‘Die doop in de geest, wanneer gebeurt dat? Daar is verwarring over.’
Dat is op het moment dat wij tot geloof kwamen. 1 Corinthiërs 12:13 zegt
dat. Wij zijn in één geest naarbinnen één lichaam gedoopt. Dat kan niet
anders zijn dan bij het tot geloof komen. Die doop in de geest is niet een
aparte ervaring buiten dat eerste geloof om! Op dat moment worden wij
ook verzegeld, zegt Efeziërs 1:13,14.
‘Oke, dat is helder. Dus al diegenen die in Christus Jezus zijn, zijn een
nieuwe schepping. Daarmee zijn alle vleselijke verschillen weg?’
Ja. Galaten 6:15 zegt, dat besneden zijn of onbesneden zijn niets betekent,
maar of men een nieuwe schepping is. In Galaten 5:6 staat ook al iets in
die richting. Merk op, dat in Galaten 6:14 ook het kruis genoemd wordt,
waardoor de oude mensheid met Hem gekruisigd werd en daarmee heeft
die voor ons afgedaan.
‘In het lichaam van Christus bestaan er geen verschillen meer, die in of
door het vlees aangegeven werden?’
Correct. Daarbinnen telt niet of je Jood of heiden bent. Dus rituele aspecten
zoals besnijdenis tellen in Hem totaal niet mee. Christus is het antwoord op
alle religie. Het is óf religie, óf Christus. Hij heeft zelf de weg naar de Vader
vrij gemaakt!
‘Dan maakt het zelf proberen te houden van de Thora niets meer uit, want
dat zit toch aan besnijdenis vast?’
Zondermeer. Het gaat daarbij om het oude verbond, dat vervuld werd toen Hij
op aarde kwam en rondwandelde. Het was door Jeremia (31) al oud genoemd.
En als iets als ‘oud’ wordt aangeduid, dan is het nabij de verdwijning, zo zegt
Hebreeën dat. Of: Hij neemt het eerste weg om het tweede te stellen. Het oude
verbond van de letter had een functie in de oude schepping. In de nieuwe niet!