Woord vandaag

‘De Naam komt toch ook in Openbaring voor?’

We waren gisteravond bezig met dat bijbelboek. Hoofdstuk 4 aan het
einde. Daar wordt God geprezen, onder meer door de 4 dieren, dat
Hij de Levende is in de eonen van de eonen (laatste twee tijdperken).
En dat Hij Degene is, die was die is en die komt. Dat laatste is een uit-
spreken van de Naam IEUE in het Grieks. Die was, die is en die komt.

‘Dat lezen we meer in Openbaring.’

Het is de onthulling van Jezus Christus, Hij wordt in deze bijzondere
boekrol onthuld. In hoofdstuk 1 komt naar voren, dat Hij de Eerste
en de Laatste is. Hij was aan het begin van Gods plan, Hij voert het
uit en Hij staat aan het einde van dat plan. Hij brengt alles tot onder-
schikking aan God. Vader zal uiteindelijk alles in allen zijn.

‘Het ging gisteravond ook over onderschikking.’

Dat is de uitwerking van Gods plan, dat heel de schepping onder-
schikkend aan God is. Hij blijkt dan de Vader te zijn van allen. Dan
zullen de zonde en het kwaad definitief uitgebannen zijn, om nooit
meer terug te keren. Dan zal blijken dat alles in Gods plan paste.
Hij heeft alle touwtjes in handen, we zagen ook, dat Hij het is, die
het hart van de koning leidt als verdelingen van water (Spreuken 21);
dat geldt ook in deze bijzondere tijd waarin wij leven!

Woord vandaag

‘Wel weer apart, dat je zo kan kijken, twee kanten.’

Ja, aan de ene kant waren de Joodse leiders de ergste zondaren van
de mensheid. Zij, de blinde leiders, brachten hun eigen Messias ter
dood. In hun wetsijver zorgden zij er ook nog voor, dat Zijn lichaam
tijdig voor de grote jaarsabbat van het hout gehaald werd. Ontzet-
tend, want zij hadden de Heer van de heerlijkheid gekruisigd.

‘En aan de andere kant waren zij ook de priesters.’

Dat is dan weer het merkwaardige. Zij kruisigden hun eigen Messias
en daarmee brachten zij het grote Offer voor de zonde(n). Vader had
geen behagen in al die offers die onder het oude verbond gebracht
werden (Jesaja 1:11-15). Hij werd er moe van. Ja, dat Jesaja 1 is een
ernstige opening van dat bijzondere bijbelboek.

‘Ja het troostboek ervan is rijk.’

Zeker, en het (hoofdstuk 40-55) zegt veel over wie Vader is. In de
Hebreeuwse Schrift komt de naam IEUE vaak voor. Dat is de Ik ben,
dat is Dezelfde als Vader. Ook in de boekrol Genesis staat vaak deze
Naam IEUE. Bij voorbeeld Laban kende IEUE, want hij zei tegen Jakob:

ik heb waargenomen, dat IEUE mij omwille van jou gezegend heeft
                                                                                                Genesis 30:27

Toen bestond het volk Israël nog niet. Later werd de belijdenis dat
één God is de belijdenis van Israël:

Hoor, Israël: IEUE, onze Alueim, IEUE is één (of: de enige).

Woord vandaag

‘De Heer was soms erg duidelijk.’

Ja Hij kon het rechtuit zeggen. De leiders van de Joden waren meestal
blind en bij sommigen (Nicodemus, Jozef) gingen de ogen open. Dat
de Heer af en toe blinden ontmoette, was tekenend. De letterlijke
blindheid was een type van de geestelijke verblinding van het volk en
vooral hun leiders. ‘Zoals de leiders zijn, zo is ook het volk’ is een be-
kend gezegde daarover.

‘Dat de Heer dat allemaal zei, was waar.’

Dat kon Hij zeggen: Ik ben (….) de weg, de waarheid en het leven.
Politicus Pilatus vroeg zich af: ‘Wat is waarheid?’ Dé filosofische vraag
van de mensen. Daarbij komt altijd: Waar kom ik vandaan en waar ga
ik naartoe? En: Hoe moet ik leven? (Ethiek). De Heer stond voor Pilatus,
de waarheid in persoon! Dat miste Pilatus, terwijl hij wel vaststelde, dat
in deze Mens niets was waardoor Hij veroordeeld kon worden.

‘Hij werd ten onrechte ter dood veroordeeld.’

Dat moest van de Joden. Zij hebben Hem overgegeven, en Petrus, vol
van de heilige geest, zei daarvan dat zij (de Joodse leiders) Hem gekrui-
sigd hadden (Handelingen 2:36). Dat moest heel het huis Israël weten.
Daarmee, en nu kijken we op een andere manier, oefenden zij onwe-
tend de functie van (hoge)priester uit, door het grote Offer te brengen,
dat alle andere offers onder het oude verbond ver overtrof!

Woord vandaag

‘Opmerkelijk, dat wij naar Adams beeld zijn.’

Misschien voor sommigen zelfs schokkend, wanneer altijd gedacht is,
dat zij het zijn die God op aarde uitbeelden. Dan past de mens wel een
wat bescheidener opstelling. Vanaf Adam zijn wij met z’n allen ster-
vend en dus zondaren, doelmissers. We hebben de Heer heel hard no-
dig. Sterker nog: zonder Hem kunnen we niets.

‘Wanneer je dat beseft, weet je je heel klein.’

Laten we gerust zeggen: je bent niets zonder Hem. Van Vader zijn we
in alles afhankelijk. Zonder Vader kunnen we ons leven leven en mis-
schien wel 80 of 90 worden of nog ouder. Maar dan wordt alles snel
zinloos, als je er goed over nadenkt. Maar God is de God van de op-
standing. Hij de God van de levenden. Hij zal dan ook leven geven, uit-
eindelijk aan iedereen.

‘Ja, en ik wilde, dat meer mensen dat beseften.’

De bolwerken die opgeworpen worden tegen de kennis van God, die
zijn vaak zo sterk in mensen aanwezig, dat er geen doorkomen aan
lijkt. Tradities van mensen en van satan, daar liep de Heer heel hard
tegenaan. Daarom zei Hij bij gelegenheid tegen de schriftgeleerden
die weer eens met Hem discussieerden, dat hun vader de tegenwer-
ker, de door-elkaar-werper is.

‘Dat is wel erg duidelijk gezegd.’

Zeker. Zij meldden dat hun vader Abraham is, de vleselijke lijn. En
zij lasterden over de afkomst van de Heer. Zij waren, en dat zei de
Heer ook, blinde leiders. Aan de buitenkant witgewassen, maar van
binnen zat dood gebeente, lees maar na in Mattheüs 23.
Later werden zij tot de grootste zondaren van de mensheid doordat
zij de zondeloze Zoon overgaven om gekruisigd te worden.  

Woord vandaag

‘Voorbeeld voor ons, Jezus Christus.’

Hij kwam om te dienen en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen.
Dat zeggen Marcus en Mattheüs. Losprijs is iets om de anderen
los te kopen. Dat ging niet vanzelf. Hij kwam, werd Mens en als zo-
danig was Hij het hoofd ervan. Hij stamde van Adam af, en staat
als laatste en grootste in de dynastie vanaf Adam.

‘Als de Zoon des mensen.’

Zo wordt Hij in de vertalingen genoemd. Het is Zoon van de mens.
Dat is: Zoon van Adam. Wanneer we het over Adam zelf hebben,
dan is dat degene die door Alueim (God) geschapen werd in Zijn
Beeld
. Dat Beeld is Christus, volgens Kolossenzen 1:15 en 2 Corin-

thiërs 4:4. Dus Adam was geen beelddrager van God, maar in Zijn
Beeld gecreëerd.

‘Dat is wat anders dan je overal hoort.’

De gedachte dat de mens beelddrager van God is, is wat je overal
hoort. Dat leidt niet zelden tot overmoed. De christelijke mens denkt
vaak, dat hij dé vertegenwoordiger van God op aarde is en God een
handje moet helpen. En automatisch raakt in die visie de ware Beeld-
drager van God, Jezus Christus, op de achtergrond. Of Hij is de gelijke
van de christelijke mens.

‘Gaat dat echt zo ver?’

Dat wordt nooit zo hardop gezegd, maar zit er wel in, je merkt het als
je zulke visies leest. Daarom kunt u nu een extra verdieping over
dit onderwerp (opnieuw) lezen in: ‘Mens, kroon op Gods schepping’.
Dit een belangrijk punt, omdat volgens de Schrift de mensen na Adam
zijn beeld en gelijkenis dragen en niet die van God:

En Adam leefde (twee?) honderddertig jaar en verwekte in zijn gelijkenis,
naar zijn beeld; en hij gaf hem de naam Seth
                          Genesis 5:3