De liefde doet de naaste geen
kwaad. Het complement dan
van wet is liefde
Romeinen 13:10
De onderliggende kracht van
onze wandel is Gods liefde.
Paulus noemde dat in 12:9, ja,
de ongehuichelde liefde.
Deze liefde komt tot uiting in
hoe je naar de ander bent.
Je las het in het gedeelte tot
13:1. Vanaf 13:8 is de liefde
van God opnieuw centraal in
de contacten met anderen.
De Thora (wet) had weliswaar
de bedoeling dat ze zou leiden
tot liefde tot God en de naaste,
maar ze is zwak door het vlees.
Het complement van de Thora
is het deel dat nog ontbrak.
En dat is door de geest van God
gewerkte liefde in het hart en
leven van de gelovige.