Woord vandaag

‘Nu kijken we naar Efeziërs 3:10?’

Het beheer (huishouding) van het geheimenis (de periode van
Gods genade) was weggehouden
 in God, Die alles schept, opdat
nu door de uitgeroepen gemeen
te aan de soevereiniteiten en ge-
volmachtigden de veelvuldige wijs
heid van God bekendgemaakt
wordt.
 Dat zegt Efeziërs 3:9,10. Het woordje nu in 3:10 betekent
van nu af aan. Vanaf het moment dat Efeziërs geschreven werd.

‘Toch wel apart he, vanaf het schrijven van Efeziërs.’

Deze brief moet wel iets bijzonders aangeven over de uitgeroe-
pen gemeente, die het lichaam van Christus is. Als de apostel zegt,
dat nu (van nu af aan) aan die machten zoveel wijsheid van God
bekendgemaakt wordt en dat door de uitgeroepen gemeente, zegt
veel over het belang van de gemeente.

‘Ik ben heel benieuwd wie dan die machten zijn.’

De apostel moet bijzonder inzicht hebben ontvangen om deze
dingen te schrijven. Ja, wie die machten zijn, het zullen belangrijke
zijn, gezien de woorden die hij gebruikt. Een soevereiniteit is wat
rangorde betreft de eerste, de hoogste. Een gevolmachtigde is een
lagere, want die ontleent zijn macht aan een hoger geplaatste.
We kijken morgen verder.

 

Woord vandaag

‘Paulus is wel heel fel in de Galatenbrief.’

Van meet af aan. God gebruikte hem om zo te schrijven. Het ging de apostel
in Gods liefde om de Galaten. Zij waren al gelovig. Zij waren al in genade ge-
red en gerechtvaardigd. De kwestie die door heel de brief heen speelt, is:
hoe leef je? In wet of in genade? Zij waren in de praktijk uit de genade geval-
len (5:4, ncv). Zij wilden onder de wet leven, zijn, zoals de apostel schrijft:

zegt mij, jullie die onder wet willen zijn, horen jullie de wet niet?   (4:18)

‘Tsja, duidelijk hoor. Zij wilden onder de wet zijn.’

Dat is waar het om ging bij de Galaten. Zij wilden onder de wet zijn, en met
het stellen van de vraag wordt in één adem gevraagd: horen jullie de wet niet?
En vervolgens wijst hij naar de geschiedenis van Abram, Sarah en Hagar,
Izaäk
 en Ismaël. Dat staat in Genesis, en dat is onderdeel van de Thora, van
de wet
van Mozes. Het ging dus om het onder de wet willen zijn van de Galaten.
En dat wordt door de apostel fel bestreden.

‘Ja, dit is wel duidelijk. Het gaat in Galaten om leven onder de wet.’

Daarom is het bestuderen van Galaten zo belangrijk. Je leest en hoort hoe
de apostel spreekt over deze dingen. Het kruis is uiterst belangrijk in dit
geheel. Met Christus gekruisigd, en toch leven. Dat is het leven van de Zoon
in
ons, zoals hij schrijft:

Nu dan, zolang ik nog in het vlees leef, leef ik in het geloof van de Zoon
van God, Die mij liefheeft en Zichzelf voor mij overgeeft
              2:20

Ook het verdere leven in het vlees is in geloof. En zelfs datzelfde geloof
van de Zoon van God. Ook dat is voor ons verdere geloofsleven bepalend.
En geloven is niet hetzelfde als onder de wet leven. Want doe je dat laat-
ste in de praktijk van je leven, dan wijs je in feite de genade van God af.
Daarover morgen meer.

Woord vandaag

‘Ja, het blijft heerlijk, die genade van God.’

De boodschap is, dat wij die genade nodig hebben, niet alleen tot redding,
maar tot waardige wandel. De genade van God in Christus Jezus is dé be-
palende factor in ons leven. Het is niet alleen zo, dat het de gelovige Jood
redt van de veroordeling van de wet van Mozes. Het is voor zowel gelovige
Jood als de gelovige uit de natiën leefklimaat. Wij leven niet in wet, maar
in genade (Efeziërs 2:5,8).

‘Dat was het punt bij de Galaten toch?’

Het ging bij de Galaten niet zozeer om voorwaarde om gered te worden.
Dat dat het geloof van Jezus Christus is (of van Christus Jezus), is maar al
te duidelijk (lees Galaten 2:16 in de ncv: http://ncv.ebenhazer.nl). Daarom
schrijft de apostel (in 5:4), niet: door de wet gerechtvaardigd willen worden,
maar: in wet gerechtvaardigd worden. De Galaten waren door het evangelie
van de genade van Christus geroepen (1:6,7). Door de invloed van judaïseren-
de dwaalleraren vielen zij uit de genade als het gaat om de dagelijkse praktijk
van het leven.

‘Er is dus wezenlijk verschil of je zegt: door de wet of in wet?’

Zeker wel, de voorzetsels staan niet voor niets genoemd. Daarin liet God
de apostel het heel nauwkeurig noteren. Heel de Galatenbrief gaat er niet
om of je rechtvaardiging door genade is. Dat behandelt Paulus ook. Maar in
Galaten spreekt hij heel uitvoerig, over de levenswandel, de levenspraktijk.
Wat dát betreft vielen de Galaten uit de genade en leefden in wet, zoals zo-
veel gelovigen en christenen vandaag de dag menen te moeten doen. En dat
dus onterecht!

Woord vandaag

‘Zonde is dus niet absoluut, maar relatief.’

Daarom hoeft wat voor Israël zonde was, voor ons geen zonde te zijn.
Voor Israël gold in het land de Thora die God aan hen gegeven had via
Mozes. Zij moesten zich streng aan de geboden –ook die van de sabbat-
houden. Daar stond de doodstraf op. Voor ons, gelovigen van het lichaam
van Christus, geldt dat voorschrift uitdrukkelijk niet. Wij zijn niet onder
wet, maar onder genade. De apostel wijst er meerdere keren op, dat ge-
lovigen die afwijken van de genade van het evangelie, o.a. sabbat(ten)
houden.

‘Wat dat betreft zijn Galaten en Kolossenzen duidelijk genoeg.’

We zijn volledig bevrijd van het slavenjuk. Er is nu een andere, veel be-
tere wet(matigheid) niet op, maar in ons: die van de geest van het leven
in Christus Jezus.
Die maakt ons vrij van de wetmatigheid van de zonde en de dood.
In plaats van ons te richten op en naar de geboden van de Thora, zouden
we ons richten op en naar het evangelie van de genade van Christus Jezus.

‘Het blijft genade, ook voor onze wandel.’

Wanneer wij ons in genade gered weten, blijft voor onze wandel diezelfde
genade gelden: de genade van God is dé kracht voor onze wandel. Dat is
een geschenk hoor, die geest van God in ons. Daardoor kunnen wij God
welgevallig leven. Paulus erkende dat. Hij geeft in zijn brieven aan, dat de
kracht in hem de genade, de geest van Christus, de opstandingskracht is.
Daar kunnen wij God voor danken. Paulus wilde Hem, Christus, kennen
en de kracht van Zijn opstanding
. Dát was zijn focus en richtpunt!

Woord vandaag

‘Boeiend, te kijken naar wat zonde volgens de Schrift is.’

In feite is al wat afwijkt van een wetmatigheid of norm zonde. Toch
-en dat lijkt merkwaardig- is de zonde niet absoluut, maar iets, dat
relatief is. Een voorbeeld zal dit kunnen verhelderen.
Wanneer iemand iemand anders om het leven brengt, en dat met op-
zet, dan geldt dat als zonde. Ook voordat de 10 woorden aan Israël
gegeven werden. Toen Kaïn zijn broer doodde, was dat zonde.

‘Je zult niet doden, zegt de Thora dan.’

En nu komt het punt waarom zonde relatief is, en niet absoluut. Het
gaat daarbij om de overheid, het menselijk bestuur. Na de grote vloed
bij Noach stelde God in, dat de mens kon regeren over de andere men-
sen, een menselijk bestuur kon vormen. En daarbij werd autoriteit aan
die overheid gegeven, welke? Onder andere gaat het om het kunnen
terechtstellen van misdadigers, moordenaars zoals Kaïn. Hetzelfde ge-
beurt: iemand wordt door anderen gedood. Maar in het ene geval is
het wel zonde, in het andere niet.

‘De omstandigheden zijn anders.’

Dat is waar het om gaat. Dat iemand iemand anders doodt, hoeft niet
te allen tijde zonde te zijn. Niet zo lang geleden keken we naar het voor-
beeld uit de Thora, dat het ijzer van een bijl schiet en iemand anders het
hoofd raakt en doodt. In dat geval heeft de houthakker geen zonde, hij
doodde de ander niet met opzet. Hij kon er niets aan doen. Dan hebben
we een tweede voorbeeld, dat dezelfde daad geen zonde hoeft te zijn.
Zonde houdt verband met de situatie waarin die plaatsvindt.