‘God heeft alles in Zijn hand!’ Wat zeg je?
‘Nou, dat God alles in Zijn hand heeft’. Ja. Veel mensen hebben daar moeite mee. Veel mensen
twijfelen eraan, omdat zij anders kijken. Anders kijken wil zeggen, dat men kijkt naar veel dingen, die mis gaan in de wereld, alle ellende, honger, noem maar op. Als we het andere uiterste opzoeken, dan moeten wij tot de conclusie komen, dat alles door toeval gebeurt. Voor een gelovige is de enige bron, om hierin tot helderheid te komen, de Schrift zelf. Daarin staan toch opmerkelijke dingen.
‘Denkt aan hetgeen vroeger, vanouds, gebeurde; Ik immers ben God, en er is geen ander, God, en niemand is Mij gelijk; Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen’ Jesaja 46:9,10
In het tekstverband ken je zeggen, gaat dit over de ondergang van Babel en de redding van Isarël. De Heer wijst hier ook op het verleden, en brengt daarmee de geschiedenis van het volk in herinnering. Ook in het verleden bleek, dat de Heer zei wat Hij ging doen en Hij deed dat ook!
Alleen zo’n Heer is werkelijk God. Als je het vermogen hebt, tevoren aan te kondigen wat er gaat gebeuren en vervolgens gebeurt dat zeer nauwkeurig, dan is dat de ware, enige God. Dat zegt Jahweh hier! En geeft via Jesaja een geweldige belofte mee aan Zijn volk Israël: ‘Ik zal al Mijn welbehagen doen!’ De enige God, die kan zeggen, dat wat Hij voorneemt ook werkelijk gaat doen, is Jahweh, de God van Israël. Paulus wijst erop, dat ‘uit Hem (God), en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen; Hem zij de heerlijkheid in de eonen van de eonen! Amen!’ (Romeinen 11:36).
Duidelijke uitspraak, de meeste moeite hebben wij ermee, dat ‘alles’ ook door Hem is. Met andere woorden: Hij bewerkt uiteindelijk alles, dat gaat via instrumenten, die Hij daarvoor inzet.
Wij kunnen God, die geest is, nu eenmaal niet narekenen, maar wel vertrouwen in Zijn groot- heid, liefde en vastheid, zoals die steeds weer in de Schriften naar voren komen!
20 september 2009
‘De mens is als een wild paard, dat getemd moet worden’. Voor zover ik weet, komt deze uitspraak ergens uit het Jodendom. Iemand, een ongelovige, merkte eens op: ‘Oude oosterse godsdiensten zoeken het geluk niet buiten de mens maar binnenin. We moeten onze eigen paarden goed in toom houden, dat is de opdracht. We moeten onze gevoelens en gedachten niet alle kanten op laten fladderen, maar we moeten ze onder controle houden en beheersen’. U ziet, dat ongelovigen de dingen best zien, als ze erover nadenken. Alleen ver-wacht men het dan volledig van de (oude) mens zelf! De mens ontdekt vroeg of laat, dat hij zichzelf niet kan redden. Het zichzelf proberen in toom te houden heeft geen enkele zin. De mens is een zondaar, schrijft de apostel in Romeinen 3:10-21. Er is niemand, die goed doet, ook niet één. Dus, uiteindelijk blijkt, dat de mens, met of zonder Torah, er hetzelfde voorstaat. Hij heeft een redder nodig. Dat is Jezus Christus. Zonder Hem wordt het niets. Met Hem wordt het alles. Goddank, Hij Ãs gekomen en heeft de redding en verlossing tot stand gebracht! Hij is de Opgestane, die aan de rechterhand van God zit. Hij geeft, in deze tijd, het nieuwe leven, Zijn geest, Zijn eigen leven, aan ieder, die gelooft. Op zich is geloven geen eigen werk van de mens; uiteindelijk is dat ook een geschenk van God. Hoor het woord van God en geloof het. De gelovige wordt zich dan bewust, deel uit te maken van een nieuwe schepping. Dat nieuwe leven uitleven, daar gaat het om. Dan verdwijnt de oude uit zicht. Daar viel niets aan te temmen of te remmen. Het is het een of het ander. Oud of nieuw.
19 september 2009
‘Ja, dat staat daar wel, maar dat moet je zo niet lezen’. ‘Dat heeft Paulus zo geschreven, maar dat heeft hij anders bedoeld’. ‘Je moet dat helemaal zien tegen de achtergrond van de cultuur van die dagen, maar dat geldt voor ons niet. Wij leven in een andere cultuur’. ‘Wij weten nu meer dan Paulus’. ‘Dat heeft God zo niet bedoeld, dat moet je echt anders zien’. ‘Dit moet je genuanceerd lezen; kijk naar de bedoeling áchter de tekst’…
Dit zijn allemaal (soms subtiele) ontkrachtingen van wat geschreven staat. Misschien wel de meest omzichtige manier van de tegenstander (satan) om Gods woord krachteloos te maken.
Van broeder A.E. Knoch heb ik geleerd, de conclusies die je baseert op Schriftgegevens, ook te toetsen aan de Schrift zelf. Kan mijn conclusie die toets niet doorstaan, dan kan ie gelijk de prullenbak in. Leuk geconcludeerd misschien, maar stelt niets voor in het licht van wat geschreven staat.
Men filosofeert liever over het woord van God, dan het werkelijk lezen en bestuderen ervan, in een onderschikkende houding om dat Woord gezag te laten hebben over het denken, het leven en al het andere. Je kunt een hele Talmoed kennen, maar missen wat er geschreven staat. Laten wij in ons hart sluiten (en dus doen) wat de Heer Jezus tegen de schriftgeleerden van Zijn dagen zei: ‘Onderzoekt de Schriften!’ (Johannes 5:39)… ‘want deze zijn het, die van Mij getuigen!’
18 september 2009
Mensen geloven vaak meer van de traditie van dan de Schriften zelf. Dat komt, omdat zij in kerkelijke, dan wel evangelische kring opgroeiden en van jongs af aan de dingen hoorden en als vanzelf aanvaardden, dat dat ook zo in de Bijbel staat. De geloofsbelijdenis die men in de kerk zingt, wordt er van jongs af aan ingeslepen, en heel weinigen vragen zich af, of wat zij zingen, ook zo in de Bijbel staat. Wijlen professor dr. C. Graafland, al eerder geciteerd, heeft de opmerking gemaakt, dat de kerken de belijdenisgeschiften eens zouden moeten toetsen aan de Schrift zelf. Sola Scriptura! Jawel. De drie formulieren van enigheid zouden die toets grotendeels namelijk niet kunnen doorstaan. De Dordtse leerregels (u weet misschien wel, die over de uitverkiezing, dubbele predestinatie) hebben een waar schrikbewind gevoerd over de kerken van de (Nadere) Reformatie. Mensen zijn erdoor in inrichtingen terechtgekomen en toch worden ze gehandhaafd, want het is een heel systeem wat eromheen opgebouwd is. En dat breek je niet zomaar af. De Heer Jezus ging tegen de tradities van Zijn tijd in en verwierf steeds meer aanhang, zeker toen Hij Lazarus uit de doden opwekte. Dat zou Hem zijn leven gaan kosten. De wetgeleerden, de farizeeën, de orthodoxie van die dagen, zeg maar, spanden tegen Hem samen en Hij moest uit de weg geruimd worden. Zo diep zat die traditie (en de eer van mensen) in het hart van deze keiharde orthodoxen. Het is maar, dat u het weet….
17 september 2009
Romeinen 8. Een hoofdstuk waar je niet omheen kan, en na enige tijd ook absoluut niet meer omheen wil. Vers 2 proclameert heel beknopt de grote vrijheid: die van de geest. ‘Waar de geest van de Heer is, daar is vrijheid’. Welke? Vrij zijn van de wet van de zonde en de dood! In de nieuwe situatie (die van vrijheid) ben je vrij van het juk van de wet. Want het opleggen van de wet maakt het zondigen allen maar erger. Je bent niet langer gebonden onder de wet(matigheid) of het principe van zonde en dood. De macht van de zonde is gebroken. Genade regeert. Wij zijn geen slaven van zonde meer! Eindelijk vrij! In ons is een andere wet(matigheid): die van geest en leven in Christus Jezus! Vrij, om God als slaaf te dienen. ‘In Christus Jezus’ is geen veroordeling; dat gold al van vóór de tijden van de eonen, het geldt vandaag en het zal altijd blijven gelden. Wij kunnen elkaar niet veroordelen, wij veroordelen onszelf niet, want Hij dat doet niet! Schenk elkaar, jezelf, genade! Wij leven nu nog met fouten, die wij maken, maar in déze rijkdom verheugen wij ons!