Woord vandaag

‘Het volgende punt van het overzicht is het verschil tussen wedergeboorte
en een nieuwe schepping. Johannes en Paulus.’

Ja, ook over dit punt bestaat helaas veel verwarring. Men heeft in een zeer
vroeg stadium Paulus verlaten. Dat hebben we vaker aangehaald, aanwijsbaar
in de geschiedenis. De kerken hebben, nadat men de apostel van de liefde van
God verliet, consequent bekering en wedergeboorte geleerd. Twee begrippen
die toch echt in het evangelie van de besnijdenis (koninkrijk) thuishoren.

‘De Heer Jezus was in gesprek met Nicodemus, waarbij over wedergeboorte
gesproken werd.’

Wedergeboorte is iets dat puur voor Israël geldt.
In Mattheüs 19:28 zegt de Heer dat tegen zijn discipelen:

Daarop antwoordde Petrus en zei tot Hem: Zie, wij hebben alles prijsgegeven
en zijn U gevolgd; wat zal dan ons deel zijn? Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik
zeg jullie, jullie, die Mij gevolgd zijn, zullen in de wedergeboorte, wanneer de
zoon des mensen op de troon van zijn heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf
tronen zitten om de twaalf stammen van Israël te richten.

‘Verder wordt dat ook tegen Nicodemus gezegd?’

Ja. De Heer zei tegen Nicodemus, de leraar van Israël, die in de nacht met
Hem sprak:

Jezus antwoordde en zei tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg je, tenzij iemand
wederom geboren wordt, kan hij het koninkrijk van God niet zien. Nikodemus
zei tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, als hij oud is? Kan hij dan voor
de tweede maal in de moederschoot ingaan en geboren worden?
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt
uit water en geest, kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan.

Hier kan de uitdrukking ‘het koninkrijk van God’ niets anders dan het aardse
koninkrijk zijn, dat door de profeten is aangezegd, en waarbij David de grote
koning was als beeld vooraf van de grote Messias, de grote koning, onze Heer
Jezus Christus. Hij is de Koning van de koningen en de Heer van de heren.
Hij zal regeren in Zijn aardse koninkrijk als de Zoon van Adam.
Over dát koninkrijk gaat het in het gesprek van de Heer met Nicodemus.

‘Ja dat kan niet anders. Nicodemus kon aan niets anders gedacht hebben toen de
Heer die uitdrukking gebruikte.’

Wedergeboorte is daarmee onlosmakelijk verbonden. Het vindt plaats in de oude
schepping, op de oude aarde. Het is de eerste stap in de grote toekomst die Israël
en de volkeren wacht!

Woord vandaag

‘Dat de doop in water niet nodig is en zelfs niet kan zijn, is duidelijk.
Je hoort in sommige kringen veel over de doop in de geest.’

Ja, in Pinkster- charismatische en volle evangeliekringen. Men leert
daar meestal, dat de doop in de heilige geest een aparte ervaring is na
dat je tot geloof bent gekomen. Paulus leert dat echter niet.

‘Dat heeft met de eerste Corinthebrief te maken?’

Ja, in 1 Corinthiërs 12:13 staat het erg duidelijk:

want in één geest zijn wij allen naarbinnen één lichaam gedoopt,
hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen
zijn wij met één geest gedrenkt.

Zeg je nu, dat je eerst in de geest gedoopt moet worden, nadat je tot
geloof bent gekomen, dus als een aparte ervaring, dan ben je geen lid
van het lichaam van Christus als je geen geestesdoop-ervaring hebt
gehad! Zo zie je waartoe een onjuiste leer over de geestesdoop leidt!

‘Tsja, zo gezien is het weer een voorwaarde (een ervaring) die opgeworpen
wordt om lid van het lichaam van Christus te kunnen worden en ben je
weer terug in een stukje wettisch denken.’

Zo kom je dus van het een in het ander. Men wilde de dorheid en doods-
heid in kerken bestrijden maar ging zoeken naar het verkeerde: het gevoel,
de ervaring. De heilige geest is geen gevoel. Juist niet. Men had het moeten
zoeken in het woord van God. Dát heeft de kracht tot levensvernieuwing
waardoor de heilige geest krachtig werkt.

‘Bij de Heer Jezus ging het ook steeds om het woord van God.’

Nou en of! Het was zijn grote passie, op 12-jarige leeftijd was Hij al in de tempel
te vinden, bezig in de dingen van zijn Vader, namelijk de Tenach, het Woord!
In het bijzonder de genade die uit dat woord spreekt!

Woord vandaag

‘He hoe zit het nu. Bij Paulus zijn er geen voorwaarden. Stel nu, dat
je je toch in water laat dopen. Wat doe je dan?’

Misschien lijkt er op het eerste gezicht niet zo veel aan de hand. Je denkt
dat het goed is om te doen, en dat het een mooie uitbeelding van het feit
dat je weet dat je met Christus gestorven, begraven en opgewekt bent.
En in Romeinen 6 wordt toch ook over de doop gesproken. Alleen gaat
het in dat hoofdstuk om de doop naarbinnen de dood van Christus Jezus.

‘Dat kan dan niet de doop in water zijn.’

Juist, anders zou dat echt een dwingend voorschrift zijn waarbij iets
specifieks gebeurt. En dan zou het van het handelen van de dopeling en
de betreffende doper afhangen. Werk van mensenhanden dus. En juist
die mensenhanden kúnnen niets toevoegen aan het reeds volbrachte
werk van Christus.

‘Daarmee geef je het aan. Het zou een (verkapt) toevoegen aan het werk
van Christus zijn. Dat kan niet de bedoeling zijn.’

Paulus predikt het evangelie van genade alleen. En alleen dan is het ook
echt genade. Zou je je daarbij laten dopen in water, dan zeg je eigenlijk dat
je Christus niet nodig hebt. Het is hetzelfde als Paulus tegen de Galaten
over de besnijdenis zegt:

Zie, ik, Paulus, zeg jullie: indien jullie je laten besnijden,
zal Christus jullie geen nut doen.

Woord vandaag

‘Het voorgaande was duidelijk, er is altijd meer over te zeggen, het
is goed om nu naar het volgende punt te gaan: de waterdoop.’

Ook weer een zeer omstreden onderwerp. Dat komt denk ik omdat
het raakvlakken heeft met het vorige onderwerp.
Bij het evangelie van het koninkrijk is de doop in water een voor-
waarde om het koninkrijk der hemelen binnen te gaan, dat zien
we bij Petrus op Pinksteren:

En Petrus antwoordde hun: Bekeer je en een ieder van jullie late zich
dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van jullie zonden,
en jullie zullen de gave van de heilige geest ontvangen.
Handelingen 2:38

‘Bekende tekst. Je leest daarin toch een aantal voorwaarden die bij het
koninkrijksevangelie horen: bekering (verandering van denken) én de
doop in water.’

Precies. Dit kón niet anders dan de volwassendoop zijn. Later heeft de
kerk op zeer wankele basis de kinderdoop ingevoerd en sommige leringen
spreken dan zelfs over de ‘veronderstelde’ wedergeboorte! Men baseert
dat bij voorbeeld op de ommekeer bij de gevangenbewaarder van Filippi,
die zich met ‘heel zijn huis’ liet dopen. Men zegt dan: ‘daar zullen ook kin-
deren bij geweest zijn’. En op zulke zeer aanvechtbare veronderstellingen
probeert men dan de kinderdoop bijbels te onderbouwen.

‘En men zegt dan, dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen!’

En zo is men in een volledig koninkrijksevangelie beland, zonder dat men
daarvoor enige goede grond in de Schrift kan aanvoeren. Maar over de doop
door onderdompeling is veel te zeggen, op deze site staat een studie onder
‘verdiepende studies’ over de doop.

‘Maar even kort en goed. Er is geen voorwaarde bij Paulus. Maar is het dopen
in water dan niet iets dat bij het paulinische evangelie hoort?’

Nee. En het ligt uiteindelijk toch wel scherp. Want wat zeg je in feite als je je
toch laat dopen in water, terwijl je weet dat er geen voorwaarde voor redding
kán zijn bij Paulus?

‘Daar moet ik eens goed over nadenken. Morgen verder?’

Morgen verder, jazeker! Ook dan spreken we weer van Gods genade!

Woord vandaag

‘Paulus laat er al in Romeinen 3 geen twijfel over bestaan. De redding,
de rechtvaardiging van de zondaar is alleen door het geloof, het werk
van Christus, volkomen los van werken van de Thora.’

Dat is wel duidelijk. In Romeinen 5:13  zegt nog iets over de Thora:
 
want reeds vóór de Thora was er zonde in de wereld. Maar zonde wordt
niet toegerekend, als er geen Thora is.

Enkele verzen verder komt opnieuw de Thora naar voren:

20 Maar de Thora is er bijgekomen, zodat de overtreding toenam; waar
evenwel de zonde toenam, is de genade meer dan overvloedig geworden,
21 opdat, gelijk de zonde (als koning) heerste in de dood, zo ook de genade
zou heersen door rechtvaardigheid tot eonisch leven door Jezus
Christus, onze Heer

 Hier zien we het tijdelijke karakter van de heerschappij van de Thora.
Het had volgens Paulus de speciale bedoeling de overtreding te doen toenemen.
Dus wat oorspronkelijk de bedoeling was, namelijk dat het vlees beteugeld en
in toom gehouden zou worden, kwam niets terecht.
Het resultaat was het tegenovergestelde: de overtredingen en zonden namen toe!
Dat lag niet aan de Thora, maar aan het vlees waarop die gelegd werd.

‘Dat is wat er staat. En na de periode van de Thora kwam de tijd van genade?’

In 5:21 wordt gezegd, dat genade regeert. Dat wordt door de apostel ook
gezegd in 6:14,15, als het gaat om vaststellen van de situatie van de gelovigen:

Immers, de zonde zal over jullie geen heerschappij voeren, want jullie zijn niet
onder Thora, maar onder genade.

Hier maakt Paulus duidelijk, dat de gelovige in Christus Jezus niet onder Thora,
maar onder genade is. Daarmee is de stelling naar voren gebracht. De gelovige
van vandaag is niet onder Thora, maar geniet van genade onder de genade
van God.

‘Dat hebben we al meerdere keren geconstateerd, het blijft nodig dat te
onderstrepen.’

De diepere reden voor de gelovige in Christus Jezus is, is dat die met Hem
medegekruisigd werd (de oude mensheid), met Hem is gestorven, met Hem
is begraven en met Hem opgewekt om in een nieuw leven te wandelen.

‘We zijn een nieuwe schepping in Christus, zegt Paulus in 2 Corinthiërs 5, toch?’

Ja, exact. Wij zijn geestelijk gezien al overgezet in de nieuwe schepping, verlost
van de oude. En in die oude had je grondregels van de wereld, waaronder de
Thora; Paulus zegt dus, dat wij niet onder Thora,  maar onder Gods genade zijn!’