Want wat is het waarin
jullie werden achtergesteld,
tegenover de overige
uitgeroepen gemeentes,
tenzij dat ík zelf niet tot last
ben van jullie? Schenkt mij
genade voor deze
onrechtvaardigheid!
2 Korinthiërs 12:13
Paulus zoekt het hart van de
Korinthiërs. Door opnieuw
ironie te gebruiken maakt hij
het argument sterker. Nee,
zij werden niet achtergesteld
ten opzichte van gemeentes
elders. Wellicht beweerden
boze tongen, dat Paulus wel
de voorkeur gaf aan die-en-
die (plaatselijke) gemeente,
en de Korinthiërs zouden dan
maar moeten wachten.
Uitgebreid, hoofdstukken lang,
zet hij uiteen waarom hij niet
eerder naar hen kon komen.
De Heer leidde hem immers!
En nee, natuurlijk was Paulus
niet tot last, hij zorgde voor
het eigen levensonderhoud;
de Filippenzen steunden hem
spontaan; hij vroeg er niet om.
Gelet op de inhoud van wat ze
te horen kregen, moesten zij
zich diep schamen voor hun
gedachten over Paulus en zijn
motieven.