2 november 2009

‘Ik blijf het maar moeilijk vinden!’ Wat? ‘Nou, dat er zoveel mensen zijn, die niet geloven. En al die mensen, die wel geloven, geloven dat de ongelovigen voor altijd verloren zijn.’ Ja, dat is op zich jammer. Aan de andere kant heeft God het zo bedoeld. Daar hebben wij als mensen het moeilijk mee. Al snel bleek, dat men afweek van Paulus. Hij schreef erover, toen hij nog leefde. De gemeentes in de provincie Asia hadden hem verlaten. In feite is het een illustratie van het grote geheel van de christenheid tegenover Paulus. Men leest en volgt liever de evangeliën, Handelingen en Petrus en Johannes dan Paulus. Paulus schreef:’het geloof is niet van allen’ in 2 Tessalonicenzen 3:2 en dat geldt ook voor veel christenen, vreemd genoeg. Als je aankomt met wat de Schrift zelf echt zegt, dan geven christenen regelmatig niet thuis. Men houdt zich aan de leer van de kerk of de gemeente, in plaats van zelf op onderzoek uit te gaan. Paulus heeft ook geschreven, dat in latere tijden mensen zouden afvallen van het geloof (1 Timoteüs 4:1). De afval moet uiteindelijk zó groot worden, dat de mensheid één mens gaat aanbidden. Ook dat is voorzegd en moet gebeuren. Al de verhalen over een grote opwekking en het uitvoeren van de grote zendingsopdracht van Matteüs 28:18-20 zitten ernaast.
Als je Paulus volgt, kom je al snel meer en meer alleen te staan. En veel mensen hebben moeite met de God, zoals die door Paulus bekendgemaakt wordt. God is liefde, schrijft Johannes. En de geest, die de Heer Jezus liet zien op aarde was zo anders dan ‘oog om oog en tand om tand’. Het Bijbelse Godsbeeld is verduisterd geraakt door tradities van mensen, de invloed van de tegenstander en daaruit de vaak door de leer gekleurde vertalingen van de Bijbel.
‘Maar God had dat toch makkelijk kunnen oplossen?’ Ja, maar God laat zich in al die dingen niet narekenen. Hij heeft er bedoelingen mee, dat heel veel mensen nu de waarheid niet aanvaarden. Zelfs van Israël schrijft Paulus, dat God hen een geest van diepe slaap heeft gegeven. Zij werden verhard om ons, zodat de redding naar de volkeren kon gaan. Dat is Gods wijsheid, daar sluit Paulus dat hele stuk in Romeinen 9-11 in 11:33-36 mee af: ‘Want uit Hem en door en tot Hem zijn alle dingen, Hem zij de heerlijkheid in de eonen van de eonen! Amen!

1 november 2009

In de Schrift is het onderkennen van verschillen erg belangrijk. God heeft verschillende woorden gebruikt om iets erover te zeggen. En God handelt anders met Israël dan met de volkeren. Zo ging Hij de weg vanaf Abram met het nageslacht, dat uitgroeide tot een volk in Egypte. Het volk werd uit Egypte verlost onder leiding van Mozes en zij ontvingen de Torah op de Sinaï. De lange geschiedenis van Jahweh met het volk is heel bewogen. Zij luisterden niet en raakten in ballingschap, door Assyrië en Babel. Later keerden ze terug in het land. Hun Messias kwam, Jezus.
Maar Hij werd door het volk niet aanvaard als hun Messias, zoals door de profeten voorzegd was. Toen Hij uiteindelijk stierf, begraven werd en opgewekt werd, keerde Hij terug naar Zijn Vader  en Petrus sprak, aangezet door de heilige geest, over de opstanding van Christus.
Later in Handelingen 13, doet Paulus hetzelfde. Dan heb  je twee zonen van Israël, Petrus en Paulus. Zij verkondigen allebei de opstanding van Christus. En toch…..zij vertegenwoordigen twee lijnen in Gods plan. Petrus heeft de leiding van de twaalf apostelen van de besnijdenis en Paulus wordt afgezonderd (Handelingen 13:2,3; Galaten 1:15) daarvan. Het gaat om twee evangeliën, dat van de besnijdenis en dat van de onbesnedenen. Het laatste wordt alleen door Paulus verkondigd. Het geeft uitzicht op een hemelse toekomst, te midden van de hemelingen. Tot het moment van de bazuin zijn wij nog op aarde. Wij leven in genade van God. Dat wij straks daar, boven, bij Christus zullen zijn, is absoluut geen eigen verdienste van ons; het is en blijft genade!
Wat hebben we toch alle reden om ons te verblijden!
Dank Hem voor deze geweldige dingen!

31 oktober 2009

God heeft in Zijn grote liefde de mens niet uit Zijn ogen weggedaan, toen zij Zijn geliefde zoon kruisigden. God reageert altijd anders dan wij denken. Bij elk gericht, dat Hij uitvoert, is er toch genade in beeld. Toen de mensen Zijn zoon kruisigden, was dat een grote en grove uiting van vijandschap tegen Hem. Als antwoord gaf God aan de mensen geen vijandschap terug. Integendeel. Als bewijs van Zijn onmetelijke liefde wekte Hij zijn zoon op uit de doden!
Daarmee was de dood overwonnen, en die zal dan ook als laatste vijand weggedaan worden. Paulus is heel nauwkeurig. Hij schrijft in 1 Corinthiërs 15, dat de dood de laatste vijand is, die buiten werking gesteld zal worden! Daarover wordt niet altijd nagedacht.
Maar het is van heel groot belang! Als je Openbaring 20 leest, dan zie je, dat het beest, de valse profeet en de satan in de poel van vuur geworpen zijn. Als laatste de satan, want de twee anderen waren er 1000 jaar eerder in geworpen. Ook lees je, dat de dood (dat is de 1e dood) en het dodenrijk (Grieks: hades, het onwaarneembare) in de poel van vuur geworpen worden. Dan zijn dus alle denkbare vijanden uitgeschakeld, buiten werking gesteld. Maar….de poel van vuur is er nog! En dat is de tweede dood (Openbaring 20:14; 21:8) voor alle mensen, die daarin geworpen worden.
Dat is dus pas echt de laatst overgebleven vijand: de poel van vuur, de tweede dood. En daarvan schrijft Paulus in 1 Corinthiërs 15:25, dat die buiten werking gesteld zal worden!  Hij schrijft ervan in het hoofdstuk, dat bij uitstek leven, opstanding ademt! En 1 Corinthiërs 15:22 is het krachtige woord van God: ‘Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden’.  Niet: allen, die in Adam zijn en allen, die in Christus zijn. Maar: ‘in Adam allen’ en ‘in Christus allen’! Dat is twee keer dezelfde ‘allen’; niemand uitgezonderd!
Alles mondt uit in leven, onsterfelijkheid, heerlijkheid! Wat een grote God he!

30 oktober 2009

Sola Gratia! Alleen genade! Genade is de liefde van God, die actief handelt. Genade is altijd groter dan de zonde. Gods genade sluit de werken van de mens compleet uit.
‘Indien het nu door genade is, dan is het niet meer uit werken; anders is de genade geen genade meer. Indien het nu door werken is, dan is het niet meer uit genade; anders is het werk geen werk meer’ (Romeinen 11:6). Paulus is glashelder. Het is alleen door en uit Gods genade. Laat onze handen niet Gods genade bevuilen. En het blijft genade. Ook als een mens zich bewust is van zijn redding in genade, dan kunnen niet de eigen werken via een achterdeur naar binnen sluipen. Een bekende achterdeur is: ‘uit dankbaarheid de wet houden’ (het gedeelte ‘dankbaarheid’ uit de heidelberger catechismus). Evenmin kan de gelovige mens proberen zich aan de hoofdsom van de wet te houden: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf; ‘aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten’ wordt er dan elke zondag bij gezegd. Ook dit leidt tot een ellendig mens – gevoel.
Vul je hart met Zijn woord; luister, lees wanneer je maar kunt. God werkt het uit in ons leven. Het blijft: alleen genade! ‘God is het, die zowel het willen als het werken in jullie werkt, om Zijn welbehagen’ (Filippenzen 2:12,13). Het is en blijft Zijn werk, Zijn kracht, Zijn genade.
Voor gelovigen onderling is het ook: sola gratia! Genade alleen. Als dát voor alle gelovigen het basis-beginsel is, dan kan het er echt mooi aan toegaan.
Laten wij, u, jij en ik, Hem danken voor Zijn onuitsprekelijke genadegave!

29 oktober 2009

Sola Fide! Alleen geloof. Ook daar staan we met ons hele hart achter. Het evangelie van God is ‘uit geloof tot geloof’ (Romeinen 1:17). Dat is, wat mij betreft: uit het geloof van God tot het geloof van Jezus Christus. Gods gerechtigheid wordt geopenbaard! Romeinen 3 spreekt daarvan.
‘Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen,  en wel gerechtigheid Gods door het geloof
van Jezus Christus, voor allen, en op allen, die geloven; want er is geen onderscheid’ (Romeinen 3:21,22).
Wij zien hier duidelijk, dat het draait om het geloof van Jezus Christus. Zijn geloof. Hij vertrouwde zijn God en Vader tot en met de smadelijke dood van het kruis. Hij vertrouwde rotsvast op de beloften van de Tenach, dat God Hem zou opwekken uit de doden. God bleek uiteraard betrouwbaar en wekte Hem op in de derde dag. Daardoor is die gerechtigheid van God voor allen. Dit aspect van Romeinen 3:22 wordt vaak vergeten. Men focust zich op ‘allen, die geloven’. Maar er staat, dat die gerechtigheid van God ‘voor allen’ is. Dat houdt in, dat allen die gerechtigheid zullen ontvangen, want die misten zij immers (Romeinen 3:23)!
Geloof en werken sluiten elkaar uit. Paulus illustreert dat aan de hand van Abraham.
‘Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid’ (Romeinen 4:5)
Dat is het. Alleen geloof. Geen werken. Ook nadat de mens zich bewust is geworden van zijn redding door Jezus Christus, blijft het geloof alléén. Dat is de basis. God geeft vrucht, door Zijn geest. Ontspannen wandelen in geloof.
Wat fijn, dat wij, u, jij en ik zo in geloof kunnen leven!