Woord vandaag

‘Tjsa, het beste komt nog! Dat kunnen wij echt tegen elkaar zeggen.
Wat een grote bemoediging als je die woorden van redding tot je neemt.’

We kunnen elkaar steeds bemoedigen met de woorden van het geloof
en de uitstekende leer. Paulus, de verguisde apostel van de natiën,
brengt ons goed nieuws. Genade. Het mooiste en tegelijk het moeilijk-
ste voor de mens. De aanstoot van het kruis heeft er alles mee te maken.

‘Dat biedt weinig perspectief voor de religieuze mens, die graag zelf iets
wil doen en daarmee aan Gods werk toevoegen.’

En daarom werd Paulus verguisd, achtervolgd, met de dood bedreigd,
en uiteindelijk zelfs verlaten door de gemeentes die hij zelf gesticht en
opgebouwd had.
Desondanks rekende hij het al die mensen niet toe. Hij had er zeker wel
verdriet van. Maar uiteindelijk leefde hij in het besef dat God in alles de
hand heeft en dat Hij niet loslaat wat Hij ooit begon!

‘Dat is toch een heel ander mens dan Saulus die zelf dreiging en moord
blies tegen de discipelen. Ongekend eigenlijk.’

Ook daarin zie je de wetmatigheid, dat de slaaf (Hagar, Ismaël) altijd de
vrije (Sarai, Isaak) vervolgt. Oftewel: zij die in slavernij onder de wet
zijn vervolgen hen die vrij zijn onder de genade.

‘Het is het vlees wat dan hard aan het werk is?’

Vlees en geest staan tegenover elkaar, de slavernij is de kant van het
vlees en de vrijheid is de kant van de geest (van God).
Gods genade blijft dat wat regeert in deze tijd. Het is een aangename
tijd, een dag van welbehagen. Het bijzondere is, dat deze rijkdom aan
genade ook niet in de komende 1000 jaren op aarde geldt. Dan geldt het
nieuwe verbond voor de huizen Juda en Israël, die dat zullen prediken
aan de volkeren.

‘En in de tijd van de nieuwe aarde en de nieuwe hemel dan? Geldt dan
ook nog niet de genade zoals die nu voor het lichaam van Christus geldt?’

Het geweldige is, dat wij in Christus Jezus de voleinding al bereikt hebben!
Wij zijn in Hem gecompleteerd, meer is niet nodig en kunnen we ook niet
ontvangen. De rest van de schepselen zal pas bij de voleinding ontvangen
wat wij in de levendmaking bij de bazuin Gods als eersten (na Christus zelf)
zullen ontvangen!

‘Dan zijn wij dus eerder dan alle anderen, dan al die gelovigen van Hebreeën 11?’

In de komende eonen zal geen enkel schepsel zo verheerlijkt worden zoals wij
dat wel worden bij de verandering waar Paulus in 1 Korintiërs 15 van spreekt.
Wij zijn de eersten na Christus zelf!  Wat een enorme genade van God!

Woord vandaag

‘Die geloofsgetuigen in Hebreeën 11 blijven mij toch bezighouden.
Als je kijkt naar Noach, dan moet hij die 120 jaar dat hij aan de ark
bouwde, wel een heel groot geloof gehad hebben.’

Hij handelde naar wat God gezegd had. Hij was iemand die door
zijn levenshouding en arbeid predikte. Hij bouwde de ark en sprak
daarmee profetisch tegen zijn tijdgenoten, dat het enorm zou gaan
regenen, terwijl het nog nooit geregend had!

‘Dat lijkt sterk op nu, er is aangezegd dat de Heer gaat komen en dat
dat zal gebeuren met allerlei grote verschijnselen in de natuur.
De mensen denken dat zoiets niet zal gebeuren, maar de gelovigen
wéten dat. En als het gaat gebeuren is het ineens afgelopen met deze
tijd van genade.’

Daarom spreekt de Heer Jezus daar ook zo over; zoals het was in de
dagen van Noach, zó zal het ook in de dag van de Zoon des mensen
zijn. Zij leven hun leven in de gedachte, dat na het leven er niets meer
komt, integendeel: er komt een gericht om van alles recht te zetten.

‘Daarom is het evangelie zo fijn, want daarin hoor je dat God alle mensen
redt, Hij is de redder van allen. Dat geeft een geweldig uitzicht!’

Zo is het! En Paulus zegt daarbij: ‘beveel en leer dit’ in 1 Timotheüs 4:10,11.
Het is dus de boodschap die gehoord moet worden. Het eert God, die wér-
kelijk alle macht heeft en alle mensen liefheeft. Uiteindelijk staat de tegen-
werker met lege handen. Dat in tegenstelling tot de leringen van mensen,
die beweren dat hij de grote overwinnaar is omdat het hem lukt 98% van
de mensen in de hel te krijgen. Maar laten we over dit soort gedachte-
kronkels maar snel stoppen, want je wordt er niet vrolijk van.

‘Nee, inderdaad. De boodschap van Paulus, genade en verzoening van
iedereen maakt wél echt blij van binnen.’

En daarom zeggen we als gelovigen steeds tegen elkaar: het beste komt nog!

Woord vandaag

‘We dwaalden wel af gisteren, maar toen ik er over nadacht drong
het tot mij door dat het allemaal in elkaar grijpt. Leven in geloof
is leven uit en op grond van de beloften die God geeft.’

Het feit, dat wij uitzien naar de bazuin van God is ook leven in geloof.
Het is geen zaak van zenuwachtigheid, maar van uitzien naar wat God
gaat doen. Dat geldt voor het hele wereldgebeuren. We zien hoe God
alles uitwerkt. Druk op Israël zal alleen maar toenemen, dat staat er.
En alle pogingen die druk weg te nemen, zullen stranden. Er staat het
volk nog heel wat te wachten.

‘Je doelt nu op de grote verdrukking waar de Heer Jezus van spreekt?’

Zeker! Dat zal moeten komen, het is onontkoombaar, God gaat Zijn
voorgenomen weg niet wijzigen. Het staat geschreven, dus zal het
gebeuren ook. Niet prettig, maar het moet.

‘Wij leven ons leven met Hem en wachten af? Is dat niet erg passief?’

Je vergeet kennelijk, dat zo’n leven heel erg actief kan zijn! In die drukte
zijn we in ons hart gerust, omdat wij weten, dat God alle dingen doet
meewerken tot het goede. Het is Zijn hand, die wij zien in alle dingen.
Dat is iets wat je leert gaandeweg. Daarop vertrouw je en tegelijk zit je
niet stil, ben je actief.

‘Het leven in geloof is eigenlijk heel mooi, omdat je niets moet of hoeft,
je leeft ontspannen uit de hand van God.’

Er komen onderweg best problemen op je af, maar je hoeft niet zelf alles
op te lossen, vaak kan dat ook niet en ben je gehouden te wachten op God,
hoe Hij het uitwerkt. Dat geldt voor het wereldgebeuren, voor je familie,
je eigen leven, het is allemaal in Zijn hand!

Woord vandaag

‘He dat van gisteren gaf wel wat houvast. Het is een kwestie van de
principes van Gods woord volgen.’

Dat deden die gelovigen uit Hebreeën 11 ook. Zij leefden op de beloften
die God gegeven had. Dát was hun kracht om zo te kunnen leven.
Overigens worden alleen specifieke illustraties uit hun leven genoemd
terwijl wel heel hun leven in geloof geleefd werd.

‘We leven in verwachting van de vervulling van al die beloften. Als je
langer op weg bent lijkt het soms dat God de vervulling uitstelt.’

Dat lijkt zo. We zouden het liefst willen, dat vandaag de bazuin van God
zou klinken en dat wij de Heer ontmoeten in de lucht. Iemand zei eens
tegen mij, dat er pakweg 30 jaar geleden ook met vuur over de spoedige
terugkeer van Jezus Christus werd gepredikt. Daarmee bedoelde hij, dat
het misschien nog wel 30 jaar kan duren voordat het zo ver is.

‘Ja dat soort opmerkingen hoor je regelmatig. Je proeft er soms een beetje
cynisme in. Al die mensen uit Hebreeën 11 zijn gestorven zonder dat zij de
vervulling van de beloften meemaakten.’

Daarmee is de vervulling dus nu veel en veel dichterbij dan toen! En als er
al 200 jaar gesproken wordt over de terugkeer van Jezus Christus en het
herstel van Israël, dan zitten we er nu helemaal dicht bij! Bovendien waren
de landen als Irak, Iran, Turkije, Egypte, Libanon, de Filistijnen en zo voorts
niet zo op de kaart als dat nu het geval is. Je moet wel heel wat profetie weg-
redeneren als je de huidige samenstelling van landen rondom Israël niet als
vervulling van profetie ziet.

‘Dat is wel zo, het wordt steeds spannender daar. De dingen kunnen van de
ene op de andere dag ingrijpend wijzigen. Als je naar 9/11 kijkt, had dat een
enorme impact in de wereld, waardoor Afghanistan en Irak werden aange-
vallen.’

Ja en met name dat laatste (Irak) is van groot belang, in verband met Babel,
dat in dat land ligt. Babel speelt een prominente rol in de eindtijd; het was
altijd al de hoofdstad van wereldrijken en zal dat ook van het laatste wereld-
rijk zijn. Maar liefst 3 hoofdstukken worden in Openbaring aan de ondergang
van Babel gewijd, omdat het tevens de ondergang van het laatste wereldrijk
inhoudt.

‘Zo gezien, is het allemaal brandend actueel wat er geschreven is in de profetiën
van de Bijbel!’

Daarachter staan de onwrikbare beloften van de grote God van Israël, Jahweh,
die ál Zijn beloften zal waarmaken! Maar eerst moet de gemeente, het lichaam
van Christus, weggerukt worden, en dat is wat mij betreft: binnenkort!

Woord vandaag

‘Een leven door of in geloof, dat is best lastig soms. Je hoort dat
woord, maar het is niet tastbaar. We zien nu niet wat ons wacht.’

De gelovigen die in Hebreeën 11 genoemd worden, keken uit naar
iets beters. Dat deden zij door de beloften die zij ontvingen.
Abraham verwachtte de stad met fundamenten, hij heeft die in zijn
leven nooit aan kunnen raken. Hij ging op weg in zijn leven, met het
woord dat God hem gaf. Hij leefde in geloof.

‘Dat klopt ja, maar wat doe je ermee? Het geeft een verwachting. Maar
je leest niet hoe je moet handelen elke dag.’

De Bijbel is geen kookboek a.h.w. met kant-en-klare recepten voor ieders
persoonlijke leven van dag tot dag. Paulus schrijft wel gericht op de prak-
tijk, maar houdt dat toch algemeen. Hij heeft het over gehoorzaamheid en
onderschikking als een logisch gevolg van de ontvangen beloften.
Het is logisch dat een werknemer zich onderschikt aan een werkgever, het
is voor de gelovige normaal.

‘Ja, ok. Maar wat nou als die werkgever fraudeert? En jij ziet dat en werkt in
dat bedrijf?’

Allereerst is dat een zaak van die werkgever tegenover andere bedrijven en/of
tegenover de overheid. Als het naar jouw inzicht de spuigaten uitloopt en je
kunt er niet langer tegen, dan kun je een andere baas gaan zoeken die dat niet
doet. Maar dat is altijd jouw verantwoording en beslissing in afhankelijkheid
van de Heer,
niet omdat een andere gelovige dat gezegd of aangeraden heeft.

‘Maar kun je die werkgever er dan niet op wijzen dat hij echt goed fout zit?’

Denk je dat die werkgever dat niet weet? Die er bewust mee bezig. Als hij de
belastingdienst wil oplichten, dan draagt ooit de overheid dat zwaard niet
zomaar, maar zal die werkgever dat ondervinden.

‘Oke, duidelijk. Maar wat nou als je werkgever een onmogelijk mens is?’

Wat denk je zelf? Wat staat er dan? Wat schrijft Paulus?

‘Nou ja, dat wij ons als werknemers zouden onderschikken.’

Dat lijkt mij ook. En dat klopt met de leer van God. Uiteindelijk leidt
Gods plan ertoe, dat elk schepsel, inclusief de Zoon zelf, zich onderschikt
aan God, de vader. Wij kennen dat einddoel al. Daarom lopen wij voor die
muziek uit en onderschikken ons nu al. Simpel toch?