Woord vandaag

‘Eigenlijk wel logisch, dat de draak, de oude slang, een hekel aan de paulinische
boodschap heeft. Als wij straks naar boven gaat, duurt het niet lang meer, of
hij wordt op aarde geworpen.’

Dat is het. Daarom is er steeds meer beroering onder geestelijke machten
de laatste 200 jaar. Men werkt achter de schermen heel hard om het laat-
ste grote antichristelijke wereldrijk op te zetten. Alle revoluties vanaf de
Franse moeten in dat licht gezien worden. Ook de eerste en tweede wereld-
oorlog waren in feite grote revoluties, omwentelingen.

‘Sinds de jaren 60 vorige eeuw lijkt er ook wel een grote doorgaande revolutie
aan de gang te zijn’.

Jawel, dat is vooral in de maatschappijen van de Westerse wereld merkbaar.
Men paste en past geraffineerd ‘social engineering’ toe, op grote schaal. Dat is
erop gericht de gedachten van de mens te beïnvloeden, waardoor het gedrag
verandert. Dit is op alle maatschappelijke terreinen gebeurd. Het proces is
nu zo ver doorgevoerd, dat de grote omwenteling (ook wel ’transitie’ genoemd)
nabij is, of zelfs aan de gang is.

‘Wat houdt dat in, transitie?’

Dat is een omzetting naar een nieuwe tijd (New Age), een nieuwe maatschappij.
Deze kenmerkt zich vanuit de overheid door een allesbeheersende controle
over de gedragingen van de burger. Men moet in feite denken zoals de overheid
dat wil en anders denken is in het openbaar eigenlijk niet langer toegestaan.
Er wordt op een nauwelijks te achterhalen manier gedachtencontrole op grote
schaal toegepast. Zonder dat dat met geweld is opgelegd.

‘Huiveringwekkend’.

Als straks eenmaal de dictatuur van de wetteloze een feit is, dán zal het echt
huiveringwekkend zijn. Dan heb je geen vrijheid meer. En vooral geen gods-
dienstige of religieuze vrijheid meer. Alles en iedereen zal moeten buigen
voor het beest en het beeld van het beest, dat de grote macht ontvangt van
de draak. En wij, als leden van het lichaam van Christus, worden voor die
tijd weggerukt van de aarde, naar Hem toe. Wij ontmoeten Hem in de lucht
en zullen daarna via de bema (erepodium) onze grote bediening te midden
van de hemelingen aanvangen! Wat een grote genade van God!


Woord vandaag

‘Ongelooflijk, dat wat ons te wachten staat. Onbegrijpelijk, dat zoveel
gelovigen een aardse toekomst voor ogen hebben.’

‘Vergeet niet, dat de tegenwerker graag wil, dat gelovigen niet op de
hemelse dingen gericht zijn. De oude slang wordt hij in Openbaring 12
genoemd, met verwijzing naar Genesis 3. Een slang is zeer aan de aarde
gehecht, het dier glijdt over de aarde in het stof, zonder poten. Dus een
van de dieren, die zich het dichtst bij de aarde beweegt.

‘In feite een symbool, dus.’

Ja, en daarbij doet de tegenwerker, de satan, zich voor als een boodschap-
per van het licht. Maar dat is zeer misleidend. Zijn dienaren doen zich
voor als dienaren van de gerechtigheid. Maar het is allemaal iets dat
mooi lijkt, maar dat ver weg leidt van het ware licht van de wereld: onze
Heer Jezus Christus. De gemeente die Zijn lichaam is, heeft in Christus
Jezus en met Hem een plaats gekregen te midden van de hemelingen.
Daarom zal de draak dat gebied moeten verlaten in de nabije toekomst.

‘Eén van de methodes van de tegenwerker is, de gelovigen te richten op
deze aarde en de aardse dingen?’

Dat gebeurt, ja. Niet door tekenen en wonderen, maar door woorden, door
prediking. Ook de tegenwerker bedient zich van het woord om zijn bood-
schap aan gelovigen door te geven. Aardse zegen, voorspoed, materiële
zegen, een ‘koninkrijk’ op aarde en aanvaarding van een leer, die later
vals blijkt te zijn. Gericht op het vlees, zichtbare dingen en deze aarde.

‘Hij heeft een hekel aan de paulinische boodschap?’

Voor zover hij er iets van kan verstaan. De weerstand, die de gelovigen
ondervinden van geestelijke machten van het boze te midden van de
hemelingen, wordt alleen in Efeziërs duidelijk besproken. Alleen in die
brief wordt ons een geestelijke wapenrusting van God aangereikt, niet
om aan te vallen, maar te verdedigen. Gelovigen, die in de geest en in
geloof hun hemelse ‘grond’ hebben ontvangen, kunnen in de geestelijke
strijd blijven staan. Daarvoor is de hele wapenrusting gegeven!


Opmerkelijk

‘Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen Jahweh aan Abram
en zei tegen hem: Ik ben God, de Algenoegzame (El Sjaddai)!
Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.’ (Genesis 17:1)

Wat betekent dit? Wat is de reden? De volgende verzen geven het antwoord.
God neemt het nu over en laat Abram zien, dat Hij in zichzelf algenoegzaam
is om Zijn beloften waar te maken, hoe onmogelijk dat in ogen van mensen
ook kan lijken. Zeven keer zegt God tegen Abram wat Hij doet of zal doen.
Al wat Abram hoeft te ‘doen’ is geloven – niets anders.
De algenoegzame God zal hem buitengewoon vruchtbaar maken. In verband
hiermee wordt zijn naam Abraham, ‘want’ (zegt God) ‘
Ik zal u vader van een
menigte van volken maken.’

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz. 65

Woord vandaag

‘He, dat domein van ons in de hemelen. Is dat hetzelfde als ons erfdeel
in Efeziërs 1 en 2?’

Het gaat dan om ons lot(s)deel. Net zoals Israël door loting destijds per
stam en familie een deel van het land Kanaän toegewezen kreeg, zo is
ons onder de grote Jozua, onze Heer Jezus Christus, een lot(s)deel in het
hemelse (gebied) toegewezen. Inderdaad: te midden van de hemelingen!

‘Wat een wonderlijke gedachte, en waarom hoor je hier nauwelijks iets
over?’

Omdat men vrijwel altijd aards gericht is, als gelovige. Een reden waarom
Paulus in Filippenzen 3 verdriet heeft. In Kolossenzen roept God ons door
Paulus op gezind te zijn op wat boven is, waar Christus is. Te bedenken dat
wat daar, in de hemelen is. Onze grote toekomst, onze grote Heer.
Het Griekse woord, dat Paulus gebruikt voor ‘domein’ heeft te maken met:
burger zijn; deel uitmaken van een ‘land’.

‘En dat is dan boven, in de hemelen. Een heel groot gebied?’

Net zoals Israël onder Jozua het land veroverde en door loting kreeg toe-
gewezen, zo kunnen wij als gelovigen door geloof en in de geest het hemelse
‘land’ (Kanaän) betreden. De overwinning is al behaald door de grote Jozua,
onze Heer Jezus Christus, door Zijn dood aan het kruis en Zijn opstanding
uit de dood. Wij zijn meer dan overwinnend (Romeinen 8:31-39). Wij ‘lopen
op’ overwonnen ‘grond’ in de hemelen!

‘Dit opent enorme uitzichten, het is geweldig!”

Het bijzondere is, dat nu al door de gemeente die Zijn lichaam is een prediking
uitgaat naar de soevereiniteiten en gevolmachtigden te midden van de heme-
lingen. Het draait om de veelvuldige wijsheid van God, waarvan de leden van
Zijn lichaam weet hebben door het paulinische evangelie. Relatief weinig
gelovigen, hebben hier iets van leren kennen. Paulus bidt in Efeziërs 3:16
om bijzondere kracht, om de dimensies (afmetingen) van het grote Efeze-
geheimenis te doorgronden.

‘Toch heel apart, dat hij in het midden van die brief zo’n gebed uitspreekt.’

Dat is heel anders dan het dagelijkse brood en dat soort dingen. Dit gaat
veel en veel verder. Dit heeft te maken met in feite heel de schepping. De
gemeente die Zijn lichaam is, zal ingezet worden om Zijn genade in mild-
heid te tonen aan de hemelingen in de komende eonen! Alsjeblieft!

Hier gaat het om een wijsheid die bij Salomo onbekend was, de grote Salomo,
Christus Jezus, geeft leiding en zal leiding geven aan de gelovigen om Zijn
genade aan al de hemelingen bekend te maken!

Woord vandaag

‘Op weg naar de hemelse bediening, soms een vreemde gedachte, als je
zo op aarde leeft.’

Dat zeker. Het is nodig je dat steeds bewust te zijn, anders ga je net als
vele anderen, je alleen richten op wat op aarde is, niet op wat boven is.
De aardse zegeningen voor Israël zijn nu eenmaal niet voor het lichaam
van Christus weggelegd. Is toch een hele mooie verdeling, zoals Vader
het heeft ingedeeld.

‘Paulus had er wel verdriet van, dat velen aards gezind bleken te zijn.’

Ja, in Filippenzen 3 geeft hij eerst aan, dat al wat hij ooit was en waarop
hij zich naar het vlees kon beroemen, schade en afval achtte. Het bleek
niets te zijn. Niets. Voor hem was de kennis van Christus Jezus, zijn Heer
iets, dat ver boven alles uitging. Hij jaagde ernaar Hem te kennen en de
kracht van Zijn opstanding. Daar viel zijn hele judaïsme bij in het niet.

‘Verderop zegt, hij dat het uitzicht geweldig is: de verandering die hij en
wij ondergaan als de Heer komt!’

Wij ondergaan een enorme verandering, als ons vernederde lichaam om-
gevormd zal worden en gelijkvormig gemaakt aan Zijn verheerlijkt lichaam.
En dat is in overeenstemming met de kracht, waarmee Hij zelfs alles aan
zich kan onderschikken. En wat zegt hij er nog meer bij?

‘Ik weet even niet waar je nu op doelt.’

Dat ons domein in de hemelen is. Waaruit wij onze Heer Jezus Christus als
redder verwachten. Hij zal ons dan omvormen en wij gaan dan ook lijfelijk
ons domein bewonen. Van daaruit zullen wij met Hem meewerken om alles
onder Zijn voeten te brengen. Ongelooflijk!