Woord vandaag

‘Geweldig, dat geloof van Job.’

Het is een voorbeeld voor ons. Hij kwam wel in worsteling met God,
daarna. Begon zich allerlei dingen af te vragen. De vrienden van Job
kwamen met verschillende antwoorden. Dat zijn de antwoorden die
nog steeds gegeven worden. Het zijn redeneringen van mensen. Maar
de diepte waar Job doorheen ging, bracht hem tot diepere erkenning
van wie God is.

‘Het is een apart boek, het is al heel oud, zegt men.’

We beseffen soms even niet, dat wij veel meer over God, onze Vader
onthuld hebben gekregen dan al de mensen voor ons. We mogen
een overzicht hebben van Gods plan. Plan van eonen. Dat we inzicht
mogen hebben in het ultieme lijden: dat van de geliefde Zoon.
Het lijden van Job was daar een type van.

‘De naam Job betekent toch vijandschap?’

Het lijkt te gaan om vijandig behandeld of iets dergelijks. Dat klopt als
het over Job gaat, en zeer zeker als het de Heer Jezus Christus betreft.
We zijn uiterst gezegend wanneer we beseffen wat Hij voor ons –en
voor allen- deed. En de enorme uitwerking, die het kruis heeft. Dat
reikt tot over alle eonen heen en de gezegende uitkomst van Gods
plan is helemaal op Zijn werk gebaseerd!

Woord vandaag

‘Gelukkig zijn wij afhankelijk van Zijn werk.’

Dat blijft altijd staan. Hij werkt in ons uit, dat wij dit geloven en daar-
mee (kunnen) leven. God riep ons uit duisternis in Zijn licht. Dat schijnt
en hoe meer we beseffen wat God doet, hoe meer we vreugde hebben
en blij kunnen zijn met wat Hij dagelijks geeft. Soms zijn het voor ons
moeilijke, soms wat gemakkelijker dagen.

‘Iemand als Job kan daarover meepraten.’

Ja en we zouden er goed aan doen, te kijken naar wat Job geloofde.
Want hij was een gelovige, en in zijn dagen overkwam hem allerlei
kwaad. In een mate die wij niet meemaken. Misschien sommigen in
heftige oorlogsgebieden wel, maar doorgaans overkomt ons niet
zoiets als Job. Zijn kinderen stierven voordat hij stierf.

‘Normaal gesproken is dat andersom.’

Het lijden was intens en enorm bij Job en zijn vrouw. De reactie van
zijn vrouw is menselijk en begrijpelijk. Zij zei tegen Job: ‘vervloek God
en sterf’. Zij zag het niet meer zitten en in haar depressiviteit kwam
ze tot die woorden. Job reageerde uit geloof daarop en zei:

Jij spreekt als een van de dwaze vrouwen. Zouden wij het goede van
God ontvangen en het kwaad niet
?

In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet.

Woord vandaag

‘We hebben nieuwe dingen gezien, afgelopen weken.’

Een verdere verdieping uit Hebreeën. Daaruit werd voor ons duide-
lijk, dat boven een hemelse tabernakel is. Niet met handen gemaakt,
niet van deze schepping. Een tegenbeeld daarvan is de tabernakel en
bijbehorend dienstwerk. Dat dienstwerk werd bij de tempel voortge-
zet. De priesters op aarde zijn een tegenbeeld van een hemels pries-
terschap, kennelijk.

‘Dat hemelse priesterschap wordt niet genoemd.’

Nee, maar er wordt wel gesproken over een goddelijke dienst van
de hemelsen. Daar zie je aan, dat er een machtige parallel is met die
op aarde. En dat in de hemelen ook een barriere was ontstaan tussen
de hemelsen en Vader. Anders zou het niet nodig geweest zijn, dat er
Iemand uit de hemelsen naar de aarde kwam om mens te worden.
Om zo ook met bloed bij Vader te kunnen komen.

‘Maar wel boven, niet op aarde.’

Niet in een aards heiligdom, maar in de hemelen in het hemelse heilig-
dom. De reden daarvoor is, dat in de hemelen Gods woonplaats vol-
gens de Schriften is. Daar keerde Hij terug na Zijn hemelvaart, om zo
het bloed te tonen aan Vader. Zo werd vrede gemaakt. En die vrede
werkt uit in de totale verzoening van heel de schepping met Vader!

Woord vandaag

‘Hebreeën 9:26 zegt wel veel.’

Dat daar de nederwerping van de wereld staat, doet het verwijzen
naar de eerste zonde. Die kwam -lang voor de mens- in de wereld
toen was. Het gaat om de intrede van de zonde bij de hemelsen. Het
is iets, dat in de eerste eon plaatsvond, terwijl de mens in de tweede
geschapen werd. Dat moest gebeurden, opdat Christus, die hemels
en geestelijk van aard was, mens kon worden.

‘Het moest dus een van de hemlingen zelf zijn.’

Ja, en nog wel de hoogste van allemaal. Hij, Christus, als de Zoon van
Zijn liefde, kwam als mens op aarde. Hij behoorde eerst tot dezelfde
orde als al de anderen, voordat Adam geschapen werd. En Hij kreeg
deel aan vlees en bloed, opdat Hij Zijn bloed zou kunnen geven voor
heel de schepping, inclusief de hemelse machten en krachten. En met
dat bloed is Hij éénmaal de hemelen doorgegaan tot in het hemelse
heiligdom, om daar voor Zijn God en Vader Zijn eigen bloed te pre-
senteren als teken dat het Offer volkomen gegeven was.

‘Machtig. Ook Kolossenzen 1:20 spreekt daarvan.’

Nu hebben we direct aansluiting bij de hoogste onthulling over de
betekenis van het lijden, het sterven en de opstanding van Christus.
Er is door God vrede gemaakt door het bloed van Zijn kruis, dat de
Zoon Zelf –volgens Hebreeën- aan Vader gepresenteerd heeft in het
heilige van de heiligen dat niet met handen gemaakt was!   

Woord vandaag

‘Fijn dat wij mogen terugkijken op het ene Offer.’

Dat overstijgt alles. De offers van dieren (ook bijvoorbeeld de ram
bij de berg Moria in plaats van Isaäk) wijzen naar Hem. Een bijzon-
der woord, dat hoofdstuk 9 van Hebreeën afsluit is dat 26e:

Want dan had Hij dikwijls moeten lijden vanaf de nederwerping van
de wereld. Maar nu is Hij, eenmaal, om de zonde teniet te doen door
het offer van Zichzelf, op de voleinding van de eonen, geopenbaard.

‘Ja, ik heb dat altijd aansprekend gevonden.’

De schrijver betoogt, dat Christus niet vaker dan één keer hoefde
offeren, want dan had Hij vaak moeten lijden vanaf de nederwer-
ping van de wereld. De aardse hogepriester moest wel elk jaar op
Jom kippoer bloed van anderen brengen. Christus kwam met dat
van Hemzelf. En dat was genoeg. Maar er staat iets meer, dat ook
opvalt. En daaruit blijkt opnieuw dat Zijn bloed niet alleen voor de
mensen was.

‘Vermoedelijk : vanaf de nederwerping?’

Precies, want wanneer Hij alleen voor de mensheid had geleden, zou
er gestaan hebben: van de zonde van Adam, of een soortgelijke uit-
spraak zoals we die in Romeinen 5 vinden. We hebben bij onze ge-
dachtenwisseling over de eerste eon ook stilgestaan bij de nederwer-
ping van de wereld. En daarvan gezien, dat het te maken moest heb-
ben met de onrust, rebellie en vijandschap van de tegenwerker en de
anderen die hem volg(d)en.