‘Hebreeën 9:26 zegt wel veel.’

Dat daar de nederwerping van de wereld staat, doet het verwijzen
naar de eerste zonde. Die kwam -lang voor de mens- in de wereld
toen was. Het gaat om de intrede van de zonde bij de hemelsen. Het
is iets, dat in de eerste eon plaatsvond, terwijl de mens in de tweede
geschapen werd. Dat moest gebeurden, opdat Christus, die hemels
en geestelijk van aard was, mens kon worden.

‘Het moest dus een van de hemlingen zelf zijn.’

Ja, en nog wel de hoogste van allemaal. Hij, Christus, als de Zoon van
Zijn liefde, kwam als mens op aarde. Hij behoorde eerst tot dezelfde
orde als al de anderen, voordat Adam geschapen werd. En Hij kreeg
deel aan vlees en bloed, opdat Hij Zijn bloed zou kunnen geven voor
heel de schepping, inclusief de hemelse machten en krachten. En met
dat bloed is Hij éénmaal de hemelen doorgegaan tot in het hemelse
heiligdom, om daar voor Zijn God en Vader Zijn eigen bloed te pre-
senteren als teken dat het Offer volkomen gegeven was.

‘Machtig. Ook Kolossenzen 1:20 spreekt daarvan.’

Nu hebben we direct aansluiting bij de hoogste onthulling over de
betekenis van het lijden, het sterven en de opstanding van Christus.
Er is door God vrede gemaakt door het bloed van Zijn kruis, dat de
Zoon Zelf –volgens Hebreeën- aan Vader gepresenteerd heeft in het
heilige van de heiligen dat niet met handen gemaakt was!