Woord vandaag

‘Die plaats van ons in de hemel, is dat niet onlogisch, want wij zijn toch
nog op aarde?’

Nee, hoor, wij zijn in en met Christus Jezus daar gezet, te midden van de heme-
lingen. Daar zou ons verlangen naar uitgaan, want daar is onze positie in Hem!
Wij zijn in de dienst aan God gesteld, omdat Hij dat is. Wij zijn met Hem opge-
wekt, omdat Hij de Opgewekte is en hebben met Hem die hemelse positie ont-
vangen van God. God heeft ons daar gezet omdat wij bedoeld zijn om met Hem
de hemelingen tot onderschikking aan de Zoon te brengen.

‘Hoe doen wij dat dan straks?’

God zal door ons heen de overstijgende rijkdom van Zijn genade tentoonsprei-
den in Zijn mildheid voor ons in Christus Jezus. Aan wie tonen? Aan de gees-
lijke machten en krachten, die zullen aan ons iets heel bijzonders zien, name-
lijk dat wij als mensen die in feite naar hun aard aan de aarde gebonden zijn,
maar door geweldige herscheppende kracht van God tevoren gereedgemaakt
zijn voor goede werken. Onder andere deze: de hemelingen duidelijk maken
wie Hij is en dat God vrede heeft gemaakt in het bloed van Zijn kruis.

‘Maar hoe zullen wij dat dan kunnen doen? Kunnen de hemelingen ons horen
en begrijpen? Kunnen wij hun taal spreken?’

Feit is, dat hemelingen in een andere ‘sfeer’ leven en ‘denken’ dan wij. Zij begrij-
pen wel degelijk wat er aan de hand is op aarde en beïnvloeden de gang van zaken
op aarde ook. Lees Daniël 10 maar eens aandachtig door. Je kunt ook kijken in
Job 1 en 2. Daar komt de satan (tegenstander) te midden van de zonen van God
in vergadering bij Jahweh. En hij spreekt dan ook met Jahweh. Krijgt te horen
dat hij wel Job mag ‘aanvallen’, maar er wordt een duidelijke grens gesteld door
Jahweh. Opmerkelijk, God spreekt ook tot ons, mensen, in taal die wij kunnen

verstaan, bevatten. Zo is het ook bij de hemelingen!

‘Dus wij zullen in de komende eonen die hemelingen aanspreken en hen bekend-
maken met Gods liefde in Christus Jezus?’

Ja, ongelooflijk. Wat een genade, dat God ons voor de nederwerping van de wereld
uitkoos in Hem om dit grote gebeuren mee te mogen doen. Hij zet ons in, voor al
die hemelse machten. Zij zullen ontdekken, wat verzoening betekent, wat Gods
liefde inhoudt. Wij zullen sprekende voorbeelden zijn van wat God kan doen met
nietige, aardse schepselen, die door Hem speciaal zijn geschapen in Christus Jezus.
Dát is onze heerlijke verwachting. Dát is onze bijzondere toekomst! Dát is een over-
maat aan genade, die wij om niet ontvangen! Ah, dank God daarvoor!

Woord vandaag

‘Ja wat een verwachting hebben wij. Machtig, en het gaat boven alles uit.’

Het lichaam van Christus is Zijn complement, dat wil zeggen: Zijn lichaam
is wat Hem compleet maakt! Ga daar eens over nadenken en God voor dan-
ken. Dan duizelt het je werkelijk. Zó veel genade! Zonder ons, zonder al die
leden van Zijn lichaam, is Hij niet volledig, niet compleet. Dan ga je iets meer
beseffen, van wat Paulus aan de Filippenzen schrijft, dat wij gelijkvormig ge-
maakt zullen worden aan Zijn heerlijkheidslichaam.

‘Dat is een heerlijkheid, die ik me nauwelijks kan voorstellen.’

Alle reden om steeds de brieven van Paulus te blijven lezen en tot je te nemen.
Het is alleszins de moeite waard. Voor veel gelovigen is de boodschap van de
Efezebrief onbekend. Wat Paulus daar precies bedoelt en waar hij het over heeft
is voor velen -helaas-  een gesloten iets. Maar de hoge roeping van de gemeente
die Zijn lichaam is, is wat ons wel degelijk aangaat. Wij zijn bedoeld voor de he-
melen en niet voor op aarde. Daar heeft het volk Israël zijn  roeping en zij zullen
het licht voor de natiën zijn in de komende 1000 jaar en daarna op de nieuwe
aarde. De volkeren zullen door Israël geleid worden.

‘Vreemd genoeg denken veel christenen, dat wij bij Israël aangesloten zijn ge-
worden, als een soort proselieten. Men legt Romeinen 11 dan verkeerd uit.’

O, dat van de olijfboom. Ja men beweert, dat het lichaam van Christus die
onnatuurlijke takken zijn die op die olierijke olijfboom zijn geënt. Maar daar
slaat men de plank helemaal mee mis. Daardoor ontwikkelt men de gedachte,
dat de gelovigen van nu op aarde zullen zijn, niet als koningen en priesters,
maar als hulp van Israël. Dus geen roeping te midden van de hemelingen,
geen bazuin van God -want die is overbodig als je toch op aarde bent- en geen
hemelse bediening.

‘Maar dan hou je toch een oudtestamentische boodschap over?’

In elk geval kun je bij die gedachtegang de brieven van Paulus weggooien.
Die heb je dan echt niet nodig. Er is dan ook in de christenheid vaak verle-
genheid met Paulus. Die is lastig. Ze weten eigenlijk niet wat ze met hem aan
moeten. Veel liever Petrus en Johannes en Jakobus.
De genade die Paulus verkondigt, laat echter niets van de (oude) mens over.
Die is meegekruisigd met Christus en meebegraven. En de gelovige weet zich
ook mee-opgewekt en levendgemaakt met Hem.
Dát is overstromende genade!  Dat leidt tot een leven in ware vrijheid!

Woord vandaag

‘Je weet pas dat er in de toekomst opstanding van doden is als je de
’tijden en gelegenheden’ leert kennen.’

In Openbaring wordt gesproken van de eerste opstanding, die plaats zal
vinden vóór de 1000 jaar. Daarna krijg je de 1000 jaar en daarna de grote
witte troon. Wat Johannes ziet, is chronologisch; er sprake van een tijd-
schema. Dan vergaan ook de tegenwoordige hemelen en aarde en komt er
een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.


‘Dat lijkt me toch een legitiem schema om mee om te gaan.’

Als je denkt, dat dat zo is. Ja, het lijkt mij ook zo te gaan, in volgorde van
tijd. Dat wil wel zeggen, dat als je ervan uit gaat, dat de opstanding voor de
1000 jaar nog toekomstig is, dit iets anders zou moeten zijn dan de opstan-
ding bij de bazuin van God in 1 Thessalonicenzen 4.  Dit moet wel, want van
degenen die opstaan voor de 1000 jaar wordt in Openbaring gezegd, dat zij
priesters en koningen zijn, want zij regeren met Christus in de 1000 jaar.
Dit moet wijzen op het volk Israël, dat beloofd werd koningen en priesters
te zijn in Exodus 19 en 1 Petrus 2:9,10.

‘Dit wijst dus niet op de gemeente, het lichaam van Christus?’

Nee, tegen het lichaam van Christus wordt nooit gezegd, dat zij koningen
en priesters op aarde met Jezus Christus zullen zijn. Want dan zouden zij
de plaats van Israël innemen en heb je weer de aloude vervangingstheo-
logie. Dus die opstanding betreft de heiligen uit Israël. Daarvóór heb je
een opstanding van de leden van het lichaam van Christus, bij de bazuin
van God, bij de stem van de vorst van de hemelse boodschappers (engelen)
en dan zal Hij neerdalen van de hemel en Hij zal ons (lichaam van Christus)
wegrukken tot een ontmoeting met Hem in de lucht.

‘Ja, dát is de heerlijke verwachting van ons!’

We zijn bijzonder bevoorrecht, dat we deze dingen zo mogen weten met ons
hart en het geeft ons een gespannen verwachting van wat Hij gaat doen met
ons. De bazuin van God! Vergeten, verguisd, weggeredeneerd, onder het tapijt
geveegd, aan de kant geschoven, tot een aardse verwachting verdraaid, ter-
wijl het een geweldige verwachting ís! De eerste stap na dit aardse leven die
Hij zet met Zijn lichaam om dat lichaam te gaan inzetten te midden van de
hemelingen. Dat valt niet te ontkennen. Hij heeft ons daar nu al gezet in en
met Christus Jezus (Efeziërs 2:6,7). Wat is dat geweldig he. Geen aardse, maar
een hemelse positie nu en hemelse toekomst straks!

Woord vandaag

‘De waarheid van de opstanding in de toekomst wordt ontkend?’

Ja, in het christendom zijn er heel wat, die sowieso niet in de lichamelijke
opstanding geloven. De meesten in de kerk denken dat als Jezus terugkomt
het gelijk het einde van alle tijden is en dat Hij dan komt om te oordelen de
levenden en de doden op de jongste dag. Zij erkennen niet: ‘de tijden en ge-
legenheden’ (1 Thessalonicenzen 5:1) waar Paulus naar verwijst. Het is al
ketters als je gelooft dat er voor de jongste dag nog opstandingen zullen
plaatsvinden.

‘Dus er zijn  mogelijk tijdschema’s te maken  over hoe Gods plan zich ont-
wikkelt.’

Jawel, sommigen serveren alle schema’s af met de schampere opmerking
dat het om ‘Grieks denken’ gaat. Anderen weten de weg niet meer, omdat
er al zoveel schema’s en tijdsindelingen zijn gemaakt. En weer anderen
zijn teleurgesteld omdat een tijdschema tot de wegrukking van de gemeen-
te niet bleek te kloppen; hun geloof schudde op zijn grondvesten. En weer
anderen hebben geleerd dat ‘de dag of uur’ niet uitgerekend mag volgens de
Bijbel.

‘Mag je je eigenlijk wel bezighouden met de toekomst? Soms hoor je mensen
zeggen: ‘hier en nu’ en dat je je maar niet zo moet bezighouden met de
profetieën.’

Ja, jammer he. We zouden ons wel degelijk verdiepen in de woorden van God,
in het bijzonder Paulus, maar ook met al de verdere Schriften. Ook daarin
openbaart God zich! Al de Schrift is door God geïnspireerd en nuttig tot……..
zegt de apostel Paulus, die zelf in Efeze ‘heel de raad van God’ verkondigde.

‘Het kan weleens zijn, dat Gods plannen heel anders zijn dan jouw eigen plan-
nen.’

Paulus’ leven getuigt ervan, dat hij in de dienst aan God wel plannen maakte,
maar dat God vaak anders beschikte. God trekt Zijn plan met deze wereld en
bij gelegenheid (boek Job) wordt duidelijk gemaakt, dat daar waar zelfs de
tegenstander zijn eigen plannen heeft, God hem de grens wijst. Tot zo ver mag
hij gaan, maar niet over de streep!
En bij ons, eigenwijze mensjes, is het zo: de mens wikt, maar God beschikt!

Woord vandaag

‘Zijn er meer voorbeelden van het woord waarheid?’

Ja, toen de Heer naar het dochtertje van Jaïrus ging, was de vrouw
in de menigte die al 12 jaar leed aan bloedvloeiingen. Zij raakte de
Heer aan, Hij merkte dat er kracht van Hem was uitgegaan.
Hij vroeg aan de menigte: ‘Wie heeft Mijn kleren aangeraakt?’
(Marcus 5:30). En de vrouw beleed het en vertelde Hem de volle
waarheid (vers 33). Zij vertelde Hem dat zij Hem had aangeraakt,
want dat was de waarheid, dat was het gebeurde feit.

‘Ja, dat is een goed voorbeeld. Eenvoudig. Heb je er nog meer?’

Hymeneüs en Filetus dwalen als het om de waarheid gaat: zij beweren
dat de opstanding al gebeurd is (2 Timotheüs 2:18) en helpen daarmee
sommigen van hun geloof af. Overigens woekert deze bewering nog
steeds flink door als koudvuur. Nogal wat theologen geloven al hele-
maal niet meer in de (lichamelijke) opstanding. De waarheid van de op-
standing werd weliswaar door Hymeneüs en Filetus niet ontkend, maar
toch waren zij afgedwaald van de waarheid, dat de opstanding nog toe-
komst is!

‘Dus én de opstanding zelf is een stuk waarheid én dat dat nog toekomst
is, ook?’

Precies ja. Je kunt wel de opstanding belijden, maar als je zegt dat er in de
toekomst geen opstanding is, ben je de beklagenswaardigste van alle men-
sen, bij wijze van spreken. Dan heb je geen verwachting, geen uitzicht, dan
gaat het alleen om hier en nu. Dan kun je alleen eten en drinken en vrolijk
zijn, want morgen sterf je, en daarna? Niets! Niets!

‘Dat lijkt mij ook een wat troosteloos gebeuren. Dan is het echt allemaal zin-
loos wat we doen hier.’

De waarheid van het evangelie is dan ook, dat er wel degelijk opstanding
van doden zal zijn. En dat is de zekere verwachting voor de toekomst.
De Opgestane zelf  staat daar garant voor. Hij gaat de gemeente, het lichaam
van Christus als eerste levendmaken als de bazuin van God klinkt. De doden
in Christus zullen opgewekt worden in onverderfelijkheid en onsterfelijk ge-
maakt worden als Hij spreekt en het lichaam van Christus wegrukt van de
aarde!

‘Zonder dat, zonder opstanding van doden, wat moet je dan?’

Niets. Dan kun je net zo goed stoppen. Dan heb je geen verwachting meer.
Dan leef je hooguit 90 a 100 jaar, en daarna…? Nee, laten we stoppen met dit
soort overwegingen en ons snel realiseren wat de waarheid is! Dát is het
evangelie van de waarheid van Paulus. Geen ander evangelie zit zo vol ver-
wachting van wat God gaat doen. Hij gaat ons levendmaken, daarna volgt
op Zijn tijd de rest! Alles zal delen in de heerlijkheid van God. Niemand valt
buiten de boot! God redt allen! Dát is de waarheid!