in Filippenzen 3:4-7 en 1 Timotheüs 1:13 leest.
Je kunt een voor jou geestelijk goed lijkende weg inslaan, terwijl je daardoor
anderen ernstig beschadigt. En waar zal die weg eindigen? Kijk naar koning
Jerobeam, en luister naar de profeet Ahia, die in zijn leven zo’n belangrijke
rol speelde!


Opmerkelijk

‘Ja, Israël heeft een grote toekomst in Gods plan.
Maar mij verbaast het gemak waarmee veel gelovigen
het Joodse volk Juda(1), compleet Israël (2) en de nu
die naam dragende staat (3) door elkaar halen. Vooral
als ik – veelal door hen zelf aangedragen – Bijbelteksten
erop nasla.
Voor het in de Schrift glashelder uiteengezette verschil
tussen de twee stammen – Juda en Benjamin – en de
overige tien van Israël is in hun exegese geen plaats.
De hedendaagse Judaïstische staat, zoals de stichters die
terecht ook eerst wilden noemen, wordt vereenzelvigd
met héél Israël, dat ooit de volkeren alsnog Gods woord
zal brengen. Maar nú is het zonder Herder, want zonder
Christus.
Ik zal wel opnieuw te horen krijgen dat ik óf aanhanger
ben van de vervangingsleer óf van de Brits-Israël Beweging.
Of misschien een ander etiket opgeplakt krijgen.
Ten onrechte.
Maar dan ben je er af.’

Uit: Uitdaging, Maart 2012, Roeper.

Woord vandaag

‘Wat een bijzondere spreuk voor vandaag! En hoe waar is die!’

een raat van honing is aangenaam spreken
zoet voor de ziel, genezing voor het gebeente.

De eerste zin is hier in de Hebreeuwse volgorde gezet, waarmee het parallel
met de tweede beter naar voren komt. ‘Een raat van honing’ komt overeen
meet ‘zoet’. De aangename woorden wijzen naar de ziel en het gebeente.
Gods woord is als honing, dat blijkt uit verschillende Schriftplaatsen. Gods
woord kon voor de profeet zoet in de mond (gehemelte) zijn, maar bitter in
de buik.

‘Ja prima, en het gaat hiert toch ook om mensenwoorden?’

Jawel, wat een mens spreekt is zó belangrijk. Zoals een moeder tegen een kind
en een vader tegen zijn zoon/dochter spreekt is ongelooflijk van belang. Onaan-
gename woorden in de (jonge) jeugd tegen een kind gesproken, beschadigen
dat kind voor de rest van het leven. Daarmee worden diepe wonden in het leven
aangebracht. De ziel wordt ermee gekerfd, ingekrast.

‘Ja, daar zijn verschrikkelijke voorbeelden van bekend.’

En wat kan het genezend werken voor een mens als er aangename, opbouwende
woorden worden gesproken! Die zijn zoet voor de ziel en genezend voor het ge-
beente. Vooral als die woorden gedragen worden door de liefde van God. Die
liefde werkt werkelijk helend voor een mens. Dat gaat heel diep, en volgens deze
spreuk reikt de helende werking van die woorden tot in het gebeente, als metafoor
voor het diepste innerlijk van de mens.