‘Wat je op 22 mei zei, heb ik over nagedacht. Als je om je heen kijkt,
zie je zeer zeker, dat veel christenen met deze aarde bezig zijn.’
Absoluut. Men is heel druk bezig met van alles en nog wat en meent
daarin heel goed bezig te zijn. Ze hebben dan geen tijd meer voor de
bijbel; op zijn best wordt er een stukje of een losse tekst aan tafel na
het eten gelezen. Meer niet. En je moet niet denken, dat je daardoor
echt opgebouwd wordt in je geloof.
‘Nee, dat heb ik ook ontdekt. Het bouwt je pas op als je er echt tijd voor
reserveert. Dan maar geen kerk/gemeente-vergaderingen, waarvan
er talloze zijn in een eindeloze reeks. Bovendien leiden die vergadering-
en tot onenigheid, want die wil dit en die wil dat en zo voorts.’
Klopt. Dat is wat je in de loop van de jaren constateert. We zwijgen maar
over de kerkscheuringen in de loop van de tijd, nog afgezien van de ver-
splintering in de evangelische, charismatische en pinkstergroepen.
‘De tegenwerker ziet niet stil. Die zaait verwarring en verdeeldheid onder
gelovigen, toch?’
Ja, de strijd is geestelijk, en je ziet mensen vaak worstelen met bloed en
vlees (andere mensen), terwijl ze daarmee de boot dus missen. Als men
eerst zou beseffen en vasthouden, dat het lichaam van Christus één is,
dan zouden er al heel wat minder mensen uit elkaar gedreven zijn.
Daarom is de boodschap van Efeziërs en de andere brieven steeds, dat
het lichaam van Christus wel uit veel leden bestaat, maar een geestelijke
eenheid is.
‘Dat is wat Paulus bedoelt in Efeziërs 4:1-7?’
Ja, als je dat leest, valt het woord ‘één’ je op, hij gebruikt het maar liefst
zeven keer, nadat eerst het woord ‘eenheid’ gevallen is. Eigenlijk is dat
heel mooi, want die eenheid waar de apostel het over heeft, is niet te
verbreken. God heeft die eenheid tot stand gebracht!